
Chaotische vluchtelingenstroom uit Gaza-Stad onder onmenselijke omstandigheden
Sinds half augustus heeft Israël zijn brute offensief op Gaza-Stad opgevoerd. Dit heeft een nieuwe, rampzalige fase van massale gedwongen verplaatsingen ontketend. Honderdduizenden Palestijnen – van wie velen al meerdere keren ontheemd zijn geraakt – zijn gedwongen te vluchten naar overvolle enclaves in het zuiden van de bezette Gazastrook. Daar hebben ze geen toegang tot schoon water, voedsel, medische zorg, onderdak en levensreddende infrastructuur.
Het Israëlische leger heeft een reeks maatregelen genomen om paniek te zaaien onder de inwoners van de stad en hen bewust met geweld te verdrijven naar onveilige gebieden, die niet zijn uitgerust om hen op te vangen. Deze tactieken omvatten het uitvaardigen van onwettige en ingrijpende, massale verplaatsingsbevelen, het vernietigen van woongebouwen met meerdere verdiepingen, waar honderden ontheemde gezinnen onderdak hebben gevonden, het inzetten van exploderende, op afstand bestuurbare voertuigen om gebouwen en infrastructuur te slopen, en het intensiveren van luchtbombardementen op reeds overbevolkte wijken en vluchtelingenkampen.
“Omdat Israël zijn verwoestende aanvallen opvoert, lijkt het vastbesloten om Gaza-Stad te vernietigen, de hele bevolking opzettelijk te verdrijven, grote delen van de stad met de grond gelijk te maken en de volledige controle over te nemen,” zegt Erika Guevara Rosas van Amnesty International. “Al bijna 2 jaar worden Palestijnse burgers in de hele Gazastrook gebombardeerd, uitgehongerd en onderworpen aan golf na golf van massale gedwongen verplaatsingen, terwijl Israël zijn genocide voortzet. Het opzettelijk veroorzaken van nóg een verwoestende golf van massale verplaatsingen te midden van dit lijden is niet alleen onmenselijk, het is ook een duidelijke schending van het internationaal recht.”
‘Achterblijvers zijn terroristen’
Op 1 oktober kondigde het Israëlische leger aan dat het het verkeer op de Al-Rashid-weg (kustweg) van zuid naar noord tegen de middag zou blokkeren. Dat betekende dat ontheemden niet zouden kunnen terugkeren, en dat ook de weinige transportvoertuigen die beschikbaar waren voor het vervoer van ontheemden en hun bezittingen er niet meer door zouden kunnen. Enkele uren later gaf de Israëlische minister van Defensie, Israel Katz, de volgende verklaring af op X (voorheen Twitter): “Dit is de laatste kans voor inwoners van Gaza die dat willen om naar het zuiden te trekken en de Hamas-terroristen in Gaza-Stad zelf geïsoleerd achter te laten, oog in oog met het Israëlische leger dat op volle kracht doorgaat met zijn acties. Degenen die in Gaza [Stad] blijven, zijn terroristen en aanhangers van terrorisme.”
“De straffeloosheid van de Israëlische leiders is zo groot dat de minister van Defensie van het land zonder schaamte een openbare verklaring kan afleggen die in feite een van de kernbeginselen van het internationaal humanitair recht tenietdoet: de verplichting om te allen tijde onderscheid te maken tussen burgers en militaire doelen,” zegt Guevara Rosas. “Door te dreigen dat de honderdduizenden mensen die in Gaza-Stad achterblijven zullen worden behandeld als ‘terroristen’ en ‘terrorisme-aanhangers’, geeft de Israëlische minister van Defensie in feite groen licht voor oorlogsmisdrijven, waaronder het aanvallen van burgers en het opleggen van collectieve straffen.”
Honderdduizenden in de val
Ziekenhuizen en zorginstellingen in Gaza-Stad bezwijken en humanitaire organisaties, waaronder Artsen zonder Grenzen en het Internationale Comité van het Rode Kruis, zijn als gevolg van de recente escalatie gedwongen hun activiteiten in de stad op te schorten.
Hoewel er geen exacte cijfers zijn over het aantal mensen dat Gaza-Stad sinds half augustus gedwongen heeft moeten verlaten, meldde het bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA) dat het meer dan 400.000 verplaatsingen van het noorden naar het zuiden van Gaza heeft geregistreerd, voornamelijk naar Deir al-Balah en Khan Younis. De vluchtelingenstromen zijn vooral sinds 5 september sterk toegenomen. Toen kondigde het Israëlische leger een operatie aan die gericht was op hoge gebouwen. Deze operatie werd meteen na de aankondiging gestart en op 9 september gevolgd door een massaal evacuatiebevel voor heel Gaza-Stad.
Maar honderdduizenden burgers zitten nog steeds vast Gaza-Stad en het noorden van de Gazastrook, terwijl Israël blijft bombarderen. Velen kunnen niet vluchten omdat ze de transportkosten niet kunnen betalen of omdat het kleine gebied dat door Israël is aangewezen voor evacuatie overvol is en ongeschikt voor menselijke bewoning. Voor mensen met een handicap, ouderen en mensen die hun ondersteuningsnetwerken al lang hebben uitgeput, is er in feite geen andere keuze dan te blijven waar ze zijn.
