© YE AUNG THU/AFP/Getty Images

Myanmar: berecht militaire top voor misdaden tegen menselijkheid tegen Rohingya

Amnesty International heeft uitgebreid en geloofwaardig bewijs verzameld van de betrokkenheid van het hoofd van het leger van Myanmar, generaal Min Aung Hlaing, en twaalf andere hooggeplaatste militairen, bij misdaden tegen de menselijkheid. Deze schendingen zijn begaan tijdens de etnische zuivering van de Rohingya-bevolking in de noordelijke staat Rakhine.

  • Dertien officieren uit het leger van Myanmar speelden een belangrijke rol bij moord, verkrachting en deportatie van Rohingya
  • Veiligheidstroepen van Myanmar begingen negen verschillende typen misdaden tegen de menselijkheid; de legertop moet verantwoording afleggen
  • Internationaal Strafhof moet situatie Myanmar onderzoeken, met een doorverwijzing van de VN Veiligheidsraad naar het ICC

In het Amnesty-rapport, “We will destroy everything”: Military responsibility for crimes against humanity in Rakhine State, Myanmar, wordt opgeroepen de situatie in Myanmar te verwijzen naar het Internationale Strafhof (ICC) voor onderzoek en vervolging.

‘De uitbarsting van geweld – zoals moord, verkrachting, marteling, platbranden van huizen en uithongering – door het leger in de staat Rakhine was geen actie van individuele soldaten of eenheden’, zegt Matthew Wells, crisis adviseur van Amnesty International. ‘Er is een stapel aan bewijs dat dit onderdeel was van een goed georganiseerde, systematische aanval op de Rohingya-bevolking.’

‘Degenen met bloed aan hun handen – tot aan bevelhebbers in de top zoals generaal Min Aung Hlaing – moeten verantwoording afleggen voor hun rol in het toezicht houden op of het uitvoeren van misdaden tegen de menselijkheid en andere ernstige mensenrechtenschendingen onder international recht.’

Verzamelen van bewijsmateriaal

In het rapport worden ook negen militairen van de Tatmadaw – het leger van Myanmar – en drie van de grenspolitie (Border Guard Police, BGP) genoemd voor hun rol bij de etnische zuivering. Het rapport documenteer hoe het leger van Myanmar na 25 augustus 2017 meer dan 702.000 Rohingya het land uitdreef. Dit is meer dan 80% van de Rohingya-bevolking die in de noordelijke staat Rakhine woonde.

© K M ASAD/AFP/Getty Images

In het rapport staat nieuwe informatie over de organisatiestructuur van de legertop en hoe de troepen werden ingezet. Ook wordt beschreven hoe de veiligheidstroepen Rohingya-mannen en -jongens een aantal weken voor het begin van de crisis arresteerden, martelden en lieten verdwijnen. De andere kant komt ook aan bod: de schendingen die de gewapende Rohingya-groepering ARSA (Arakan Rohingya Salvation Army) beging, worden in detail beschreven.

Het rapport komt na negen maanden intensief onderzoek in Myanmar en Bangladesh. Het onderzoek is gebaseerd op meer dan 400 interviews, satellietbeelden, foto’s en video’s, en analyses van forensisch materiaal en wapens. De veiligheidstroepen van Myanmar hebben zich schuldig gemaakt aan negen van de elf typen misdaden tegen de menselijkheid, zoals vastgelegd in het verdrag van Rome van het ICC, zoals verkrachting en moord.

Gevechtseenheden ingezet om ‘alles te vernietigen’

In de weken voorafgaand aan 25 augustus 2017, bracht de legertop de sterkste gevechtseenheden over naar Rakhine. Deze troepen (33e en 99e battaljons van de zgn. Light Infantry Divisions (LIDs)) zijn berucht om schendingen begaan in de staten Kachin en Shan. Amnesty documenteerde hierover in eerdere rapporten.

Daarnaast waren leden van de grenspolitie (BGP) betrokken bij marteling van Rohingya-jongens en -mannen. Sommige gevangenen stierven aan de martelingen. Slachtoffers vertelden hoe ze werden geslagen, verbrand, verkracht en waterboarding moesten ondergaan. Ook zijn baarden afgebrand en geslachtsdelen in brand gezet. Een boer uit een dorp in Rathedaung vertelde Amnesty-onderzoekers: ‘Ik stond met mijn handen op mijn rug vastgebonden. Ze trokken mijn longyi (sarong) uit en staken een kaars aan onder mijn penis. Een soldaat van de BGP hield de kaars vast, zijn baas gaf de bevelen. Ze zeiden, “Vertel de waarheid of je gaat sterven.”’

Verantwoording aan de top

Uit vertrouwelijke documenten over het leger van Myanmar blijkt dat tijdens militaire operaties zoals in Rakhine, de grondtroepen opereren onder het stricte bevel van commandanten aan de top. Hooggeplaatste legerleiders zoals Min Aung Hlaing, reisden net vóór of tijdens de etnische zuiveringen af naar Rakhine om delen van de militaire operatie te leiden.

Hieruit blijkt dat de legertop van Myanmar van de misdaden tegen de menselijkheid op de hoogte moet zijn geweest. En dat het zijn macht niet heeft ingezet om deze schendingen te voorkomen of te stoppen. Het probeerde zelfs de meeste schendingen in de doofpot te stoppen en goed te praten.

Tijd om verantwoording af te leggen

Door internationale druk zagen de autoriteiten van Myanmar zich gedwongen een ‘onafhankelijke onderzoekscommissie’ in te stellen om de beweringen van mensenrechtenschendingen te onderzoeken. Eerdere door de overheid en militairen geleide onderzoeken leiden slechts tot doofpotaffaires. De internationale gemeenschap moet zich door deze onderzoekscommissie niet laten afleiden, en nu eindelijk een einde maken aan jarenlange straffeloosheid. De VN-Veiligheidsraad moet de situatie in Myanmar doorverwijzen naar het Internationale Strafhof (ICC), en een wapenembargo voor Myanmar instellen. Tegen de hoge officieren uit het leger moeten financiële sancties worden ingesteld.

Bekijk een overzicht van de situatie op deze interactieve kaart.

 

De onderzoeksmissie naar Bangladesh en Myanmar voor dit rapport is werk van de Crisis Response Unit  en wordt mede mogelijk gemaakt door de deelnemers aan de Nationale Postcode Loterij.