Ta-Nehisi Coates: ‘Je moet niet thuis je opinies verkondigen, maar eropuit gaan’

Ta-Nehisi Coates, een van de belangrijkste denkers van deze tijd, reisde door de wereld voor zijn nieuwe essaybundel. Een eerder boek werd in de VS verboden, zijn kritiek op de apartheid in Israël roept er ook weerstand op. Verbaasd hierover is Coates niet: ‘Het onderdrukkende beleid tegen kritische stemmen is precies wat we zouden moeten verwachten.’ 

Ta-Nehisi Coates onderzoekt in zijn essaybundel hoe de verhalen die we vertellen en niet vertellen, onze realiteit vormgeven.
© Jitske Schols 2025

Groot, onwrikbaar, een indringende stem – die woorden komen bij je op wanneer je Ta-Nehisi Coates ontmoet, een Amerikaanse schrijver en journalist die ook wel ‘een van de belangrijkste denkers van deze tijd’ wordt genoemd. Die stem, of hij nu spreekt of schrijft, legt vlijmscherp het hedendaags racisme bloot en laat zien hoe het slavernijverleden doorwerkt in het Amerika en Europa van nu. Het is ook de stem die niet meegeeft, wanneer een tv-presentator in een beruchte uitzending tekeergaat tegen zijn nieuwste boek. ‘Ik zie je als een slimme man’, snerpt de CBS-presentator, ‘maar in het hoofdstuk over Israël heb je iets geschreven wat zo in de rugzak van een extremist zou passen.’ Coates reageert als iemand die weet welk verhaal hij te vertellen heeft: ‘Of apartheid is verkeerd, of het is niet verkeerd, zo simpel is het.’  

Op deze zondagochtend in Den Haag is een kier gevonden in het drukke schema van zijn Europese tour. In een hotel met uitzicht over een zonnige hofstad, eet de schrijver, in pak, een mandarijn terwijl hij soms bondig, dan weer vurig, zijn stem laat doorklinken. ‘Blijkbaar wordt van mij verwacht dat ik, omdat ik prijzen heb gewonnen en omdat ik een bepaalde status heb, whatever that means, meega in het heersende narratief. Is dat niet bizar?’ 

© Jitske Schols 2025

In zijn nieuwste boek, De boodschap, dat in oktober 2025 bij Bot Uitgevers is verschenen, doet hij dat precies niet: meegaan in de verhalen die domineren. Het is een essaybundel, waarin Coates de wereld in trekt en onderzoekt hoe de verhalen die we vertellen en niet vertellen, onze realiteit vormgeven. Hoe verslaglegging, fictie en mythevorming, werkelijkheden blootleggen maar ook vervormen. Met een voortstuwende urgentie neemt hij de lezer in drie verhalen mee op reis: naar Senegal, waar de slavenschepen vandaan vertrokken, naar South Carolina waar zijn besteller Tussen de wereld en mij van een school is verbannen, en tot slot ook naar Palestina, waar hij het apartheidsregime bevraagt waaronder de Palestijnen die hij ontmoet leven.  

Daarbij richt hij zich in het voorwoord tot zijn ‘kameraden’, de studenten van Howard University, een historisch zwarte universiteit (opgericht voor Afro-Amerikaanse studenten tijdens de periode van rassensegregatie, red.) waar hij doceert: ‘Ik richt me tot jullie persoonlijk, al moet ik bekennen dat ik in wezen alle jonge schrijvers in mijn achterhoofd heb, overal ter wereld, wier voornaamste plicht is: hun steentje bijdragen aan het redden van de wereld.’ 

Onverwachte steun in het Zuiden 

Niets zo menselijk als het construeren en vertellen van verhalen, beaamt Coates deze ochtend. We vallen van nature terug op verhalen. ‘Dat is belangrijk om te begrijpen, want dan snap je ook waarom bepaalde dingen in het geheugen blijven hangen en andere dingen niet.’ Coates vertelt dat hij altijd al een boek wilde maken over de kracht van het schrijven van een verhaal. ‘En ik ben niet het type schrijver dat gewoon thuis kan zitten, ik moet eropuit om dingen te zien.’ 

Dus trekt hij voor De boodschap de wereld in. Eerst naar Senegal, waar het moderne Dakar botst met het voorouderlijke, mythische land van zijn verbeelding. Vervolgens naar South Carolina in de VS, waar hij een lerares bezoekt die haar baan riskeert om zijn daar verboden boek over racisme terug op de leeslijst te krijgen. Tussen de wereld en mij werd geschrapt omdat sommige leerlingen er ‘een ongemakkelijk gevoel van kregen’ en ‘zich schaamden om blank te zijn’.   

