Nederlanders kritisch over ongerichte communicatie-surveillance

Uit een vandaag verschenen representatieve opiniepeiling blijkt dat Nederlanders bijna net zoveel bezwaar maken tegen het Amerikaanse inbreken in buitenlandse computernetwerken, het aftappen van internetkabels en het afluisteren van satellieten als Duitsers, Brazilianen, Amerikanen, Australiërs, Zuid-Afrikanen of Filipino’s.

Van de Nederlandse respondenten is 73 procent van mening dat de Amerikaanse overheid het internetgebruik in Nederland niet zou moeten onderscheppen, opslaan of analyseren. Daarmee nemen de Nederlandse respondenten duidelijk stelling tegen het ongericht onderscheppen van internetverkeer door de Amerikaanse overheid.

Nu is het natuurlijk de vraag of dit onderscheppen van digitale communicatie direct, via de satellietschotels in het Friese Burum of via internetknooppunten zoals de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), plaatsvindt. Het is goed mogelijk dat het indirect gebeurt, via het delen van informatie door Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook kan je je afvragen of dit gerechtvaardigdheid was ten opzichte van het doel: het beschermen van de Amerikaanse nationale veiligheid. De interceptiekwestie is zo ingewikkeld dat zelfs één van de politiek verantwoordelijken, onze minister van Binnenlandse Zaken, er zo van in de war raakte, dat hij zich moest verantwoorden in de Tweede Kamer.

Maar zelfs de publieke legitimatie van het beschermen van Nederland tegen interne en externe bedreigingen staat onder druk. Vorige week heeft de rechter na druk vanuit het maatschappelijk middenveld de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking gesteld. Ook bleek uit de Amnesty-enquête, die tussen 4 en 11 februari onder 1006 personen werd gehouden, dat Nederlanders anno 2015 kritisch zijn over ongerichte communicatie-surveillance en het onderscheppen van gegevens door inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Een meerderheid van de respondenten (58 procent) vindt dat de Nederlandse overheid zich niet moet inlaten met het onderscheppen, opslaan en analyseren van hun communicatie via internet en mobiele telefoons. Ook is 56 procent van mening dat technologiebedrijven internetcommunicatie moeten beveiligen, zodat de inhoud van de gegevens (zoals e-mails, app-berichten of sociale media-activiteiten) niet zonder toestemming van de gebruikers toegankelijk is. In andere woorden: de Amnesty-opiniepeiling geeft aan dat Nederlanders kritisch zijn ten aanzien van surveillance en interceptie door de overheid en dat ze versleuteling van onze communicatiegegevens door het bedrijfsleven toejuichen.

Sinds de onthullingen van Edward Snowden is bekend dat alledaagse e-mails, app- en sms-berichten, telefoongesprekken en gegevens over internet- en telefoongebruik worden verzameld, opgeslagen, bewerkt en gedeeld. Het blijkt dat Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten in samenwerking met buitenlandse collega’s, soms geholpen door private partijen, mensen in cyberspace ongericht monitoren. Het doet er dus niet toe of je een potentiële terrorist of een gewone burger bent: iedereen vormt een risico.

Innoverende technologie faciliteert weliswaar de schaal, de mate, de intensiteit en de snelheid waarmee communicatie-surveillance en -onderschepping plaatsvindt, maar de praktijken van de cyber inlichtingen- en veiligheidsdiensten lijken onbegrensd te zijn. Is het bijvoorbeeld werkelijk noodzakelijk dat de Amerikaanse NSA (National Security Agency) elke dag 200 miljoen verzamelde sms-berichten deelt met haar Engelse zusterorganisatie GCHQ (Government Communications Headquarters)?

Meer weten over surveillance? Lees de vijftien vragen en antwoorden op onze site

Raadpleeg de resultaten van de enquête.