
Hamas-veiligheidsdiensten moeten aanval op demonstranten in Gaza stoppen
De autoriteiten in de bezette Gazastrook moeten het recht op vreedzaam samenkomen en vrijheid van meningsuiting respecteren en stoppen met het onderdrukken van demonstranten. Dat stelt Amnesty International vandaag.
Amnesty verzamelde bewijzen voor een verontrustend patroon van bedreigingen, intimidatie en pesterijen in de afgelopen twee maanden. Veiligheidsdiensten van Hamas ondervragen en mishandelen mensen die vreedzaam demonstreren. Dit komt bovenop Israëls genocide op de Palestijnen, escalerende bombardementen en massale ontheemding.
Demonstraties
Sinds 25 maart organiseerden inwoners van Beit Lahia, een stad in het noorden van de Gazastrook, meerdere demonstraties om een einde te eisen aan de genocide en onwettige ontheemding door Israël. Honderden, zo niet duizenden Palestijnen, kwamen op deze demonstraties af. Demonstranten scandeerden slogans en hielden borden omhoog met kritiek op de door Hamas geleide autoriteiten in Gaza. Hierbij riepen sommige mensen op tot een einde aan het bewind van Hamas. In het vluchtelingenkamp Jabalia, Shuja’iya en Khan Younis vonden kleinere protesten plaats. Daar riepen demonstranten ook leuzen tegen specifieke Hamas-leiders.
“De Hamas-autoriteiten moeten onmiddellijk stoppen met alle repressieve maatregelen tegen Palestijnen die moedig en openlijk hun afkeer van de praktijken van Hamas in Gaza uiten”, reageert Erika Guevara- Ross van Amnesty International. “Berichten over mishandeling, bedreigingen en ondervragingen zijn zeer zorgwekkend en vormen een ernstige schending van het recht op vrijheid van meningsuiting en dat op vreedzame vergadering.”
“Het is afschuwelijk en beschamend dat terwijl Palestijnen in Gaza gruweldaden door Israël moeten doorstaan, de Hamas-autoriteiten hun lijden nog verergeren door mensen die simpelweg zeggen ‘we willen leven’ nog meer te bedreigen en te intimideren.”
Interviews met demonstranten
Amnesty International sprak met twaalf mensen – tien mannen en twee vrouwen – die meededen aan of protestacties organiseerden. Ook spraken de onderzoekers met familieleden van drie andere demonstranten die zeiden bedreigingen te hebben ontvangen dat hun familie iets zou worden aangedaan als ze zouden blijven demonstreren.
De geïnterviewden beschreven incidenten waarbij demonstranten die demonstreerden zonder formele procedure werden opgeroepen voor verhoor. Zij werden met stokken geslagen en in sommige gevallen bedreigd met de dood. Veel mensen zeiden bang te zijn voor meer onderdrukking. Sommige familieleden van demonstranten vertelden over bedreigingen en geweld tegen hun geliefden.
“Voor collaborateur uitgemaakt terwijl mijn familie is uitgeroeid”
Een inwoner van al-Atatra in Beit Lahia, wiens familie vorig jaar bij een Israëlische luchtaanval werd gedood, zei tegen Amnesty International: “We hebben recht op een waardig leven. We zijn gaan demonstreren omdat we een oplossing willen voor ons lijden. Niemand heeft ons opgehitst of gezegd dat we moesten protesteren. Mensen protesteren omdat ze niet kunnen leven, ze willen verandering. De veiligheidstroepen bedreigden en sloegen ons en beschuldigden ons van verraad. Alleen maar omdat we onze stem lieten horen. We zullen blijven protesteren, ongeacht het risico.”
Dezelfde inwoner werd na een demonstratie op 16 april samen met een paar buurtgenoten door leden van de veiligheidsdiensten van Hamas opgeroepen voor verhoor. Ze werden naar een geïmproviseerd detentiecentrum gebracht. Hier sloegen ongeveer 50 gewapende mannen in burgerkleding hen.
