Domme dingen die dictators doen #11: Orbáns megalomane voetbalplan

Viktor Orbán
© WIKICOMMONS

Naast de gruwelijkheden die onder het juk van dictatoriale regimes plaatsvinden, valt er soms, heel soms, ook nog iets (uit) te lachen.

Hongarije kampte vorig jaar met een torenhoge inflatie van bijna 25 procent: het hoogste percentage van de EU. Als premier hou je dan de uitgaven een beetje binnen de perken, toch? Niet Viktor Orbán. Omdat hij naast het afbreken van de democratie ook graag naar voetbalwedstrijden kijkt, bood hij maar liefst 8 miljoen euro om de Italiaanse derby tussen Inter en AC Milan in Hongarije plaats te laten vinden. En dan niet in Boedapest, maar in het slaperige dorpje Felcsút waar Orbán opgroeide. Voor 12,4 miljoen euro liet hij hier deels met overheidsgeld de gigantische Pancho Arena bouwen, pal naast zijn weekendhuis. De plaatselijke inwoners (zo’n 1.870 in 2019) passen er twee keer in. De wedstrijd tussen Milan en Inter op 18 januari 2023 werd uiteindelijk gewoon in de hoofdstad van Saudi-Arabië gespeeld. 0-1 voor Orbán. 

Meer over dit onderwerp