Protestmuziek komt in vele gedaanten. Er is muziek om woede te ventileren, om te strijden tegen onderdrukking en om verandering te eisen. In de Soundtrack van het Verzet, de playlist met protestmuziek uit de eenentwintigste eeuw, verzamelde Wordt Vervolgd de afgelopen jaren muziek uit alle hoeken van de wereld. Van verboden nummers uit Hongkong tot de soundtrack van de Black Lives Matter-protesten, van zang over de Vrouw Leven Vrijheid-beweging in Iran tot rap als instrument voor kritiek op het bewind in Myanmar. En veel over Gaza.
Gaza is ook heel aanwezig op het tweede album van Sophie Straat, een van de boegbeelden van de Nederlandse protestmuziek. Straat stapte over van fotografie naar muziek toen ze op de kunstacademie gehoord had dat mensen gemiddeld maar vier seconden naar een foto kijken. Met haar sociaal geëngageerde liedjes weet ze de aandacht langer vast te houden. Het nieuwe album, Wie de fak is Sophie Straat?, staat vol scherpe songs over grote onrechtvaardigheden. Tierend, fel, lief en soms ontgoocheld zingt ze over thema’s als genocide, politiegeweld, het Nederlandse zelfbeeld en de grote lijnen die daardoorheen lopen: kapitalisme, racisme en genderongelijkheid. Met teksten die zich in je hoofd nestelen, zoals in het nummer ‘Vlinder’: Geloof je nog in vrijheid / als in Rafah de grond trilt?
Je zei ooit in een interview met de Volkskrant: ‘Voor mij moet alle muziek protestmuziek zijn. De boodschap staat voorop en de rest komt daar dan omheen.’ Denk je daar nog steeds zo over?
‘Ik ben zangeres en ik maak liedjes die ergens over gaan; over een gebroken hart bijvoorbeeld, maar ook over de heftige gevoelens die ik heb over de genocide die we allemaal zien gebeuren. Ik kan daar echt niet omheen. Ik wil het dus eigenlijk omdraaien: ik maak inderdaad protestmuziek, ik ben activist, ik sta op tegen onrecht en dat valt blijkbaar op. Maar waarom is het eigenlijk zo interessant als je rechtvaardigheid belangrijk vindt? Ik vind het eerder fascinerend als mensen zich niet uitspreken, of als artiesten actief niet met de genocide in Gaza bezig zijn. Want het is echt moeilijk om aan het nieuws en de beelden te ontkomen.’
In het Engelstalige nummer ‘Let me tell you something ’bout my country’ vat Sophie Straat in een paar minuten samen wat Nederland op zijn kerfstok heeft. Small in size but we managed to colonize. In rap tempo komen de misstanden voorbij: van slavernij en genocide in Srebrenica, wapenleveranties aan Israël tot het Toeslagenschandaal. ‘Ik wil ons zelfbeeld onder de loep nemen. Er zijn zoveel mensen die zich niet verzetten en die een heel vreemd beeld hebben van Nederland als land waar alles prima is. We zijn zo tolerant en alles is netjes en aangeharkt. Daar geloof ik niet in.’
‘Samen vormen we een front’
Ze wil niet zo ver gaan om te zeggen dat ze verandering teweeg wil brengen met haar muziek. Wel is ze voortdurend bezig om mensen om zich heen te verzamelen die zich voor dezelfde idealen inzetten als zij. Zo organiseerde ze dit jaar al voor de derde keer Protestfest in Paradiso, een festival waar alleen maar protestmuzikanten optreden. ‘Er ontstaat een soort community, en ik denk dat dat echt heel belangrijk is. Het is niet zo dat ik de wereld wil redden. Ik wil dat we dat met z’n allen doen. Samen vormen we een front.’
Toen in november een door AI gegenereerd anti-azc-lied op nummer 1 dreigde te komen in de Spotify top 50 riepen activisten op om massaal te luisteren naar Straats ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, om dat tegen te houden. En met succes: haar nummer kwam op 1.
Het was onrustig op de poppodia dit jaar. Bands als Bob Vylan en Kneecap spraken zich uit tegen de genocide, soms met bedreigingen en afzeggingen tot gevolg. Heb jij het gevoel dat je alles kunt zeggen als muzikant?
‘Ik kies mijn woorden wel voorzichtig; ik probeer heel genuanceerd te zijn en me uit te spreken waar het nodig is, en minder waar dat niet zo is.’
Ben je weleens bang?
‘Ik heb wel bange momenten, bijvoorbeeld nadat ik in de Ziggo Dome had gedemonstreerd (ze hield tijdens het openingsfeest van 750 jaar Amsterdam een bordje omhoog met de tekst ‘Nederland heeft bloed aan haar handen’, red.). De volgende dag durfde ik bijna niet naar mijn sportles. Ik probeer mezelf dan te vertellen dat bangheid een gevoel is waar ik niks aan heb. Als iemand me erop aanspreekt, is er niks aan de hand. Dan kunnen we een gesprek voeren.’
Omringd door politie,
geen enkele reden
Een agent slaat me neer,
is dit dan het leven?
Is dit dan het leven?
Alles komt goed, toch?
Ja, alles wordt beter
En dan weer naar huis toe
Om zes gaan we eten
(uit: ‘Om 6 gaan we eten’)
Toch blijft Straat demonstreren. In het nummer ‘Om 6 gaan we eten’ zingt ze over het demonstratieverbod dat in Amsterdam werd ingevoerd na de Maccabi-rellen. En niks maakt me uit, moet demonstreren / Er is oorlog, ik moet iets proberen. Straat: ‘Ik ben in de positie dat ik het kan doen. Ik heb een vangnet, een paspoort, mensen om me heen die me kunnen opvangen als er iets gebeurt. En ik heb een podium: als ik gearresteerd word, weten de mensen ervan. Die dag werd de kerstverlichting opgehangen op de Dam. Het was zo banaal. Al die gruwelen in Gaza en op andere plekken in de wereld gaan maar door, elke dag weer, maar de kerstverlichting hangt in ieder geval.’
Zie hier de volledige lijst protestsongs en de YouTube– en Spotify-speellijsten.
