Het werk van inlichtingendiensten
AI, sociale media, hackers en algoritmes: tech-journalist Gerard Janssen legt in deze rubriek uit waar technologie botst met mensenrechten. Deze keer: de digitale oorlog van geheime diensten.
Serpent’s Tongue, Pitbull en Predator’s Face. Ze klinken als titels van computerspellen, maar het zijn de codenamen van geheime digitale gereedschappen van de Britse geheime dienst. Ze staan allemaal in de zogenaamde JTRIG-files, documenten van een speciale eenheid binnen de Britse inlichtingendienst GCHQ, de Joint Threat Research Intelligence Group, die gespecialiseerd is in online beïnvloeding, manipulatie en desinformatie. Deze bestanden, daterend uit 2010-2012, werden in 2013 gelekt door Edward Snowden en een jaar later gepubliceerd in The Intercept.
In de documenten staat de werkwijze van de speciale eenheid beschreven. Hun missie werd samengevat in zes woorden: discredit, disrupt, delay, deny, degrade en deter.
Digitale oorlogsvoering
Hoewel de documenten al zo’n vijftien jaar oud zijn, zijn ze nog steeds interessant. Ze bieden een fascinerende inkijk in hoe er digitaal oorlog gevoerd wordt – niet met bommen, maar met profielen, polls en filmpjes. Sommige details zijn inmiddels gedateerd. In 2010 had Facebook nog wall posts, en er wordt verwezen naar platforms als Google+, Blackberry en MSN. Maar de denkwijzen, de strategieën en de methodes zijn nog steeds relevant.
Dit zijn de gereedschappen waarmee je de publieke opinie kunt beïnvloeden
Neem Underpass, een tool om online peilingen te manipuleren; Badger en Warpath voor het massaal versturen van sms’jes; Silverlord om videowebsites te verstoren; Spring Bishop om privéfoto’s van doelwitten op Facebook te verzamelen; Angry Pirate om het account van een doelwit permanent uit te schakelen; Gateway en Slipstream om het verkeer naar een website en het aantal paginaweergaven daarvan te verhogen; Predator’s Face om DDoS-aanvallen mee uit te voeren; en Changeling om e-mails te vervalsen.
Deze documenten laten de gereedschappen zien waarmee je via sociale media platforms en discussiefora mensen kunt misleiden en hoe je de publieke opinie kunt beïnvloeden.
Schrijf je in voor de Wordt Vervolgd-nieuwsbrief:
Als je ziet wat de GCHQ in 2010 allemaal al had ontwikkeld, hoe geavanceerd zijn de middelen van vandaag dan? Het is bijna griezelig om je dat af te vragen. Hoe worden deze middelen nu ingezet? Wie wordt er online aangepakt en waarom? Waarom gaan bepaalde TikTok-reels of YouTube-video’s viraal, en andere niet? Waarom kun je van bijna elke plek ter wereld recente satellietfoto’s op Google Maps bekijken, maar niet van Gaza of Oekraïne? Waarom luistert Google zo goed naar Rusland, als dat land vraagt om kritische video’s weg te halen? En waarom luistert Facebook zo goed naar Israël als het gaat om verwijderen van pro-Palestijnse propaganda?
Online wapens
En wat gebeurt er nu met kunstmatige intelligentie? Hoe ver is de manipulatie daar? Kun je de antwoorden van OpenAI, Gemini en Grock vertrouwen als het gaat over gevoelige kwesties? Wees alert. Als iemand zijn hart laat spreken over burgers in Teheran, Gaza of Tel Aviv en vervolgens uitgemaakt wordt voor propagandist, besef dan dat er online wapens bestaan om mensen en verhalen onschadelijk te maken.
Neem deze parallelle wereld tegelijk ook niet te serieus. Uit zelfbescherming. Want weinig mensen zijn online makkelijker belachelijk te maken en te manipuleren dan mensen die overal het werk van inlichtingendiensten zien.