Nederland laat Saudische mensenrechtenverdedigers in de kou staan

De vervolging van mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië is sterk toegenomen sinds begin 2011, maar een publieke reactie van de Nederlandse overheid blijft keer op keer uit.

Dat concludeert Amnesty International in het vandaag verschenen rapport ‘Wie zwijgt stemt toe? Het gebrek aan steun voor vervolgde Saudische mensenrechtenverdedigers’.

Een opinieonderzoek van onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van Amnesty International is een steun in de rug van het Amnesty-rapport: tweederde van de Nederlandse bevolking vindt dat Nederland mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië openlijk moet steunen.

Stille diplomatie

Amnesty International onderzocht voor het rapport Wie zwijgt stemt toe? wat Nederland sinds begin 2011 heeft gedaan voor mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië. Welke middelen zette Nederland in om invloed uit te oefenen in een aantal opvallende zaken van onderdrukking van mensenrechtenverdedigers? Wat blijkt: Nederland beperkte zich vrijwel alleen tot stille diplomatie. Dat kan soms effectief zijn, maar in het geval van Saudi-Arabië blijkt uit niets dat stille diplomatie werkt. Bovendien heeft de keuze voor het niet leveren van openlijke kritiek een negatief bijeffect: Nederland wekt de indruk de onderdrukking van de vrije meningsuiting in Saudi-Arabië niet zo erg te vinden.

Op 9 maart 2013 werden Mohammed Al-Qahtani en Abdullah Al-Hamid, medeoprichters van de mensenrechtenorganisatie ACPRA, veroordeeld tot respectievelijk tien en elf jaar cel, gevolgd door een evenlang reisverbod. ACPRA werd ontbonden. Er kwam geen publieke veroordeling van het vonnis door Nederland of de Europese Unie(EU). Beide ondernamen ook geen andere actie voor de mensenrechtenverdedigers en hun organisatie. Zo stuurden Nederland en de EU geen waarnemers naar de openbare hoorzittingen, ondanks herhaalde oproepen daartoe van Amnesty International, Saudische mensenrechtenverdedigers en Tweede Kamerleden.

Nederland meet met twee maten

Het rapport beschrijft ook de Nederlandse reactie op vergelijkbare mensenrechtenschendingen in andere landen. Opvallend is dat Nederland in landen als Iran, Egypte en Rusland regelmatig wél gebruikmaakt van middelen die zij in het geval van Saudi-Arabië niet inzet. Dat wekt de schijn van het meten met twee maten.

Door zich niet optimaal voor hen in te zetten, laat de Nederlandse overheid de Saudische mensenrechtenverdedigers in de kou staan. Het is hoog tijd dat Nederland zijn eigen beleid voor mensenrechtenverdedigers ook in Saudi-Arabië uitvoert. Stille diplomatie alléén heeft niet de gewenste resultaten opgeleverd. Het is daarom zaak ook andere methodes te proberen.

Klopjacht op mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië

De Saudische autoriteiten voeren sinds het begin van de opstanden in de Arabische regio een klopjacht op mensenrechtenverdedigers. Tientallen mensenrechtenverdedigers, politieke oppositieleden en anderen die opriepen tot hervormingen, zijn sinds begin 2011 gevangengezet. Organisaties die zich melden bij de autoriteiten krijgen geen vergunning, en wie zich zonder vergunning inzet voor de mensenrechten, wordt vervolgd. Van de kleine Saudische mensenrechtenbeweging blijft zo weinig over.

Amnesty’s aanbevelingen aan de Nederlandse regering

  • Zorg voor zichtbare erkenning van mensenrechtenverdedigers en hun werk.
  • Bezoek mensenrechtenverdedigers in de gevangenis en woon rechtszaken bij.
  • Betrek mensenrechtenverdedigers bij het werk voor de mensenrechten in Saudi-Arabië.
  • Bied praktische ondersteuning aan mensenrechtenverdedigers.
  • Wijs de Saudische autoriteiten op hun plicht mensenrechtenverdedigers te beschermen.

Lees het rapport Wie zwijgt stemt toe? Het gebrek aan Nederlandse steun voor vervolgde Saudische mensenrechtenverdedigers.