Wie wordt er beter van de Chinese Communistische Partij?

Morgen (10 april) ontmoet minister-president Rutte president Xi Jinping tijdens een van de grootste Nederlandse handelsmissies ooit naar China. De premier zal in dat gesprek waarschijnlijk de loftrompet steken over de Nederlandse bedrijven in de agri-business, de medische zorg en het afvalmanagement, en hoe wij vanuit Nederland logistiek kunnen bijdragen aan de omstreden Chinese Zijderoute (‘Belt and Road Initiative’). En hij zal ongetwijfeld breed lachend de hand schudden van deze leider-voor-het-leven, die verantwoordelijk is voor de grootste aanval op de vrijheden en rechten van Chinese burgers sinds tijden.

Ondernemers steken in een artikel in de Volkskrant de loftrompet over de Chinese Communistische Partij. De krant citeert een handelaar in veevoeder die zegt: ‘Uiteindelijk wordt iedereen beter van die Communistische Partij. De Chinezen, mijn bedrijf, mijzelf inclusief, Rutte: iedereen.’

Misschien heeft deze ondernemer een en ander gemist. De Communistische Partij heeft onder leiding van Xi Jingping namelijk een heel scala aan repressieve wetten ingevoerd die vrijwel elke activiteit die strijdig is met de partijlijn strafbaar maken. De autoriteiten hebben ruime bevoegdheden gekregen om mensen willekeurig op te pakken, ze op geheime plekken te detineren en te martelen. Het recht op vrije meningsuiting en privacy wordt structureel geschonden. Onafhankelijke media zijn er niet meer en het maatschappelijk middenveld is volkomen monddood gemaakt. Niet alleen advocaten, journalisten, bloggers, mensenrechtenverdedigers, milieuactivisten en andere critici worden daarvan het slachtoffer, maar ook de vele mensen voor wie zij opkomen.

Zelfs de tientallen miljoenen leden van de Communistische Partij zijn sinds kort door een nieuwe wet aan de willekeur van hun partijleider overgeleverd. Vrijwel iedereen die direct of indirect voor de overheid werkt, zoals rechters, academici en personeel van staatsbedrijven, kan een half jaar lang op een onbekende locatie worden opgesloten. Dit alles zonder aanklacht of vorm van proces, of zonder toegang tot een advocaat of familieleden. Dit verhoogt het risico op mishandeling en gedwongen bekentenissen tijdens ondervraging. Maar Nederlandse ondernemers hebben daar niet zoveel mee. ‘Met dat gezeik over de mensenrechten hoeven we niet meer aan te komen’, zegt China-consultant Peter Pronk in hetzelfde artikel. ‘Stop daar nou mee, daar doen we onszelf schade mee.’

Tegen zoveel onbehouwen blijk van eigenbelang lijkt geen kruid gewassen. Maar onze bewindslieden weten gelukkig beter. Nederland heeft namelijk een buitenlandbeleid waarvan mensenrechten evenzeer deel uitmaken als het bevorderen van welvaart en veiligheid. Heel terecht ziet ons kabinet de belangrijke rol die mensenrechtenverdedigers spelen als een belangrijke motor achter verandering en vooruitgang in hun land. Amnesty roept premier Rutte en de overige meereizende bewindslieden dan ook op tijdens hun gesprekken met Chinese autoriteiten de legitimiteit en het belang van het vreedzame werk van mensenrechtenverdedigers te onderstrepen, en om de wetgeving die hun activiteiten strafbaar maakt te veroordelen. We vragen daarbij speciale aandacht voor de prominente advocaat Jian Tianyong die twee jaar celstraf uitzit en in slechte medische conditie verkeert, en voor Tashi Wangchuk, die vastzit omdat hij pleit voor Tibetaans onderwijs in de Tibetaanse taal. Nee, niet iedereen wordt beter van de Communistische Partij.