
Massale ontheemding Palestijnen na Israëls verwoestende operatie op de Westelijke Jordaanoever
Het Israëlische leger heeft tienduizenden Palestijnen ontheemd door huizen en essentiële civiele infrastructuur in de vluchtelingenkampen van Jenin en Tulkarem te vernietigen, waardoor deze onbewoonbaar zijn geworden. Het is onderdeel van de voortdurende brute militaire operatie op de bezette Westelijke Jordaanoever, aldus Amnesty International.
Op 5 juni herdenken Palestijnen Naksa-dag, de gedwongen ontheemding van ongeveer 300.000 Palestijnen tijdens de oorlog van juni 1967, toen Israël de Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem) en de Gazastrook bezette. Het is nu 58 jaar later. In de afgelopen vier maanden tijd leidde de militaire operatie van Israël tot de grootste ontheemding van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever sindsdien.
Het Israëlische leger heeft tanks ingezet, luchtaanvallen uitgevoerd, gebouwen vernietigd, wegen en infrastructuur opgebroken en uitgebreide beperkingen opgelegd aan de bewegingsvrijheid via controleposten en wegversperringen. Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid doodden Israëlische troepen tussen 21 januari en 4 juni minstens tachtig Palestijnen in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Onder hen zijn veertien kinderen.
In de schaduw van de genocide
“Israëls dodelijke militaire operatie op de Westelijke Jordaanoever voltrekt zich in de schaduw van de genocide in de Gazastrook. De gevolgen voor tienduizenden ontheemde Palestijnen zijn catastrofaal. Zij worden geconfronteerd met een snel escalerende crisis zonder uitzicht op terugkeer. Het onwettig verplaatsen van beschermde personen is een ernstige schending van de Vierde Geneefse Conventie en een oorlogsmisdrijf,” aldus Erika Guevara Rosas van Amnesty International.
“Israël moet onmiddellijk een einde maken aan illegale praktijken die leiden tot gedwongen ontheemding van Palestijnen. Onder deze praktijken zijn aanvallen op woonwijken, vernietiging van eigendommen en infrastructuur, en verstrekkende beperkingen op toegang en bewegingsvrijheid. Sommige van deze maatregelen komen neer op collectieve bestraffing, wat verboden is volgens de Vierde Geneefse Conventie.”
De acties maken deel uit van een bredere strategie van illegale Israëlische maatregelen en praktijken gericht op het onteigenen, domineren en onderdrukken van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever onder Israëls nietsontziende systeem van apartheid.
Gesloten militaire zones
Leden van volkscomités uit Jenin, Nur Shams en Tulkarem meldden Amnesty International dat naar schatting veertigduizend bewoners zijn ontheemd. De helft van hen is afkomstig uit het vluchtelingenkamp van Jenin.
Door Amnesty geverifieerde videobeelden tonen grootschalige sloop van woningen en schade aan eigendommen en infrastructuur van burgers in de kampen. Ook het aantal arrestaties is sterk gestegen. Volgens de Palestijnse Commissie voor Gedetineerden zijn ongeveer duizend Palestijnen gearresteerd sinds het begin van de operatie: zevenhonderd in Jenin en driehonderd in Tulkarem.
Het Israëlische leger verklaarde Jenin, Nur Shams en Tulkarem tot gesloten militaire zones. Troepen voorkomen dat bewoners toegang krijgen tot hun huizen, of wat daarvan is overgebleven. Getuigen meldden dat Israëlische troepen het vuur openen op burgers die proberen terug te keren om te zien wat er van hun eigendommen over is, of om persoonlijke spullen te halen.
Op 21 mei openden Israëlische soldaten zelfs het vuur op een diplomatieke delegatie van vertegenwoordigers uit meer dan twintig landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Canada, China en Rusland, die het vluchtelingenkamp van Jenin bezochten.
‘Meest verwoestende’ operatie in decennia
Israëls militaire operatie begon op 21 januari in het vluchtelingenkamp van Jenin. Ze breidde zich op 27 januari uit naar de kampen in Tulkarem, en vervolgens naar de stad Tammoun en het kamp Al-Far’ah. Het leger trok zich op 12 februari terug uit Al-Far’ah, maar in Jenin en Tulkarem blijven troepen gestationeerd.
Op 23 februari werden voor het eerst in meer dan twintig jaar Israëlische tanks ingezet in Jenin. Dezelfde dag gaf de Israëlische minister van Defensie het leger opdracht ‘zich voor te bereiden op een langdurig verblijf in de ontruimde kampen’, en te voorkomen dat bewoners terugkeren. Israëlische media meldden dat het leger verwacht maanden in de kampen te blijven. Honderden soldaten blijven er voor ‘monitoring’.
Op 22 maart 2025 verklaarde de VN-vluchtelingenorganisatie UNRWA dat de operatie ‘veruit de langste en meest verwoestende is op de bezette Westelijke Jordaanoever sinds de tweede intifada in de jaren 2000’.
