Airbnb biedt weer accommodatie aan in bezet Palestijns gebied

Airbnb komt onder druk van door Israëlische advocaten aangespannen rechtszaken terug op het eerdere besluit om geen accommodatie meer aan te bieden in de door Israël bezette Palestijnse gebieden. Dat betekent alweer een enorme dreun voor de mensenrechten van Palestijnen, vindt Amnesty.

In een verklaring zegt Airbnb dat het de winsten die het op de Westelijke Jordaanoever maakt zal doneren aan goede doelen, maar dat verandert niets aan het feit dat door het toerisme in dit gebied te promoten, het bedrijf de economie van de illegale nederzettingen stimuleert.

‘Dit besluit is een schaamteloze ontkenning van Airbnb’s verantwoordelijkheid als bedrijf om het internationale oorlogsrecht en mensenrecht te respecteren,’ zegt Mark Dummett van Amnesty International.

Kop in het zand

‘Airbnb had een uitgelezen mogelijkheid om het juiste te doen: de mensenrechten respecteren en zijn invloed gebruiken om tot voorbeeld te dienen voor de toeristische sector,’ aldus Dummett. ‘Maar in plaats daarvan kiest het bedrijf ervoor om de kop in het zand te steken; Airbnb negeert dat het bijdraagt aan het immense lijden van de Palestijnen.’

Massale mensenrechtenschendingen

Amnesty en andere mensenrechtenorganisaties hebben er herhaaldelijk op gewezen dat toeristische bedrijven die zaken doen op de Westelijke Jordaanoever bijdragen aan massale mensenrechtenschendingen. Afgelopen januari publiceerde Amnesty daarover het rapport Destination: occupation.

 In de afgelopen 52 jaar heeft de uitbreiding van de Israëlische nederzettingen duizenden Palestijnen uit hun huizen verdreven, hun van hun broodwinning beroofd en hun de toegang ontzegd tot essentiële zaken als water en landbouwgrond.