Moslims in Europa gediscrimineerd wegens uitoefenen geloof

Europese regeringen moeten meer doen om de negatieve stereotypen en vooroordelen over moslims in vooral het onderwijs en op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Dat stelt Amnesty International in het vandaag verschenen rapport Choice and Prejudice: Discrimination against Muslims in Europe.

Werkgevers weigeren moslimvrouwen een baan; meisjes mogen niet deelnemen aan lessen op school omdat ze traditionele kleding dragen zoals een hoofddoek. Mannen kunnen worden ontslagen omdat ze een baard dragen die geassocieerd wordt met de Islam.

Het rapport belicht de impact die discriminatie op grond van religie of geloof heeft op moslims, met name als het gaat om werkgelegenheid en onderwijs. Het richt zich op België, Frankrijk, Nederland, Spanje en Zwitserland, landen waar Amnesty International al eerder wees op problemen zoals beperkingen op de bouw van gebedshuizen en het verbod op gezichtsbedekkende kleding.

‘Het dragen van religieuze en culturele symbolen en kleding is onderdeel van het recht op vrijheid van meningsuiting. Ook maakt het deel uit van het recht op godsdienstvrijheid. Deze rechten moeten door alle geloven in gelijkheid kunnen worden genoten’, aldus Amnesty International. ‘Iedereen heeft het recht de eigen culturele of religieuze achtergrond te uiten via bepaalde vormen van kleding; tegelijkertijd mag niemand worden gedwongen dit te doen. Dit laatste mag echter geen reden zijn om tot een algemeen verbod op bepaalde vormen van kleding te komen. Dan zou het recht van een individu om te kiezen wat hij of zij draagt in het gedrang komen.’

Het rapport benadrukt dat Belgische, Franse en Nederlandse wetgeving die discriminatie op de arbeidsmarkt verbiedt niet altijd op de juiste manier wordt geïmplementeerd. Het wordt werkgevers toegestaan te discrimineren omdat religieuze of culturele symbolen zouden botsen met de mening of gevoelens van cliënten of werknemers, of omdat het imago of de “neutraliteit” van een bedrijf anders zou worden geschaad. Dit alles is in directe strijd met anti-discriminatie wetgeving van de Europese Unie, die alleen verschil in behandeling van personeel toestaat als dit voortvloeit uit de specifieke aard van het beroep en de betrokken werkzaamheden.

Onderwijs

In het onderwijs is sprake van discriminatie. In de afgelopen tien jaar is het leerlingen in België, Frankrijk, Nederland, Spanje en Zwitserland verboden op school een hoofddoek of andere religieuze of traditionele kleding te dragen. ‘Elke beperking op het dragen van religieuze of culturele symbolen en kleding moet op individuele basis worden getoetst. Met een algemeen verbod wordt de toegang van moslimmeisjes tot het onderwijs mogelijk beperkt en het recht op vrijheid van meningsuiting en geloofsbeleving geschonden’, stelt Amnesty International

Gebedsplaatsen

Hoewel staten de plicht hebben het recht op godsdienstvrijheid te beschermen, te respecteren en uit te voeren, is het recht op het bouwen van islamitische gebedshuizen in sommige Europese landen sterk ingeperkt. Zo is in 2010 een artikel in de Zwitserse grondwet opgenomen dat de bouw van minaretten verbiedt. Hiermee wordt aan anti-Islam stereotypen een platform geboden en komt Zwitserland internationale verplichtingen niet na.

In de Spaanse regio Catalonië zien moslims zich gedwongen in de buitenlucht te bidden, omdat bestaande gebedshuizen te klein zijn om alle gelovigen plek te bieden. Verzoeken om moskeeën te bouwen worden afgewezen als onverenigbaar met het respect voor Catalaanse tradities en cultuur. Dit druist in tegen de godsdienstvrijheid, waar ook het recht op collectieve geloofsbeoefening in passende ruimtes onder valt.