Nederland spreekt Saudi-Arabië nog steeds niet publiekelijk aan op mensenrechtenschendingen

In september 2013 bracht Amnesty International het rapport Wie zwijgt, stemt toe? uit, over de Nederlandse inzet voor mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië. Terwijl de onderdrukking in het land toenam, bleef Nederland bijna automatisch voor ‘stille diplomatie’ kiezen, ook al was het effect van deze strategie niet bewezen. Uit de update op het rapport in 2014 bleek dat Nederland bleef zwijgen over de vervolging van mensenrechtenverdedigers. Wél woonde de EU rechtszaken in Saudi-Arabië bij. In de update van 2015 roept Amnesty op tot publieke uitspraken over de onderdrukking van mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië.

De mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië is het afgelopen jaar niet verbeterd: mensenrechtenverdedigers werden tot lange gevangenisstraffen veroordeeld, er was een grote stijging in het aantal executies, en het land begon een oorlog in Jemen waarbij het zich schuldig maakt aan grove mensenrechtenschendingen. Ondanks de prioriteit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid, blijft de inzet van Nederland op het gebied van mensenrechtenschendingen in Saudi-Arabië vaag en spreekt Nederland zich niet publiekelijk uit.

Mensenrechtenverdedigers en andere activisten

Negen mensenrechtenverdedigers werden in 2014 tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Onder hen leden van de Saudische Vereniging voor Politieke- en Burgerrechten (ACPRA), zoals Abdulrahman al-Hamid en Dr Abdulkareem al-Khoder, voor wie Amnesty actievoert. En Waleed Abu al-Khair. Hoewel de EU ook in 2015 een aantal rechtszaken bijwoonde, kwamen er geen verdere actie of publieke uitspraken over de veroordelingen. Als deze stap steeds uitblijft, wordt het bijwonen van rechtszaken een vrijblijvende actie die de Saudische autoriteiten niet serieus nemen, en dreigt de proceswaarneming bij te dragen aan de legitimering van een oneerlijke rechtsgang. Een zaak waar veel internationale aandacht voor was, was die van blogger Raif Badawi, die tot tien jaar cel, een hoge geldboete en duizend stokslagen was veroordeeld. Amnesty roept de minister van Buitenlandse Zaken al sinds 2013 op zich uit te spreken over deze zaak. Nadat Badawi in januari zijn eerste vijftig stokslagen kreeg, kwam er een verklaring van de minister met de vraag de lijfstraf niet uit te voeren. Er werd echter niet tot zijn vrijlating opgeroepen.

Doodstraf

In 2015 werden de meeste executies uitgevoerd sinds 1995: 151 in de eerste tien maanden van het jaar. De helft van het aantal executies in Saudi-Arabië is voor niet-dodelijke misdrijven, zoals drugsdelicten. Veel mensen hebben oneerlijke processen, zijn van buitenlandse afkomst en hebben geen hulp van een tolk. Daarnaast worden in Saudi-Arabië minderjarigen en mensen met verstandelijke handicaps geëxecuteerd. De Nederlandse autoriteiten hebben zich niet publiekelijk uitgelaten over deze sterke toename van executies. Amnesty voert op dit moment actie voor Ali al-Nimr, Abdullah Hasan al-Zaher en Dawood Hussein al-Marhoon die werden terdoodveroordeeld voor daden die ze als minderjarigen gepleegd zouden hebben. Dit gaat tegen internationale wetgeving in.

Conflict in Jemen

In maart 2015 begon een door Saudi-Arabië geleide coalitie met luchtaanvallen op Jemen. Uit Amnesty-onderzoek blijkt dat veel van deze aanvallen op burgerdoelen waren en in strijd zijn met het internationaal humanitair recht. Daarnaast zijn verboden clusterbommen gebruikt. Nederland heeft de Saudische overheid nog niet publiekelijk aangesproken op het grote aantal Jemenitische burgerslachtoffers als gevolg van deze luchtaanvallen.

Aanbevelingen

Er is een duidelijke trend van stilzwijgen vanuit de Nederlandse autoriteiten op het gebied van mensenrechtenschendingen in Saudi-Arabië, zowel in het land zelf (doodstraf, mensenrechtenverdedigers) als daarbuiten (conflict Jemen). Amnesty roept de Nederlandse regering op een duidelijk publiek standpunt in te nemen over de onderdrukking van mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië. Daaronder valt ook het publiekelijk uitspreken over de bijgewoonde rechtszaken. Ook moet er een concrete beleidsvisie komen, en een beter gecoördineerde en gezamenlijke EU-aanpak. Het vertrouwen tussen de EU en Saudische mensenrechtenverdedigers moet worden hersteld door adequaat en structureel contact met hen en hun eventuele advocaten.