vrouw maakt een gebaar naar de Israëlische veiligheidstroepen die rubberkogels afvuren om Palestijnse stenengooiers uit elkaar te drijven tijdens botsingen in de stad Hebron op de Westelijke Jordaanoever.
© AFP via Getty Images

Palestijnen Westelijke Jordaanoever doelwit golf van dodelijk geweld

Met de ogen van de wereld gericht op Gaza, ontketenden de Israëlische strijdkrachten in de afgelopen 4 maanden een golf van geweld tegen Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever. Amnesty International onderzocht onwettig dodelijk geweld, onder andere tijdens protesten en gericht op hulpverleners. Er vielen niet eerder zoveel dodelijke slachtoffers in deze regio als in 2023.

Gewelddadige inval van 30 uur

Eén van de situaties die Amnesty International onderzocht was een 30 uur durende inval in het vluchtelingenkamp Nour Shams in Tulkarem. Tijdens de operatie die begon op 19 oktober doodden de Israëlische strijdkrachten dertien Palestijnen, waaronder zes kinderen, en arresteerden vijftien mensen. In de media melden Israëlische militaire bronnen dat een agent van de Israëlische grenspolitie omkwam en negen Israëliërs gewond raakten.

Bewoners vertelden Amnesty International dat Israëlische soldaten tijdens de operatie meer dan veertig woonhuizen bestormden, persoonlijke bezittingen vernielden en gaten in de muren boorden voor sluipschuttersposten. Water en elektriciteit naar het kamp werden afgesloten en soldaten gebruikten bulldozers om openbare wegen, elektriciteitsnetwerken en waterinfrastructuur te vernietigen.

Amnesty International verifieerde video’s waarop is te zien hoe Israëlische militaire bulldozers de smalle straten van het vluchtelingenkamp Nour Shams beschadigen. Op een video is te zien hoe een weg in Nour Shams zwaar beschadigd is, waardoor de medische evacuatie van gewonden tijdens de inval werd bemoeilijkt.

15-jarige Taha Mahamid doodgeschoten

Onder de doden was de 15-jarige Taha Mahamid. Israëlische troepen schoten hem voor zijn huis dood. Volgens getuigenverklaringen en video’s die Amnesty International heeft bekeken was Taha ongewapend en vormde hij geen bedreiging voor de soldaten. Op een video die één van zijn zussen maakte en door Amnesty International’s Crisis Evidence Lab is geverifieerd, is te zien hoe Taha over straat loopt en kijkt of er soldaten zijn. Zijn zus Fatima vertelt aan Amnesty International:

‘Ze gaven hem geen kans. In een oogwenk werd mijn broer geëlimineerd. Zonder enige genade vuurden ze drie kogels op hem af. De eerste kogel trof hem in zijn been. De tweede in zijn maag. Een derde kwam in zijn oog. Er ging geen enkele confrontatie aan vooraf.’

Op een geverifieerde video is te zien hoe Taha’s vader Ibrahim naast zijn zoon op de grond ligt. Toen hij Taha wilde helpen werd ook hij door Israëlische soldaten neergeschoten. Hij was ongewapend. Ibrahim werd met ernstige inwendige verwondingen naar de intensive care gebracht.

Opgesloten in huis

Ongeveer 12 uur na de moord op Taha Mahamid bestormden Israëlische militairen het huis van zijn familie. Ze sloten de gezinsleden, waaronder drie jonge kinderen, zo’n 10 uur op in een kamer. Ze boorden gaten in de muren van twee kamers. Vanaf hier keken sluipschutters uit over de buurt. Een getuige zei dat de soldaten het huis doorzochten en een familielid sloegen, en dat één van hen urineerde op de stoep.

Buitensporig geweld tegen demonstranten

Sinds 7 oktober wordt er op de hele bezette Westelijke Jordaanoever regelmatig geprotesteerd uit solidariteit met de Palestijnen in Gaza. Deze demonstraties waren meestal vreedzaam, maar sommige demonstranten gooiden stenen als reactie op de aanwezigheid of het gewelddadige optreden van de Israëlische strijdkrachten.

Ten minste tachtig ongewapende Palestijnen demonstreerden op 13 oktober in Tulkarem uit solidariteit met Gaza. Twee journalisten, vertelden onafhankelijk van elkaar aan Amnesty dat ze zagen hoe Israëlische troepen twee traangasbussen op de menigte afvuurden en kort daarna zonder waarschuwingsschoten het vuur op hen openden. Vier mensen werden neergeschoten en raakten gewond toen ze probeerden weg te rennen voor de kogels.

