Demonstratie in Hongarije.
© Gergo Toth

Hongarije: politie moet buitensporig geweld tegen demonstranten stoppen

De Hongaarse politie moet stoppen met het inzetten van onnodig en buitensporig geweld, waaronder het gebruik van traangas, tegen vreedzame demonstranten.

Sinds woensdag 12 december gaan iedere avond duizenden demonstranten in Boedapest de straat op om te demonstreren tegen de overheid. De politie heeft onnodig en buitensporig geweld, waaronder traangas, ingezet tegen de vreedzame demonstranten. ‘De politie moet slechts geweld inzetten als het strikt noodzakelijk is en alleen nadat alle andere middelen om geweld in te perken zijn ingezet’, zegt Massimo Moratti, Amnesty’s Europa-directeur.

Zondagavond zijn twee oppositieleden onder dwang verwijderd uit het gebouw van de de Hongaarse publieke omroep MTVA. Dit laat zien dat de Hongaarse autoriteiten doorgaan met het aanpakken van iedere vorm van kritiek. Dit is een schending van het recht op vrijheid van meningsuiting.

Achtergrond

Vanaf woensdag 12 december gaan iedere avond duizenden mensen in Hongarije de straat op uit protest tegen de zogenaamde ‘Slavenwet’. Deze wet staat het werkgevers toe van hun werknemers te eisen jaarlijks tot 400 overuren te maken. Dat komt neer op een extra werkdag per week. Werkgevers hoeven dit overwerk pas na drie jaar uit te betalen. Het maximaal aantal overuren stond op 250 uur per week.

De demonstranten eisen het terugtrekken van de ‘Slavenwet’ en een aantal andere zaken zoals een onafhankelijk justitieel apparaat en onafhankelijke openbare media.

Eveneens op 12 december ging het parlement akkoord met de aanpassing van het rechtssysteem, wat de onafhankelijke rechtsspraak aantast.

Vanuit de internationale gemeenschap is er kritiek op de zogenoemde ‘migratie-belasting’-wet van Hongarije. Deze wet dwingt maatschappelijke organisaties waarvan wordt gedacht dat ze migratie ondersteunen, 25 procent belasting te betalen over buitenlandse financiering.

 

Lees meer over de mensenrechtensituatie in Hongarije.