Biografie

Naam
Ta-Nehisi Coates  

Geboren
in het Amerikaanse Baltimore, Maryland, in 1975 

Is
schrijver, journalist, activist en een belangrijke denker over ras, politiek en geschiedenis 

Bekend van 
de bestseller Tussen de wereld en mij (Between the World and Me), een voor een Pulitzer-prijs genomineerd boek in de vorm van een brief aan zijn 15-jarige zoon, over hoe het is om als zwarte jongen op te groeien in de VS
Schreef ook 
mee aan de graphic novels van de Marvel-series Black Panther en Captain America

‘Daar, in de echte wereld, werden leraren, ouders, leerlingen en bibliothecarissen aangevallen’, schrijft Coates. En hij besluit naar een schoolvergadering te gaan die de docente en een aantal medestanders zouden bijwonen. ‘Wat ik aantrof, had ik niet kunnen verwachten’, zegt hij. ‘Er waren zoveel mensen om deze lerares te steunen. In plaats van in het hol van de leeuw, bevond ik me tussen medestanders.’ Het verhaal ging nu over mensen die hun nek uitsteken om zijn werk te verdedigen. ‘Precies daarom is het zo belangrijk om niet thuis te blijven zitten en opinies te verkondigen, maar naar buiten te gaan. Was ik niet gegaan, dan was dit verhaal totaal anders geworden. Als je dingen zelf ziet, krijgen ze vlees, bloed – dan leven ze.’ 

Wat Coates ook zag, daar in het conservatieve Zuiden, was angst. Angst van ouders, leraren en bestuurders voor afwijkende verhalen. Omdat ze zelf weleens zouden kunnen gaan nadenken. ‘Als je je kinderen toestaat hun eigen ideeën te ontwikkelen’, zegt hij, ‘dan kan het dat ze misschien jouw politieke overtuigingen niet zullen delen, snap je? Misschien gaan ze zich zelfs ronduit tegen je verzetten.’ En als die politieke opvattingen de kern van je identiteit vormen, is dat bedreigend: ‘Ik denk dat wanneer mensen geen vertrouwen hebben in wat ze te zeggen hebben, ze dingen gaan verbieden.’  

Heeft u dat vertrouwen wel?  

‘Zelf heb ik niet het gevoel dat ik boeken moet verbieden om mijn punt duidelijk te maken. Ik hoef je niet te vertellen wat je niet moet lezen. Omdat ik geloof dat mijn politieke opvattingen geworteld zijn in universele waarheden en ideeën over mensen.’  

U hebt zelf ook kinderen. Bent u weleens bang dat ze ideeën krijgen die ver van u afstaan?  

‘Nee, integendeel, misschien hebben ze iets goeds te zeggen. Het is helemaal niet zo moeilijk om open te staan. Toen mijn zoon van mij was, was hij van mij. Toen het tijd was om hem op te voeden, was het tijd om hem op te voeden. En toen dat niet meer zo was, was het tijd voor hem om zijn eigen leven te leiden.’ 

© Jitske Schols 2025

Het langste hoofdstuk in De boodschap, dat ook het meeste debat heeft losgewoeld, gaat over Palestina. Coates gaat overduidelijk aan, als hij over zijn bezoek aan de Westoever praat. Korte antwoorden maken plaats voor vurige pleidooien, hier en daar aangezet met een vloek. Tien dagen was hij er, maar zijn ontmoeting met de Palestijnen in de bezette gebieden zette zijn wereld op zijn kop. ‘Ongelofelijk’, zegt hij. ‘Ik loop daar naast een Palestijn, wiens ouders en voorouders daar zijn geboren, en ik heb meer bewegingsvrijheid dan hij.’ 

Op de gesegregeerde wegen, bij de vele checkpoints, maar ook bij zoiets alledaags als het tappen van water, zag Coates de bevestiging van wat zowel hij als Amnesty International een apartheidssysteem noemen. Hij beschrijft in het boek hoe op bijna alle Palestijnse huizen op de Westoever blauwe waterstortbakken prijken. Die bakken zijn illegaal, want zelfs de regen mag een Palestijn niet zomaar opvangen. Maar ze zijn wel noodzakelijk om te overleven. ‘Toen ik die stortbakken zag, drong het tot me door dat Israël het Jim Crow-Zuiden had overtroffen en dat niet alleen de zwembaden en drinkfonteintjes gesegregeerd waren, maar dat het water zelf dat ook was.’ Dat deze situatie kan bestaan met steun van zijn land, het Amerika dat tot voor kort een deel van de bevolking, zijn (voor)ouders, buitenspel zette, is een verhaal dat hij wel moet vertellen.  

