Osman Kavala: ‘Wie zou mij nu wat willen doen?’

Tijdens de recente gemeenteraadsverkiezingen in Turkije leed de AKP van president Erdoğan een gevoelige nederlaag in verschillende steden. Tegelijkertijd duurt de repressie die na de mislukte coup van 2016 haar hoogtepunt bereikte nog altijd voort. Vele tienduizenden mensen zitten gevangen. Zo ook Osman Kavala, de voormalige directeur van de culturele organisatie Anadolu Kültür.

Over de intercom van het net in Istanbul gelande vliegtuig hoort Osman Kavala half oktober 2017 zijn naam. De directeur van de culturele organisatie Anadolu Kültür is op de terugweg van een dienstreis naar Gaziantep in Zuidoost-Turkije, een stad dicht bij de Syrische grens. Daar is hij een project begonnen om de integratie van Syriërs in de samenleving te stimuleren. Ik heb vast m’n ID-kaart ergens laten liggen, denkt hij dan nog. Dat blijkt niet het geval. Even later betreden politieagenten het vliegtuig om Kavala mee te nemen. Sindsdien zit hij gevangen.

Tot aan zijn arrestatie was Kavala niet bang voor eventuele vervolging. Het kon, meende hij, geen kwaad dat hij door het hele land projecten ondersteunde die de culturele dialoog stimuleren.

Ook plaatsvervangend directeur Asena Günal zag de arrestatie niet aankomen. ‘We hadden het er weleens gekscherend over, maar hij wuifde het weg: “Wie zou mij nu wat willen doen”’, vertelt Günal in februari op het kantoor van Anadolu Kültür in Istanbul. Inmiddels begrijpt ze niet meer dat ze zo blind kon zijn.

De ‘verraad-tapes’

Begin maart eist de openbaar aanklager een levenslange gevangenisstraf zonder uitzicht op vrijlating tegen Kavala en vijftien anderen, onder wie de naar Duitsland uitgeweken journalist Can Dündar en acteur Mehmet Ali Alabora. In de 657 pagina’s tellende aanklacht worden ze beschuldigd van het organiseren en financieren van de Gezipark-protesten in 2013, waarmee ze de constitutionele orde omver zouden hebben willen werpen. Nadat de aanklacht bekend werd, riepen mensenrechtenorganisaties waaronder Amnesty op om de ‘bizarre beschuldigingen’ te laten vallen. ‘Het zou grappig zijn als het niet zo serieus was’, stelde Turkije-rapporteur van het Europees Parlement Kati Piri. Op 24 juni verschijnen Kavala en de anderen in Istanbul voor de rechter.

Asena Günal zelf zat afgelopen november twee dagen vast voor een verhoor over Kavala’s zaak. Sindsdien zegt ze extra waakzaam te zijn, ook door de samenzweringstheorieën in de media. Op haar telefoon laat ze een krantenartikel zien van kort na haar aanhouding. ‘De verraad-tapes zijn boven water’, staat er boven een foto van Günal. In het bijbehorende stuk wordt gesuggereerd dat ze met Kavala de Gezipark-protesten heeft aangezwengeld en dat ze aan Turkse excuses voor de ‘zogenaamde Armeense genocide’ zou werken.

Bizarre beschuldigingen in een 657 pagina’s tellende aanklacht. ‘Het zou grappig zijn als het niet zo serieus was’

Eind november staakten de Open Society Foundations (OSF) van George Soros hun activiteiten in Turkije. OSF, een belangrijke financier van Anadolu Kültür, noemt ‘het toenemende vijandige politieke klimaat en verschillende ongegronde beschuldigingen’ als redenen voor het vertrek.

Stukgelopen onderhandelingen

Door de toenemende repressie opereren maatschappelijke organisaties steeds voorzichtiger, vertelt een medewerker van een grote mensenrechtenorganisatie in Istanbul die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven. ‘We proberen allemaal minder op te vallen, omdat we onze projecten niet verder in gevaar willen brengen’, legt ze uit. Ook haar organisatie ontving fondsen van de OSF, onder andere voor een project tegen discriminatie. ‘Ik heb geen idee hoe we dat project zonder de OSF-bijdrage moeten voortzetten.’

In het Koerdische zuidoosten van Turkije is de repressie het sterkst. Övgü Gökçe werkt sinds 2011 in Diyarbakir, de grootste stad in de regio. Daar is ze als projectcoördinator verantwoordelijk voor het door Anadolu Kültür in 2002 opgerichte Diyarbakir Kunst Centrum – destijds het eerste lokale initiatief van Kavala’s organisatie. Kunstenaars uit de stad werken samen met collega’s uit West-Turkije en het buitenland. Toen Gökçe in Diyarbakir begon, ging het vredesproces tussen de Koerdische beweging PKK en de Turkse staat net van start. Veel mensen in de regio waren optimistisch over die toenadering, vertelt Gökçe.

‘We proberen allemaal minder op te vallen’

In 2015 liepen de vredesonderhandelingen echter stuk. Maandenlange gevechten legden de oude binnenstad van Diyarbakir in puin. Gökçe: ‘Ondanks het geweld gingen veel projecten door, met name van documentairemakers en fotografen.’Maar in de maanden na de mislukte coup van 2016 werden de gekozen burgemeesters van Diyarbakir en tientallen andere gemeenten in Zuidoost-Turkije vervangen door in Ankara aangestelde bewindvoerders. Een terugslag volgde: alle politiek gevoelige activiteiten werden verboden en veel organisaties moesten hun deuren sluiten. Zo ook het Stads-theater en het conservatorium van Diyarbakir. Toch zette een aantal muzikanten en acteurs hun werk voort, vertelt Gökçe: ‘Na het verlies van hun instrumenten en podia richtten ze hun eigen, kleine theaters en muziekverenigingen op. Een heel belangrijke reactie.’

Ruim anderhalf jaar na Osman Kavala’s aanhouding is de ruimte voor maatschappelijke organisaties steeds beperkter. Medewerkers lopen grote persoonlijke risico’s. Allemaal benadrukken ze het belang van de dialoog tussen Europese landen en Turkije. Maar Turkije lijkt steeds meer in een politiek isolement te raken.

Meer over dit onderwerp