“Ik werd geslagen op mijn nek, op mijn rug, met houten stokken op mijn nek. Ze schreeuwden tegen me… Ze beschuldigden me ervan een verrader te zijn, een collaborateur van de Mossad [de Israëlische inlichtingendienst]. “
“Het was vreselijk om voor collaborateur te worden uitgemaakt, terwijl je familie is uitgeroeid”, zei hij. Hij voegde eraan toe: “De regering in Gaza heeft haar burgers in de steek heeft gelaten. De mensen weten weliswaar dat Israël verantwoordelijk is, maar hebben ook het gevoel dat de Hamas-autoriteiten hun lijden niet ‘zien’.”
Na bijna vier uur detentie en ondervraging werd hij vrijgelaten en kreeg hij een verbod om nog aan demonstraties deel te nemen.
We willen overleven
Een andere demonstrant zei:“Hier in Beit Lahia zijn we erg gehecht aan ons land… dus toen we werden verdreven, was het alsof iemand ons hele leven van ons afnam. We riepen onze buren en vrienden op om te protesteren na het evacuatiebevel, omdat we bang waren voor een nieuwe verdrijving. Het was een protest tegen de bezetting en ook tegen Hamas. We wilden dat ze naar ons luisterden.”
Hij zei dat de demonstranten aanvankelijk hadden opgeroepen tot het beëindigen van de genocide door Israël, het instellen van een staakt-het-vuren en het openen van de grensovergangen naar Gaza. Veel mensen begonnen echter tegen Hamas te scanderen omdat “de mensen boos en het zat zijn”. Hij vertelde Amnesty International dat hij meerdere keren was opgeroepen voor verhoor, maar weigerde mee te gaan totdat op 17 april personen die banden hadden met de veiligheidsdiensten van Hamas bij hem thuiskwamen.
“Ze sloegen me met stokken en sloegen me in mijn gezicht. Het was niet erg hard, ik denk dat het meer een dreigement was. Daarvoor, na een protest, kwam iemand die bij hen hoorde naar me toe en dreigde me in mijn voeten te schieten als ik zou blijven protesteren”, zei hij.
Tijdens het verhoor werd hij ervan beschuldigd te zijn gerekruteerd door het hoofd van de inlichtingendienst van de Palestijnse autoriteiten in Ramallah en te worden betaald door de Israëlische inlichtingendienst.
“Het is allemaal onzin”, zei hij. “Ze weten dat het onzin is. Ja, ik voel me verbonden met Fatah [de andere grote Palestijnse politieke partij], maar in Gaza gaat het nu niet om Hamas en Fatah. We willen overleven; we willen leven.”
Andere inwoners van Beit Lahia zeiden dat de autoriteiten hen bedreigd hadden, maar niet tot fysiek geweld waren overgegaan.
Amnesty’s oproep
“De autoriteiten in Gaza moeten vreedzame demonstranten, dissidenten en journalisten hun rechten laten uitoefenen zonder intimidatie, pesterijen of geweld. Het ondervragen van demonstranten moet onmiddellijk stoppen. Diegenen die verantwoordelijk zijn voor geweld of bedreigingen moeten ter verantwoording worden geroepen. De autoriteiten in Gaza moeten de rechten van de mensen in Gaza respecteren en hen beschermen, nu hun voortbestaan op het spel staat”, aldus Erika Guevara-Ross van Amnesty International.
Achtergrond
Het recente harde optreden tegen protesten in de bezette Gazastrook vindt plaats tegen de achtergrond van de voortdurende genocide door Israël en een ongekende humanitaire crisis. Op 2 maart stopte Israël de levering van humanitaire hulp en andere onmisbare goederen voor het overleven van burgers volledig. De totale belegering van Gaza duurt nu 77 dagen. Israël versoepelde die belegering onder internationale druk iets, maar onvoldoende. De aanhoudende strenge beperkingen zijn een duidelijke en berekende poging om meer dan twee miljoen burgers collectief te straffen en bij te dragen aan het creëren van levensomstandigheden die leiden tot de fysieke vernietiging van de Palestijnen in Gaza.
Sinds Hamas in 2007 de macht greep in Gaza en een parallel veiligheids- en wetshandhavingsapparaat oprichtte, heeft de organisatie strenge beperkingen opgelegd aan de vrijheid van vereniging, meningsuiting en vreedzame vergadering. Hamas reageerde met buitensporig geweld op verschillende protestbewegingen, met name in 2019, houdt regelmatig dissidenten vast en martelt ze.