Schuilen voor kogels

Een paar minuten later openden de Israëlische strijdkrachten ook het vuur in de richting van de journalisten, hoewel beiden vesten droegen waarop duidelijk stond dat ze pers waren. Ze verstopten zich samen met drie kinderen achter een muur en moesten daar ongeveer twee uur blijven terwijl de operatie doorging. Terwijl ze schuilden waren ze er getuige van hoe een Israëlische militair een Palestijnse man op een fiets neerschoot. Eén van de journalisten zag ook hoe een demonstrant in zijn hoofd werd geschoten.

De bovenstaande situatie staat niet op zichzelf. Amnesty International tekende ook getuigenissen op van buitensporig dodelijk geweld van het Israëlische leger bij een bijeenkomst in Beitunia op 27 november.

Tegenhouden van medische hulp

Het tegenhouden van medische hulp door Israëlische strijdkrachten tijdens operaties in de bezette Palestijnse gebieden is een routinepraktijk die Amnesty International al jaren documenteert. Dit maakt deel uit van Israëls systeem van apartheid. Volgens het internationaal recht zijn de Israëlische strijdkrachten verplicht om ervoor te zorgen dat iedereen die gewond raakt door hun strijdkrachten toegang krijgt tot medische behandeling.

Amnesty International onderzocht vijf gevallen waarbij de Israëlische strijdkrachten ernstig gewonden belemmerden om noodzakelijke medische hulp te krijgen. Ook onderzocht de organisatie situaties waarin de Israëlische strijdkrachten schoten op Palestijnen die probeerden te helpen, waaronder medici die gewonden verzorgden. Eén van die gevallen is het doodschieten van Ali Abbasi.

Doodgeschoten toen hij wilde helpen

Ali Abbasi werd op 10 oktober door een patrouille-eenheid van de Israëlische grenspolitie in bezet Oost-Jeruzalem doodgeschoten. Hij was ongewapend en probeerde Abd Al-Rahman Faraj in veiligheid te brengen. Faraj was vlak daarvoor door diezelfde grenspolitie neergeschoten.

In de buurt waren confrontaties uitgebroken tussen Palestijnen en de Israëlische grenspolitie. Palestijnen gebruikten vuurwerk en de Israëlische troepen gebruikten scherpe munitie. Amnesty’s Crisis Evidence Lab verifieerde drie video’s waarop te zien is hoe vuurwerk de achterkant en zijkanten van een politieauto raakt. Een ooggetuige vertelde Amnesty dat hij zag hoe Israëlische troepen Ali Abbasi in het hoofd schoten toen hij Faraj probeerde weg te trekken. Israëlische soldaten bedreigden vervolgens mensen die de twee neergeschoten mannen wilden helpen. Ook hielden ze een ambulance tegen waardoor ze meer dan een uur op de grond lagen te bloeden.

Onderzoek naar oorlogsmisdrijven

‘Amnesty International documenteert al lange tijd onwettige moorden door Israëlische strijdkrachten en hoe deze passen in het systeem van apartheid waarin Palestijnen zijn opgesloten. Het is tijd dat de aanklager van het Internationaal Strafhof deze moorden en de misdaad van apartheid onderzoekt in zijn onderzoek naar de situatie in Palestina,’ zegt Erika Guevara-Rosas van Amnesty International.

Het internationaal recht vereist dat zieken, gewonden en medisch personeel worden gerespecteerd en beschermd. Het belemmeren van de toegang tot medische behandeling schendt het recht op gezondheid, het recht op veiligheid van de persoon, het recht op vrijwaring van marteling en wrede, onmenselijke en vernederende behandeling en kan leiden tot schendingen van het recht op leven.

Vuurwapens inzetten tegen het gooien van stenen of het verbranden van autobanden is volgens het internationaal recht geen gerechtvaardigde reactie. Het internationaal recht verbiedt het gebruik van dodelijk geweld tegen mensen die geen onmiddellijke dreiging van dood of ernstig letsel vormen. Het geweld gepleegd door de Israëlische strijdkrachten moet dan ook worden onderzocht als mogelijke oorlogsmisdaden.

Achtergrond

Sinds 7 oktober pleegt het Israëlische leger op de hele Westelijke Jordaanoever onophoudelijk onwettig geweld. Het leger voert bijna dagelijks invallen uit in het kader van zogenaamde zoek- en arrestatieoperaties.

Meer dan 54% van de 4.382 gewonde Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever raakten gewond tijdens dergelijke operaties, volgens OCHA, het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties. In het gebied werden in 2023 ten minste 507 Palestijnen gedood, onder wie ten minste 81 kinderen. Volgens OCHA is 2023 het dodelijkste jaar voor de Palestijnen, sinds het in 2005 begon met het registreren van slachtoffers. Tot eind januari 2024 zijn nog eens 61 Palestijnen gedood, waaronder 13 kinderen.

Roep op tot een permanent staakt-het-vuren.

Meer over dit onderwerp