Interview Renske Ferwerda

Succesvolle campagne tegen seksueel geweld in hoger onderwijs

Renske Ferwerda is een van de ruim 30 activistenleiders binnen de Let’s Talk About YES-campagne. Ze riepen het College van Bestuur van hun eigen hoger onderwijsinstelling op tot ondertekening van het Amnesty-manifest voor het tegengaan van seksueel geweld binnen de studentengemeenschap.

Het manifest werd samen met een aantal studenten geschreven en Renske en haar collega-activistenleiders ontvingen van Amnesty training en coaching gericht op lobbywerk en actievoeren op onderwijsinstellingen. Renske leidde anderhalf jaar een team dat binnen de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen onvermoeibaar lobbyde voor het manifest. Met resultaat, want op 15 december 2022 zette Annemarie Hannink van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool haar handtekening eronder, terwijl de universiteit belangrijke aanbevelingen uit het manifest overnam.

Activistenleider Renske

In maart 2021 besloot Renske Ferwerda, masterstudent Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit om mee te doen met een actie van Amnesty voor de Women’s March. Het ging om een protest tegen seksueel geweld, een onderwerp dat haar steeds meer bezighield. ‘Ik vond de cultuur op seksueel gebied in de studentengemeenschap niet fijn,’ vertelt ze. ‘Ik hoorde veel verhalen. Niet alleen de grote, zoals over de misstanden bij studentenvereniging Vindicat, maar ook kleine, van vrienden tegen wie ongepaste opmerkingen waren gemaakt. Via de actie voor Amnesty maakte ik kennis met de Let’s Talk About YES-campagne (LTAY). Ik associeerde Amnesty tot dan toe met petities tegen de doodstraf en andere mensenrechtenschendingen in het buitenland en wist niet dat ze zich ook lokaal manifesteerden. Ze zochten actieleiders voor LTAY. Ik heb me meteen aangemeld.’

Schrikbarende cijfers over seksueel geweld

Renske formeerde een team van vijf studenten dat op Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen de respectievelijke Colleges van Bestuur ertoe wilde bewegen om het LTAY-manifest te ondertekenen. Daarmee verplichten de hogeronderwijsinstellingen zich om hun verantwoordelijkheid te nemen in het tegengaan van seksueel geweld. En dat dat hoognodig is, blijkt uit de cijfers: 11 procent van de vrouwelijke en 1 procent van de mannelijke studenten zegt dat ze tijdens hun studietijd ongewenste penetratie hebben meegemaakt. Het manifest bevat een zestal punten waar hogeronderwijsinstellingen zich aan moeten houden om de consentcultuur te verbeteren, bijvoorbeeld dat medewerkers die regelmatig contact hebben met studenten erin worden getraind om op een trauma-sensitieve manier om te gaan met onderwerpen die te maken hebben met seksueel geweld.

Ondersteuning vanuit Amnesty

Renske en haar team kregen veel ondersteuning vanuit Amnesty. ‘Ik heb wel acht workshops gevolgd, onder meer over lobbyen en etiquette in MeToo-gesprekken. Ook sprak ik ongeveer om de week met een organizer (coach) van Amnesty. Die ondersteuning was heel fijn. Het geeft je het gevoel dat je niet alleen bent en deel uitmaakt van een beweging.’ In strategiesessies hielpen Amnesty-medewerkers haar om specifieke strategieën voor de twee Groningse hogeronderwijsinstellingen te bepalen. En dat was, zeker in het geval van de universiteit, absoluut nodig.

Hanzehogeschool meteen aan boord

Renske: ‘De hogeschool reageerde meteen op onze eerste e-mail, maar vanuit de universiteit kwam niks. Met de hogeschool konden we dus meteen direct door. We hebben er het onderzoek van Amnesty over seksueel geweld gepresenteerd en gesprekken gevoerd met de voor veiligheid verantwoordelijke medewerkers. Nadat de hogeschool de maatregelen die wij voorstellen in het manifest in het eigen beleid had vastgelegd, hebben ze in december 2022 het manifest ondertekend.’

Universiteit ligt dwars

Met de universiteit was het een heel ander verhaal, zegt Renske. ‘Het was heel moeilijk om met hen in contact te komen. Met het College van Bestuur lukte het al helemaal niet. Op een gegeven moment kwamen we wel in gesprek met de universiteitsraad, al werden we daarna telkens weer doorverwezen naar andere medewerkers. Maar niemand wilde het manifest ondertekenen, want dat was een kwestie voor het College van Bestuur. Uiteindelijk kwam die dan toch met een reactie: een keihard “nee”. Ze motiveerden dat besluit door te zeggen dat de universiteit naar een bredere aanpak van grensoverschrijdend gedrag streeft en dat het manifest te specifiek is.’ Renske denkt dat het hoogste bestuursorgaan van de Groninger universiteit zich niet wil committeren, omdat ze er dan op kan worden aangesproken als ze haar verplichtingen niet nakomt. Overigens is het manifest geen contract, maar een inspanningsverplichting.

Dubbel trots

Toch is ze heel trots op wat zij en haar team hebben bereikt. Want niet alleen heeft de Hanzehogeschool het manifest ondertekend, ook de Rijksuniversiteit heeft elementen eruit geïmplementeerd. Zo zag Renske laatst op de website een oproep om seksueel geweld te melden bij een vertrouwenspersoon. ‘Dat stond er drie 3 jaar geleden nog niet en ik weet zeker dat onze lobby er in belangrijke mate de oorzaak van is dat het er nu wél staat.’ Renske is minstens zo trots op haar team en zichzelf. ‘We vonden het allemaal moeilijk om dit probleem aan te kaarten. Maar we hebben het toch gedaan en nu is het voor onszelf minder een taboe om erover te praten.’

Meer over dit onderwerp