Amnesty, let op uw zaak
Willem Offenberg, van 1993 tot 2006 hoofdredacteur van Wordt Vervolgd, uit zijn verbazing over het verdwijnen van het mensenrechtenmagazine.
Een van de taken van Wordt Vervolgd, uniek als onafhankelijk tijdschrift van een niet-gouvernementele organisatie, was in mijn ogen het verkennen van nieuw werkterrein. Dat wil zeggen: schendingen van mensenrechten waarmee Amnesty zich volgens haar mandaat toen nog niet bemoeide. Amnesty had toen bijvoorbeeld nog geen aandacht voor onderwerpen als homorechten, globalisering en fatsoenlijk ondernemen.
Van de eerste betaalde hoofdredacteur werd verwacht een professionele redactie op te tuigen. Medio 1993 nam ik de uitdaging aan om Wordt Vervolgd als volwassen magazine ook in de kiosk aan te bieden. Sommigen vonden dat ik daarbij te onstuimig te werk ging. Weekblad De Groene Amsterdammer maakte zich bijvoorbeeld boos over het ontslag van de vele vrijwillige medewerkers. Ik trok ondertussen schrijvers van naam aan, als Adriaan van Dis, Noam Chomsky en Gerard van Westerloo. Het bekroonde ontwerpbureau Heijdens Karwei ontwierp een nieuw, strak jasje.
Al in een van de eerste nummers werd Amnesty’s beknopte takenpakket bevraagd met een special over het mandaat van de organisatie. Achteraf bezien kinderlijk rebels, onder andere door een spotprent te plaatsen van een met prikkeldraad omheinde hersenpan. Niet netjes. Want het gedachtegoed van Amnesty is immers heilig.
‘Tot mijn verbazing blijk ik, nu het doek valt, de hoofdredacteur te zijn geweest met het meeste zitvlees’
Maar de grens van betamelijkheid werd echt overschreden door een foute woordspeling, met als mikpunt de Surinaamse coupleider Bouterse, verantwoordelijk voor de Decembermoorden. De ludiek bedoelde kop ‘Bouta aan de galg’ op het omslag, was voor de ledenraad aanleiding om per resolutie een doodvonnis voor het blad af te dwingen. Iemand in de zaal met honderden boze leden zwaaide met de laatste editie en joelde: ‘Willen we dit?’ ‘Neeeee!’ klonk het uit vele kelen. Gevolgd door een daverend applaus.
‘Het lijkt hier Oost-Europa wel’, was het commentaar van een afdelingshoofd, voorheen radioverslaggever en de enige aanwezige mediadeskundige. Hij vroeg zich bezorgd af of deze vertoning de pers zou halen. Dat gebeurde gelukkig niet.
Bestuursvoorzitter Lilian Gonçalves-Ho Kang You, zelf Surinaamse, maakte een eind aan het tumult over de inhoud van Wordt Vervolgd. Zij nam het volmondig op voor de onafhankelijkheid van de redactie, waarna decennia volgden waarin professionalisering kon worden voortgezet zonder interventie van hogerhand. Mede dankzij een nieuwe redactieraad met een professionele bezetting. Eindelijk gerechtigheid!
Bij mijn afscheid in 2006 citeerde jurist Bart Stapert, destijds bestuursvoorzitter van Amnesty, de paragraaf over vrijheid van meningsuiting uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Tot mijn verbazing blijk ik, nu het doek valt, de hoofdredacteur te zijn geweest met het meeste zitvlees. Twaalfenhalf jaar. Langer dan dit heb ik, bijna 80, het in mijn journalistieke bestaan nooit volgehouden. Ik meen daarom het recht te hebben om namens alle voormalig hoofdredacteuren mijn verbazing te uiten dat, juist in een tijdsgewricht waarin moeizaam verworven mensenrechten onder druk staan, een voor mijn toch tamelijk digibete generatie zo betekenisvol papieren orgaan de nek wordt omgedraaid.