Begraafplaats waar slachtoffers van Boko Haram en gedode leden van deze gewapende groepering begraven zijn, Nigeria
© PIUS UTOMI EKPEI/AFP/Getty Images

Amnesty: ‘ICC moet misdrijven in Nigeria onderzoeken’

Amnesty International roept de aanklager van het Internationaal Strafhof op om een onderzoek te starten naar de misdrijven tegen de menselijkheid die in Nigeria tijdens het conflict tussen Boko Haram en het leger door beide zijden zijn begaan.

Amnesty doet de oproep in haar rapport Willingly Unable: ICC Preliminary Examination and Nigeria’s Failure to Adress Impunity for International Crimes, dat vandaag verschijnt. Amnesty constateert in het rapport onder meer dat de Nigeriaanse regering haar verplichting tot vervolging niet nakomt.

Al acht jaar vooronderzoek

Amnesty is kritisch over het vooronderzoek van de aanklager van het ICC naar de vermeende misdrijven die zijn begaan tijdens het conflict tussen het Nigeriaanse leger,. met de gewapende groepering Boko Haram in het noordoosten van Nigeria. Dat onderzoek is al acht jaar gaande.

Het rapport toont aan dat in de meeste zaken tegen vermeende Boko Haram-leden het vooral gaat om aanklachten over lidmaatschap van of steun voor Boko Haram, of om het nalaten om te rapporteren over de activiteiten van de groepering. De vreselijke misdrijven die leden van Boko Haram hebben begaan blijven buiten beschouwing. De Nigeriaanse autoriteiten hebben alleen oppervlakkig strafrechtelijk onderzoek gedaan naar misdrijven die zijn gepleegd door Boko Haram. Slecht enkele daarvan zijn relevant voor de aanklager van het ICC.

Onwil bij Nigeriaanse regering

‘De Nigeriaanse regering heeft niet de intentie om werkelijk onderzoek te doen’, zegt Netsanet Belay van Amnesty International. ‘In plaats daarvan heeft het strafrechtelijke schijnonderzoeken gedaan om daders van een onderzoek van het ICC te vrijwaren, en om de schijn te wekken dat Nigeria haar verantwoordelijkheid neemt.’

In het rapport wordt ook vermeld dat de massa-processen die sinds 2017 plaatsvonden tegen mensen die ervan verdacht worden Boko Haram-lid te zijn, zo gebrekkig waren dat het onmogelijk is om vast te stellen of de veroordeelden ook werkelijk schuldig waren aan enig misdrijf. Bovendien heeft de Nigeriaanse regering de afgelopen acht jaar niet één relevante zaak geopend tegen militairen van het Nigeriaanse leger en de gewapende groepen waarmee het samenwerkt.

Militairen niet vervolgd

De Nigeriaanse autoriteiten beweren dat ze onlangs twee onderzoeksbureaus hebben aangesteld die de beschuldigingen tegen het leger onderzoeken. Amnesty heeft echter vastgesteld dat beide zijn opgezet om de militairen van alle blaam te zuiveren. Hiermee laat Nigeria zien dat het niet bereid is om de eigen militairen te vervolgen.

‘Elk verder uitstel van het onderzoek door de aanklager van het ICC kan betekenen dat slachtoffers van zowel Boko Haram en het Nigeriaanse leger geen gerechtigheid krijgen’, zegt Belay.

Achtergrond

Het conflict in Noordoost-Nigeria begon in 2009, toen Boko Haram een gewelddadige campagne startte. Tienduizenden burgers zijn gedood door bombardementen op drukke markten, religieuze locaties en wegblokkades, en door aanvallen op dorpen en steden. Ook zouden tussen 2009 en 2015 zeker 4.000 meisjes, jongens en vrouwen zijn ontvoerd. Nog eens tienduizenden kwamen vast te zitten in gebieden waar Boko Haram het voor het zeggen kreeg.

Nigeriaanse veiligheidstroepen hebben in dezelfde tijd ook mensenrechten geschonden. Er zijn tot juni 2015 meer dan 1.200 mensen buitengerechtelijk geëxecuteerd. Zeker 20.000 mensen werden willekeurig gearresteerd en onwettig gedetineerd, van wie er 7.000 stierven als gevolg van de onmenselijke omstandigheden in de gevangenis. Ook maakten militairen zich schuldig aan marteling en verkrachting en lieten ze mensen verdwijnen.

 

Rapport Willingly Unable: ICC Preliminary Examination and Nigeria’s Failure to Adress Impunity for International Crimes