‘Ik denk wel dat jullie instituten weerbaarder zijn, dat mensen beter worden beschermd in de rechtsstaat. Alhoewel, hoe zit dat nu eigenlijk met die ene, Ge… Ge… eh Wilders?’ 

Het bezoek aan de Westoever vond plaats in de zomer van 2023, vóór 7 oktober. De boodschap kwam een jaar later uit, te midden van het genocidaal geweld in Gaza. Dat Coates erop is gebrand het Palestijnse perspectief te brengen, kwam hem op een storm van kritiek te staan. ‘Vooringenomen’, ‘niet objectief’, ‘geen oog voor het leed van de Israëliërs’, zo klinkt het. ‘Maar wat is hier dan journalistieke objectiviteit?’, vraagt Coates zich nu hardop af. Hij laat een screenshot zien op zijn telefoon van zeven mensen op tv die het over Gaza hebben: ‘Witte man, witte vrouw, witte man, witte vrouw, witte man, witte man, witte man. Hoe is dit journalistiek gezien mogelijk?’ 

Voor Coates is het duidelijk: de Palestijnen hebben niet alleen geen gelijke rechten, ze hebben ook geen stem. Hun verhaal wordt niet gehoord. ‘“Maar kijk eens wat voor een verschrikkelijke dingen de Palestijnen allemaal doen”, zeggen mensen dan tegen me. Alsof ik dom ben, het niet begrijp.’ Hij haalt adem: ‘Maar wie wat doet is hier irrelevant – feit blijft dat apartheid onrechtvaardig is.’ 

‘Ik denk dat de uitdaging voor Europa is: kan het zijn voormalige gekoloniseerde volkeren integreren?’

Nu is het niet zo dat die kritiek of de felheid van het debat Coates overvallen. ‘Ik had het allemaal verwacht’, zegt hij. Het verbaast hem net zomin als de winst van Trump of de antidemocratische politiek die nu door de VS raast. Wat hem eerder verbaast, is de naïviteit van mensen die dachten dat zoiets niet zou kunnen gebeuren in ‘hun eigen land’. ‘Ik denk dat iedereen die zich enigszins verdiept heeft in de geschiedenis van Amerika begrijpt dat er altijd enorme tegenslagen en terugvallen zijn geweest.’ 

De geschiedenis van Amerika begint bij slavernij en de witte suprematie, is Coates’ analyse. En de macht die daarop is gebouwd, is sterk. ‘Als je dat begrijpt’, schrijft hij, ‘dan begrijp je ook dat het onderdrukkende beleid tegen kritische stemmen niet alleen denkbaar is, maar juist precies wat we zouden moeten verwachten.’ Wie zich tegen die macht wil verzetten, zoals hij doet, ‘zal een tijdje aan het vechten zijn’. En ja, dan gelooft hij ook best dat het weer terug kan veranderen. ‘Het is alleen de vraag wanneer.’ 

Hier in Europa kijkt men vaak naar de VS als voorland. Moeten we ons zorgen maken? 

‘Ja!’ Coates grinnikt even om zijn kordate antwoord. ‘Maar er is meer. Ook in Europa spelen kwesties rond racisme en witte suprematie, ook hier voortgekomen uit het kolonialisme. Ik denk dat de uitdaging voor Europa is: kan het zijn voormalige gekoloniseerde volkeren integreren? Of zal het proberen mensen uit te blijven buiten voor arbeid, voor gewin?’ 

Zal het lukken om verhalen samen te brengen, is wat hij zich eigenlijk afvraagt. ‘Nu denk ik wel dat jullie instituten weerbaarder zijn, dat mensen beter worden beschermd in de rechtsstaat. Wij hebben alles al weggegeven aan multimiljonairs. Alhoewel, hoe zit dat nu eigenlijk?’, vraagt Coates. ‘Hier is veel te doen om die ene, Ge… Ge… eh Wilders?’ 

Het is niet de eerste keer in het gesprek dat de journalist in Coates wakker wordt. Hij is iemand met meer vragen dan antwoorden, die liever een gesprek voert dan een interview geeft. En die van alles wil weten over zijn gastland: de druk op de democratie, de positie van arbeidsmigranten, Marokkaanse gastarbeiders. Het gesprek gaat door over hoe koloniale en vaak racistische narratieven doorwerken in de verhalen die de Nederlandse politiek domineren. Hoe extreemrechts dat narratief naar zich toe trekt en daar garen bij spint. Maar dat betekent niet dat er niets tegen in te brengen is, stelt Coates. Eropuit gaan, schrijven, verhalen vertellen en zo de wereld veranderen, zegt hij, het kán. Ook als je zelf geen schrijver of student van Coates bent? ‘Er zijn gelukkig heel veel manieren om een krachtig verhaal te vertellen.’

Meer over Gaza