Sloop van huizen en vernietiging van infrastructuur
Het Israëlische leger vernietigde systematisch honderden woningen in de vluchtelingenkampen en aangrenzende wijken. Dat gebeurde tijdens militaire operaties of met sloopbevelen. Volgens het Palestijns Centrum voor Mensenrechten (PCHR) zijn alleen al in het kamp van Jenin honderden huizen volledig vernietigd. Vele andere zijn zwaar beschadigd en daardoor onbewoonbaar. In maart kondigde Israël plannen aan om 66 huizen in Jenin te slopen. Op 1 mei werden verdere sloopbevelen uitgevaardigd voor 106 woningen in de Tulkarem-kampen.
Crisis Evidence Lab
Het Crisis Evidence Lab van Amnesty verifieerde 25 video’s waarop vernieling van civiele eigendommen door Israëlische troepen te zien is. De beelden tonen gesloopte gebouwen, vernielde wegen en voertuigen, en puin waar eens woningen stonden. In veel gevallen lijken troepen gebouwen te hebben verwijderd om wegen te verbreden of nieuwe aan te leggen.
Amnesty analyseerde ook 32 aanvullende video’s en foto’s van bewoners die schade aan woningen en persoonlijke bezittingen documenteren: kapotte ramen, vernield meubilair, opengebroken deuren, overhoop gehaalde kasten en achtergelaten voedsel. ‘De schade is zo groot dat het maanden duurt voordat de kampen weer bewoonbaar zijn,’ aldus Nihad Shaweesh van het volkscomité van Nur Shams.
Een moeder van zes kinderen uit Jenin vertelde dat ze foto’s kreeg waarop te zien was dat haar huis was vernietigd: “Ik herkende meteen de lakens van mijn kinderen. Ik kon het niet geloven. Ons huis en onze auto zijn volledig vernield. Ik was in shock en kon alleen maar huilen.” Ibraheem Khalifa uit Nur Shams beschreef hoe zijn familie op 9 februari werd verdreven en hun appartementen werden gesloopt: “Deze appartementen hebben we met onze eigen handen gebouwd. Hier zijn we opgegroeid en in dit huis liggen al onze herinneringen: huwelijken, feesten, verdriet. Nu is alles weg.”
Ook essentiële infrastructuur – wegen, waterleidingen, elektriciteit en communicatie – is systematisch vernietigd. De Palestijnse Rode Halve Maan bevestigt dat de wegen in de kampen ernstig beschadigd zijn.
Militarisering van kampen en beperking van bewegingsvrijheid
Toegang tot de vluchtelingenkampen is sterk ingeperkt, net als de vrijheid van beweging binnen de kampen. Israëlische troepen blokkeren ingangen en hoofdwegen met hekken, controleposten, aarden wallen en prikkeldraad.
Fatima Ali uit Nur Shams beschreef hoe Israëlische soldaten haar huis op 9 februari overnamen als militair uitkijkpunt, terwijl zij – ziek en niet mobiel – opgesloten zat in een kamer. “Ze bezetten mijn huis omdat je vanaf hier alle kanten op kunt kijken. Eerst sloten ze me op in mijn kamer. Toen ze iemand arresteerden, brachten ze hem naar mijn huis. Een paar uur later moest ik vertrekken van ze. Ik had hulpdiensten nodig om het kamp te verlaten omdat alle wegen verwoest waren.”
Tijdens de operatie zijn ook andere rechten geschonden, zoals het recht op onderwijs: veel kinderen missen weken school. In Tulkarem zijn meer dan 691 bedrijven vernietigd of gesloten. “Tulkarem is veranderd in een spookstad,” aldus Qais Awad van de Kamer van Koophandel van Tulkarem. “Boeren kunnen niet bij hun landbouwgrond en arbeiders komen niet door de checkpoints. De economische situatie is rampzalig.”
Dringende internationale actie vereist
“Het aanhoudende falen van de internationale gemeenschap om Israël verantwoordelijk te houden voor zijn schendingen tegen Palestijnen, met name het wrede systeem van apartheid en de onwettige bezetting, moedigt Israël aan tot verdere gruweldaden,” aldus Erika Guevara Rosas.
“Het advies van het Internationaal Gerechtshof van juli 2024 maakt overduidelijk: Israëls aanwezigheid in de bezette Palestijnse gebieden is onwettig en moet snel worden beëindigd. Staten moeten hun woorden omzetten in daden: het leveren van wapens en militaire steun aan Israël moet onmiddellijk stoppen. Ook economische activiteiten die kunnen bijdragen aan ernstige schendingen van het internationaal recht, moeten worden opgeschort. Staten moeten bovendien actief meewerken met het Internationaal Strafhof bij zijn onderzoek naar, en vervolging van, oorlogsmisdaden in Palestina. Als deze maatregelen uitblijven, help je Israël alleen maar om zijn apartheidsregime tegen de Palestijnen en zijn illegale bezetting nog meer te versterken.”