Erik Koster, lid van de Amnesty-groep Dalfsen
© Andries de la Lande Cremer Fotografie

‘Ik hoop een klein splintertje bij te dragen’

Als tiener was Erik Koster al onder de indruk van Amnesty International. En toen rond 2013 Amnesty-groep Dalfsen op zijn laatste benen liep, voelde hij zich geroepen het stokje over te nemen. Want: ‘De fakkel moet blijven branden.’ Belangrijkste troeven van de groep: Bep, Nel en een gele bakfiets.

‘Ik wilde me er niet tegen verzetten’, zegt Erik Koster, rechter van beroep en één van de vijf vaste leden van de Amnesty-werkgroep Dalfsen. Koster coördineerde al een tijdje de Amnesty-collecte in het dorp toen op een koude avond iemand van Amnesty Dalfsen aanbelde met het verzoek de groep over te nemen. ‘Anders zouden ze zichzelf opheffen. Toen ik bij de collecte zat dacht ik altijd al: ik moet die werkgroep eens opzoeken. Dus ik zei ja. Samen met twee collectanten hebben we het toen opgepakt. Want de fakkel moet blijven branden in Dalfsen.’

Was je al langer bij Amnesty betrokken?
‘Zoals veel mensen kende ik Amnesty uit mijn jeugd. Als tiener bezocht ik informatieavonden over Amnesty, waar brieven werden geschreven op dat welbekende luchtpostpapier. Was ik erg van onder de indruk, dat er zo’n club was die zich inzette voor de bescherming van de rechten van mensen ver weg. Dat bleef altijd sluimeren, en rond 2008 werd ik gebeld of ik wilde collecteren. Dat wilde ik wel. Paar weken later belden ze terug: wil je ook coördineren? Wilde ik ook wel.’

Hoe gaat het nu met de groep Dalfsen?
‘Prima: we hebben vijf vaste leden en daaromheen een groep mensen die hier en daar bijspringen. Zoals Bep en Nel: twee gouden dames van in de zeventig die ervoor zorgen dat de schrijfacties worden verspreid. Zij zijn ook de spil van de Schrijfmarathon, tegenwoordig Write for Rights. Dat is altijd een groot succes in Dalfsen, tientallen mensen komen eropaf, in het Grand Café in het dorp. Bep en Nel zitten in het midden, sorteren de brieven en roepen af en toe de tussenstanden om.’

Was 2019 voor jullie een goed jaar?
‘De meest bijzondere activiteiten hadden te maken met contact met de jeugd. Wij waren in Heino op een bijeenkomst van World Servants, een vrijwilligersorganisatie van jongeren die in ontwikkelingslanden helpen met het bouwen van klinieken, scholen en dergelijke. En in het voorjaar stonden we op een evenement van Scouting Nederland. Ik vind dat belangrijk om te doen, de jeugd opzoeken. Want zoals ik al zei: de fakkel moet worden doorgegeven. Verder zijn we dit jaar gaan samenwerken met het plaatselijke theater De Stoomfabriek, voor de vertoning van films uit de collectie van Movies that Matter. In 2019 draaiden ze Cold War, prachtige film. In 2020 volgt in elk geval Shoplifters. En bij de kick-off van de Collecteweek kwam Amnesty-directeur Eduard Nazarski een presentatie houden. Hij ontmoette ook Jopie Smit, veertig jaar geleden een van de oprichtsters van Amnesty Dalfsen. Ze is nu boven de 90.’

Is er nog iets bijzonders aan jullie groep dat nog niet is genoemd?
‘Jazeker. Het meest unieke aan ons is dat wij in het bezit zijn van een heuse Amnesty-bakfiets. We hebben een oude bakfiets in Amnesty-kleuren laten pimpen door een mbo-klas in Zwolle. Echt een eyecatcher als je ermee door het dorp rijdt. Laatste keer dat we hem gebruikten was voor de publiciteit voor Write for Rights. Het is een geweldig pr-instrument.’

Tot slot: waarom vind je het belangrijk dat Amnesty bestaat?
‘Ik probeer me weleens te verplaatsen in de verhalen van mensen voor wie Amnesty zich inzet. Dat kan ik nauwelijks, want wij leven in een keurig aangeharkt landje. Wij hebben onafhankelijke rechters, vrije journalisten. Als ik lees over sommige andere landen vind ik dat beklemmend. Ik heb zoveel respect voor de mensen die ondanks gevaren opkomen voor de mensenrechten. Ik zou niet zo dapper zijn. Maar ik hoop een klein splintertje bij te dragen aan hun werk.’