Amnesty reisde voor het eerst naar Saudi-Arabië. Dit is wat er gebeurde
Voor het eerst reisde Amnesty’s Saudi-Arabië-expert Floor Beuming naar het land dat ze al tien jaar op de voet volgt. ‘We weten dat we hier geen onderzoek mogen doen, maar we willen met eigen ogen zien hoe het land zich heeft ontwikkeld.’
Zaterdag
‘Ga er maar van uit dat je gemonitord wordt’, zei een collega voordat we vertrokken. ‘Vermijd gevoelige onderwerpen, vooral in publieke ruimtes, maar zelfs in de lift of in je hotelkamer.’ Nu zitten Dana Ahmed en ik, Saudi-Arabië-onderzoekers van Amnesty International, bij de gate op het vliegveld van Istanbul. We bespreken wat we in Riyad gaan doen en wie we daar gaan spreken. En we realiseren ons dat we nu al op onze woorden moeten passen.
Voor het eerst gaat er een officiële Amnesty International-missie naar Saudi-Arabië. We nemen met vier mensen deel aan het Internet Governance Forum (IGF), een VN-platform dat dit jaar door Saudi-Arabië wordt gehost. Amnesty wordt door de Saudische autoriteiten gezien als een vijandige organisatie, maar het IGF en verschillende overheden hebben onze veiligheid gegarandeerd. Na lang wikken en wegen besloten we dat de kansen opwegen tegen de risico’s. Op het IGF gaan we de grootschalige repressie van vreedzame online meningsuiting aankaarten: socialemediaposts leiden in Saudi-Arabië regelmatig tot marteling, verdwijning of tientallen jaren gevangenisstraf.
Dat hij het zelf ook allemaal vrij ongemakkelijk vindt, zien we aan de zweetdruppels op zijn hoofd
Sinds Mohammed Bin Salman – ook wel MBS genoemd – aan de macht is, is het land opener geworden en zijn er vooral rond vrouwenrechten verbeteringen doorgevoerd. Tegelijk draait de PR-machine op volle toeren en wordt de aandacht afgeleid van een andere realiteit: de enorme toename van repressie en executies. En het lijkt te werken: van bedrijven en diplomaten horen we dat iedereen onder de indruk is van de snelle veranderingen. We weten dat we hier geen onderzoek mogen doen, maar we willen in ieder geval met eigen ogen zien hoe het land zich heeft ontwikkeld.
De aankomst in Riyad is spannend, want de autoriteiten zijn onvoorspelbaar. Maar we komen zonder problemen door de paspoortcontrole en zitten binnen een halfuur in de taxi naar het hotel.
Zondag
We brengen de dag door in de diplomatieke wijk, een schitterend, groen deel van Riyad met futuristische architectuur en jarenvijftiggebouwen. Toch hangt er een vreemde sfeer. Al wandelend realiseren we ons waarom: er loopt bijna geen mens op straat. Alleen een paar arbeidsmigranten die aan bouwprojecten werken. De afgelopen jaren onderzochten wij op afstand de situatie van arbeidsmigranten in Saudi-Arabië en het kostte veel moeite om mensen te spreken. Nu zien we ze, maar kunnen we ze met het oog op hun veiligheid niet aanspreken.
Van diplomaten horen we dat er tientallen, mogelijk honderden mensen vastzitten vanwege tweets. Wat wij weten, is dus nog maar het topje van de ijsberg. ‘Hier zitten twee soorten mensen vast’, hoorde een diplomaat van een gedetineerde. ‘Al-Qaeda-aanhangers en twitteraars.’ Vrijwel de hele Saudische mensenrechtenbeweging is opgepakt of na vrijlating op andere manieren tot zwijgen gebracht, wat het nog moeilijker maakt om mensenrechtenschendingen te documenteren. Wat naar buiten komt over repressie, is maar een fractie van wat er werkelijk gebeurt.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Wordt Vervolgd:
Maandag
Het IGF vindt plaats in een enorme, paleisachtige conferentiehal. Onze tafel staat in een hoekje achterin. We leggen folders neer over ons werk en over personen die vastzitten voor hun vreedzame meningsuiting online. Zoals Manahel al-Otaibi, een fitnessinstructrice die voor haar posts op sociale media werd veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf.
Die ochtend spreken we met diplomaten en als we terugkomen bij onze stand zijn alle folders verdwenen. Als we verhaal willen halen, komt het hoofd van de organisatie langs om uit te leggen dat we volgens de IGF-gedragsregels geen individuele landen mogen bekritiseren. Dat hij het zelf ook allemaal vrij ongemakkelijk vindt, zien we aan de zweetdruppels op zijn hoofd.
Een Saudische mensenrechtenverdediger met wie we een lunchafspraak hebben, zegt ’s ochtends af. Ze durft het toch niet aan.
Dinsdag
In een oud deel van Riyad komen we langs het hoofdkantoor van de religieuze politie, die tot 2017 door de straten liep. De straffen voor ‘immoreel gedrag’ – als een vrouw zich bijvoorbeeld niet goed bedekte – variëerden van een boete tot detentie of zelfs executie. Vlak na zijn aantreden maakte Mohammed Bin Salman een einde aan de macht van de religieuze politie. De buurt van het hoofdkantoor zit nu vol gezellige koffietentjes waar mannen en vrouwen samen zitten.
Bij terugkomst in het hotel zoeken we op waar tot voor kort de publieke executies werden uitgevoerd. Het blijkt hetzelfde plein met de gezellige koffietentjes te zijn. Dat is tekenend voor de strategie van MBS: naar buiten toont hij een beeld van een land dat aan het hervormen is, dat opener wordt. Maar achter gesloten deuren stijgt het aantal executies sneller dan ooit tevoren. In 2024 werden meer dan driehonderd mensen geëxecuteerd, het hoogste aantal in dertig jaar. Er ontstaat alleen minder ophef over dan toen mensen publiekelijk met een zwaard onthoofd werden. Ook wel zo fijn voor alle westerse bedrijven, waarvoor deze publieke executies altijd een grote bron van ongemak waren.
Woensdag
Voorafgaand aan onze reis schreven we brieven naar de autoriteiten met het verzoek om een gesprek. We kregen geen enkele reactie, ook niet van de Saudische mensenrechtencommissie. Vandaag gaan we bij de commissie langs. De receptionist belooft te kijken of er iemand beschikbaar is. Achter haar zien we mensen aan het werk, maar na een halfuur wachten krijgen we te horen dat er ‘niemand’ is.
Die avond vraagt een diplomaat of ons beeld van de situatie in het land is veranderd. We moeten haar teleurstellen. Het was eigenlijk precies wat we ervan hadden verwacht. Dat de repressie nog groter is dan we dachten, is zorgwekkend. En dat we zó dicht bij arbeidsmigranten en activisten zijn die we niet kunnen spreken, maakte dit bezoek vooral ook wrang.