Recht op bescherming
“Of mensen nu in Gaza-Stad blijven omdat ze nergens anders heen kunnen, omdat ze niet kunnen vluchten vanwege het ernstige gebrek aan brandstof en onderdak als gevolg van de onwettige blokkade door Israël, of omdat ze nóg een vernederende ontheemding en de gevolgen daarvan niet kunnen verdragen, Israël mag de burgers in Gaza-Stad niet de bescherming ontzeggen waarop ze recht hebben,” zegt Guevara Rosas. “Ze moeten onbelemmerde toegang krijgen tot diensten en voorzieningen die onmisbaar zijn om te overleven en moeten worden beschermd tegen onwettige aanvallen.”
Israël sloopt woongebouwen
Amnesty International interviewde zestien ontheemden die tussen 6 en 17 september uit Gaza-Stad waren verdreven. Ze verbleven in vier verschillende gebieden van het gouvernement Deir al-Balah, waar ze geen toegang hebben tot basisvoorzieningen. Ze hadden geen toilet, en moesten een klein gat in de grond graven vlak achter hun tent en dat omringen met een dikke nylon hoes. Jongere kinderen, niet ouder dan 10 jaar, moeten zware flessen water naar hun tent dragen. Zeven van de zestien geïnterviewde ontheemden moesten de slopende tocht van ongeveer 20 kilometer van Gaza-Stad naar Deir al-Balah te voet afleggen.
Op 5 september kondigde het Israëlische leger het begin aan van een campagne om hoge woongebouwen te slopen, waarvan vele al maandenlang door Israëlische bombardementen waren verwoest. Deze gebouwen en de tentenkampen in de directe omgeving ervan dienden als opvang voor duizenden mensen, voornamelijk ontheemde gezinnen. De gebouwen waren vaak omringd door tenten in smerige, overvolle geïmproviseerde kampen, waar voornamelijk mensen uit Noord-Gaza en Oost-Gaza-Stad verbleven. De meerderheid van de ontheemden is al meerdere keren gedwongen verplaatst en heeft geen veilige plek om naartoe te gaan of kan niet vertrekken omdat ze ondervoed, ziek, gewond of gehandicapt zijn. Door de sloop zijn duizenden mensen ontheemd geraakt, waardoor de door Israël veroorzaakte en aangewakkerde ontheemdingcrisis nog verder is verergerd.
‘Mijn zieke dochter achterlaten is mijn ergste nachtmerrie’
Mirvat, een 46-jarige moeder van vier kinderen, slaapt sinds haar zevende gedwongen verplaatsing op een verkeerseiland langs de Salaheddine-straat in Deir al-Balah. Door chronische pijn in haar benen duurde de voettocht van Gaza-Stad naar waar ze nu twee dagen.
Mirvat vertelde Amnesty International: “Mijn dochter van 25 heeft kanker, maar ik moest haar achterlaten in Gaza-Stad omdat ze de reis te voet niet kan maken en omdat het voor haar onmogelijk is om te verhuizen zolang we hier geen geschikt onderdak kunnen vinden. Ze moet elke maand naar het ziekenhuis voor behandeling, maar dat kan ze sinds eind augustus niet meer omdat de route van waar ze verblijft in Tal al-Hawa naar Al-Nasr Street te gevaarlijk is. Mijn zieke dochter achterlaten is mijn ergste nachtmerrie.”
Weam, een moeder van drie kinderen, moest haar twee kinderen van 7 en 5 jaar bij hun grootmoeder in Gaza-Stad achterlaten totdat ze onderdak vindt in Deir al-Balah. Ze zei: “Ik kan op straat slapen, maar mijn kinderen zijn te jong. Kunt u zich voorstellen voor welke keuze we staan: in Gaza-Stad verblijven mijn kinderen in een beschadigd huis, maar de bombardementen houden niet op; hier is het rustiger, maar hebben we geen dak boven ons hoofd.”
Exploderende robots
Israëlische troepen blijven met explosieven geladen, op afstand bestuurbare voertuigen inzetten, door bewoners ‘robots’ genoemd. Ze laten ze ontploffen in Gaza-Stad. Zeven mensen die door Amnesty International zijn geïnterviewd, zeiden dat de opmars van deze voertuigen in hun wijken gezinnen geen andere keuze liet dan hun huizen te verlaten uit angst voor hun leven.
Firyal, een moeder van zes kinderen, die op 3 april 2025 uit Shuja’iya werd weggejaagd, zocht haar toevlucht in de Al-Jalil middelbare school voor meisjes. De school in Tal al-Hawa, een wijk van Gaza-Stad, was omgevormd tot een noodkamp voor ontheemden. Ze zei dat ze al meer dan tien dagen tevergeefs op zoek was naar een plek om te verblijven, omdat scholen die tot opvangcentra waren omgevormd hun capaciteit al hadden overschreden en het huren van een particulier terrein onbetaalbaar was geworden.
