9x succes

Wereldwijd...

Chelsea Manning na haar vrijlating.
© Private

1) Vele, vele vrijlatingen

In vijftig jaar tijd wisten we met onze massale acties heel veel onterecht gevangen mensen vrij te krijgen. We voerden actie voor honderdduizenden mensen die onrecht werd aangedaan. We vroegen om vrijlating, beëindiging van marteling en eerlijke rechtszaken. In 2016 alleen al werden zo’n 650 mensen vrijgelaten na onze acties.

En op 17 mei 2017 kwam de Amerikaanse klokkenluider Chelsea Manning eindelijk vrij. Amnesty voerde campagne voor haar. In een brief aan Amnesty schreef Manning: ‘Ik steun het werk dat jullie doen: het beschermen van mensen wanneer gerechtigheid, vrijheid, de waarheid en de menselijke waardigheid in het geding zijn.’

© Private

2) Tegengaan martelingen

Amnesty was in 1972 de eerste organisatie die aantoonde dat marteling op grote schaal voorkwam. In 1984 kwam er, mede daardoor, een VN-Verdrag tegen Marteling. Vandaag de dag zijn 159 landen partij bij dat verdrag.

Dat betekent overigens niet dat er in die landen helemaal niet meer wordt gemarteld. Maar de publieke opinie is tegen martelen (het zou ook jou kunnen overkomen) en het wordt steeds moeilijker martelpraktijken verborgen te houden. Publieke druk werkt bij het tegengaan van martelingen. Zo zeiden cipiers na massale schrijfacties tegen gevangenen: ‘Amnesty maakt een hoop kabaal over je. We zullen je niks doen.’

Ex-terdoodveroordeelde Albert Woodfox (VS) bij zijn vrijlating
© Travis Spradling/The Advocate via AP

3) Doodstraf teruggedrongen

Amnesty zet zich sinds 1977 in voor afschaffing van de doodstraf. Toen voerden slechts zestien landen geen executies meer uit. Inmiddels hebben 140 landen de doodstraf in de praktijk afgeschaft, bijna tweederde van alle landen ter wereld. Nederland schafte de doodstraf in 1983 af.

Voorstanders van de doodstraf vinden die nodig als uiterste straf voor de zwaarste misdrijven. Maar de doodstraf is onomkeerbaar en absoluut, terwijl er altijd het risico bestaat dat een onschuldige wordt geëxecuteerd. In de 20 eeuw werd in minstens 23 zaken in de Verenigde Staten de onschuld van veroordeelden vastgesteld – nadat zij waren geëxecuteerd.

Internationaal Strafhof in Den Haag
© AP

4) Internationaal Strafhof

Na jarenlange druk van Amnesty en andere organisaties werd het Internationaal Strafhof in 2003 een feit. Sindsdien kunnen oorlogsmisdadigers internationaal worden berecht, zodat plegers van de meest afschuwelijke misdrijven daar niet zomaar mee wegkomen.

In maart 2012 kwam het Internationaal Strafhof tot een eerste veroordeling. De Congolese rebellenleider Thomas Lubanga werd schuldig bevonden aan het werven en inzetten van kindsoldaten en kreeg 14 jaar cel. Openbaar aanklager Fatou Bensouda zei dat het belang van deze strafzaak nauwelijks overschat kon worden. De veroordeling was volgens haar een duidelijke boodschap aan iedereen die zich schuldig maakt aan het ronselen van kindsoldaten.

De Egyptische mensenrechtenverdediger Mahienour el-Massry
© Mohamed Hosny

5) Mensenrechtenverdedigers kunnen hun werk doen 

Dankzij ondersteuning van Amnesty konden mensenrechtenverdedigers in tal van landen blijven werken aan een rechtvaardige wereld. Doordat we voor hen in actie kwamen als ze in de problemen kwamen. Doordat we hen trainden in het doen van onderzoek, campagnevoeren en het beschermen van zichzelf . Doordat we er bij machthebbers op aandrongen om hun veiligheid te garanderen. En door activisten in een penibele situatie te helpen via ons noodfonds.

Ook bieden we mensenrechtenverdedigers technologie om zich te beschermen. Zo lanceerden we in 2014 een app waarmee activisten alarm kunnen slaan als ze dreigen te worden ontvoerd, aangevallen of gemarteld.

20 jaar actievoeren voor Wapenhandelverdrag filmpje.
© AI

6) Wapenhandelverdrag

Na twintig jaar lobby en acties door Amnesty en partnerorganisaties werd in 2013 het Internationaal Wapenhandelverdrag aangenomen. Volgens dat verdrag mogen landen geen wapens en munitie leveren aan groeperingen en regeringen, als die worden gebruikt voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven.

Op het moment dat het verdrag ingaat sterven jaarlijks meer dan 500 duizend mensen als gevolg van het misbruik van conventionele wapens: dat is één mensenleven per minuut.

 

© Hjelmer Visser / Amnesty International

7) Bedrijven moeten zich verantwoorden

Zo moest Shell in december 2014 na een lange juridische strijd 70 miljoen euro compensatie betalen aan de bewoners in de door olielekken vervuilde Bodo-regio in Nigeria. En in 2016 sloten Amnesty Nederland, Oxfam Novib en PAX een mensenrechtenconvenant met de Nederlandse Vereniging van Banken, waarbij veertien banken zich aansloten. Het convenant moet ervoor zorgen dat banken beter inzicht krijgen in mensenrechtenschendingen waar hun zakelijke klanten bij betrokken zijn, en daar effectiever tegen optreden.

...en in Nederland

Preventief fouilleren door de politie bij een actie tegen drugsgerelateerde overlast in het centrum van Enschede. Etnische minderheden worden in Nederland vaker onderworpen aan politiecontroles dan witte Nederlanders terwijl daar geen objectieve reden voor is.
© ANP

8) Bestrijding etnisch profileren

Amnesty Nederland bracht eind 2013 twee rapporten uit over etnisch profileren door de Nederlandse politie en de gevolgen daarvan. We constateerden dat de politie zonder goede of geldige reden mensen stopt, controleert, fouilleert of aanhoudt, (mede) vanwege hun huidskleur of herkomst. Aanvankelijk ontkende de politie, maar inmiddels onderkennen zij én de politiek dat agenten zich schuldig maken aan etnisch profileren. De politie voerde enkele maatregelen in om het tegen te gaan.

Een gastdocent van Amnesty geeft les over mensenrechten op een school in Amsterdam
© Amnesty

9) Mensenrechten in lespakket

Na jarenlange lobby van Amnesty worden mensenrechten onderdeel van de verplichte lesstof van basisscholen en middelbare scholen. Tot het zover is, zorgt Amnesty er met gastdocenten en lespakketten voor dat leerlingen ten minste één keer in hun schoolloopbaan les krijgen over mensenrechten. Daar slagen we steeds beter in: in 2008 kregen 35.000 leerlingen zo’n les, in het schooljaar 2016–2017 waren dat er al 119.230.