De heksenjacht van president Poetin

De systematische ondermijning en schending van het recht op vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging zijn kenmerkend voor het beleid dat president Poetin voert ten aanzien van de mensenrechten in het eerste jaar van zijn derde termijn als president van Rusland, zegt Amnesty International in een vandaag gepubliceerd rapport.

De golf van protest na de parlementsverkiezingen in december 2011 en de presidentsverkiezingen in mei 2012, heeft geleid tot het verder inperken van deze rechten. Twee nieuwe wetten en elf geamendeerde wetten hebben als doel een einde te maken aan het uiten van afwijkende meningen, aan kritiek en protest.

Veranderde wetgeving

In het rapport van Amnesty International, ‘Freedom under threat: The clampdown on freedom of expression, assembly and association in Russia’ wordt de  veranderde wetgeving geanalyseerd en worden een aantal gevallen beschreven waarin Rusland zijn internationale juridische verplichtingen niet nakomt.

‘Het doel van deze veranderingen in wetgeving zou het handhaven van de openbare orde en de bescherming van de rechten van burgers moeten zijn. Het tegenovergestelde wordt bereikt: prominente critici van de overheid, oppositieleden, en demonstranten zien hun rechten het afgelopen jaar juist ingeperkt,’ zegt John Dalhuisen, directeur Europa en Centraal-Azië van Amnesty International.

Demonstraties worden geregeld verboden of onrechtmatig uiteengedreven. Dit was onder meer het geval bij de demonstraties op het Pushkinskaya- en Lubianskaya-plein in maart 2012, het mei protest op het Bolotnaya-plein, als bij de bijeenkomsten van de ‘Strategie 31-beweging’ en de ‘wandelingen’ in mei 2012. Hier werd door de politie buitensporig geweld gebruikt en werden willekeurige arrestaties verricht.

‘Staten zijn verplicht om vrijheid van vergadering te garanderen. De huidige onhoudbare positie van de Russische autoriteiten is dat demonstraties die hun goedkeuring niet hebben, ook niet plaats zouden moeten vinden. Een incidentele uitzondering bevestigd enkel de regel,’ volgens Dalhuisen.

Taal van de Koude Oorlog

In 2012 is een wet geïntroduceerd waarvan de tekst doet denken aan de Koude Oorlog. Zij verplicht organisaties die financiering uit het buitenland ontvangen zichzelf te registeren als ‘buitenlandse agenten’, indien zij zich bezighouden met niet nader gedefinieerde ‘politieke activiteiten’. Deze wet en de recente ‘Dima Yakovlev-wet’ beperken de financiering van ngo’s vanuit het buitenland. Dit leidt tot beperking aan de vrijheid van vereniging, wat in strijd is met internationale mensenrechtenstandaarden.

Een reeks inspecties bij ngo’s, meer dan tweehonderd sinds begin 2013 in vijftig regio’s van Rusland, heeft belangrijke Russische mensenrechtenorganisaties als Memorial getroffen.

De eerste ngo die voor de rechter is verschenen op verdenking van schending van de buitenlandse agenten-wet is Golos. Deze organisatie speelde een prominente rol in het waarnemen bij verkiezingen. Zij rapporteerde over beschuldigingen van verkiezingsfraude in de parlementaire verkiezingen van 2011 en de presidentiële verkiezingen van 2012.

Een groot aantal nieuwe en gewijzigde wetten leidt tot de inperking van de vrijheid van meningsuiting. De verruiming van de definitie van verraad bijvoorbeeld, kan gemakkelijk worden ingezet om Russische mensenrechtenverdedigers en andere activisten uit het maatschappelijk middenveld te vervolgen als zij samenwerken met internationale organisaties.

Belangen van enkeling boven de rechten van velen

‘De nieuwe beperkingen om buitenlandse financiering en invloeden te beperken van ngo’s in Rusland wordt herhaaldelijk gerechtvaardigd door de behoefte om de stabiliteit van het land te waarborgen en het land te beschermen tegen vijandige buitenlandse belangen. Deze retoriek is bekend bij repressieve regimes, en niet nieuw in Rusland. Maar terwijl het debat over stabiliteit wellicht weerklank vond in de vroege jaren van Poetin’s presidentschap, is het in toenemende mate een middel om de belangen van een enkeling te bevorderen, boven de rechten van velen,’ stelt Dalhuisen.

‘Kort na zijn inauguratie sprak president Poetin zich uit voor grotere participatie van burgers in publieke aangelegenheden. De huidige maatregelen lijken echter veel op een heksenjacht tegen afwijkende of kritische geluiden, terwijl het maatschappelijk middenveld verstikt dreigt te raken en geïsoleerd, deze keer niet achter een ijzeren gordijn, maar achter een juridisch gordijn,’ aldus Dalhuisen.

‘Maatschappelijke betrokkenheid is waardevol sociaal kapitaal, en het is in Ruslands belang om daarin te investeren. De huidige overheid verstikt deze betrokkenheid door een breed scala van schendingen van het recht op vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging. Daar moet zo spoedig mogelijk een einde aan komen.’

Lees het rapport Freedom under threat: The clampdown on freedom of expression, assembly and association in Russia