Ze vertelde Amnesty International dat ze de hele nacht de angstaanjagende geluiden van bulldozers hoorden: “De angst voor deze exploderende robots dwong ons om te vertrekken; we zetten onze tent op bij het strand, maar toen verspreiden ze pamfletten waarin ze ons bevalen weer te vertrekken, dus werden we op zaterdag 17 september verdreven. We konden ons geen vervoer veroorloven… we hadden al ons geld uitgegeven aan ingeblikt voedsel, dus zijn we te voet van Gaza-Stad naar Deir al-Balah gegaan. We vertrokken ’s ochtends en kwamen ’s avonds aan. We konden nergens een verblijfplaats vinden, dus zoals u ziet slapen we letterlijk op straat, op dit verkeerseiland in de Salaheddine-straat. We gebruiken de kleren van de kinderen als dekens. De tent die we hadden, werd aan flarden gescheurd toen de Israëli’s een gebouw naast ons bombardeerden. We lopen voortdurend het risico om door de vrachtwagens die hier voorbijrijden te worden vermorzeld. Er is niets om ons te beschermen.”
‘We kunnen nergens anders heen’
De afgelopen maand zijn honderdduizenden inwoners van Gaza-Stad ontheemd geraakt en naar het gouvernement Deir al-Balah of naar Al-Mawasi en Khan Younis gevlucht. Van degenen die zijn gebleven, konden velen niet vertrekken, omdat ze het vervoer niet konden betalen vanwege het extreme tekort aan brandstof. Zelfs als ze het vervoer wel konden betalen, is het kopen van een tent, het huren van een klein appartement of het huren van een stuk grond waar de tent kan worden opgezet, onbetaalbaar voor de meesten, die toch al weinig middelen hebben.
Raeda is sinds april 2025 vier keer ontheemd geraakt. Ze vluchtte eerst van Shuja’iya naar Al-Nafaq, vervolgens naar Tal al-Hawa in Gaza-Stad en als laatste naar Al-Zawayda, vlakbij Deir al-Balah. Ze vertelde: “Ik slaap al tien dagen op straat, zonder zelfs maar een tent. We zijn een gezin van zeven personen en slapen allemaal in de open lucht. We kunnen niet uitrusten, we hebben geen privacy, er is hier geen leven. We hebben al dagen niet gedoucht.”
‘We hebben niets meer’
Een andere ontheemde vrouw, Shireen, en haar gezin bleven in het vluchtelingenkamp Al-Shati, ondanks pamfletten waarin hen werd meegedeeld dat ze moesten vertrekken. Ze konden nergens heen en alle plaatsen in het zuiden waarnaar ze hadden geïnformeerd, waren overvol. Op 15 september 2025 kregen ze een telefoontje van het Israëlische leger waarin hen werd opgedragen te vertrekken. Shireen zei: “We bleven, ondanks de zware bombardementen; we zijn de tel kwijtgeraakt van het aantal keren dat we aan de dood zijn ontsnapt; elke nacht was erger dan de vorige; een gebouw in onze buurt werd gebombardeerd en volledig verwoest, maar we zijn vertrokken nadat het Israëlische leger ons had gebeld en had bevolen te vertrekken. We hebben de man aan de telefoon gezegd dat we nergens heen konden. Dus zijn we hier naar Al-Zawayda gekomen en sinds onze gedwongen verplaatsing slapen we in de open lucht.”
Dit was de achtste keer dat ze sinds het begin van de oorlog gedwongen verplaatst waren, maar deze keer was het het moeilijkst, omdat, zoals ze zei: “Vroeger konden we tenminste een tent meenemen; we hadden ons zonnepaneel; we hadden wat geld; nu hebben we niets meer; we hebben alles wat we hadden uitgegeven om de transportkosten te dekken.”
Amnesty: ‘Apartheidsbeleid moet worden ontmanteld’
“Nu mensen en gezinnen tot het uiterste worden gedreven, wordt de humanitaire ramp met de dag verschrikkelijker,” zei Guevara Rosas van Amnesty International. “Herhaaldelijke gedwongen verplaatsingen onder onmenselijke omstandigheden, de systematische vernietiging van levensbelangrijke infrastructuur en de verstikkende blokkade maken deel uit van het bewuste beleid van Israël om de Palestijnen in Gaza fysiek te vernietigen.”
Ze vervolgde: “De Palestijnen in Gaza zijn al lang voorbij het, elke dag kost levens en vernietigt de menselijkheid. Staten moeten hun verplichtingen volgens internationaal recht nakomen om een einde te maken aan de genocide van Israël op de Palestijnen. Symbolische gebaren, zoals het erkennen van de staat Palestina terwijl men doorgaat met het leveren van wapens aan Israël en niets doet aan de straffeloosheid voor gruweldaden, zijn niet effectief. Staten moeten hun invloed aanwenden om een onmiddellijk staakt-het-vuren te bewerkstelligen en Israël dwingen een einde te maken aan de genocide in Gaza. De onwettige bezetting van het gehele bezette Palestijnse gebied moet worden beëindigd en het apartheidsbeleid van Israël moet onmiddellijk worden ontmanteld.”