Amnesty's crisisonderzoeker Brian Castner doet onderzoek naar schendingen van de mensenrechten in Oekraïne

Interview onderzoeker Brian Castner

‘We werken volledig onafhankelijk’

Brian Castner is senior crisis-onderzoeker en wapenspecialist bij Amnesty’s Crisis Response Team. Hij werkte voorheen bij de explosievenopruimingsdienst van de luchtmacht van de Verenigde Staten. Brian deed na de Russische inval onderzoek in Oekraïne en legt uit wat zijn werk inhoudt.

‘Ik ben een bommenexpert, geen enkele andere mensenrechtenorganisatie heeft zo’n expert in huis.  Mijn hoofdtaak is om naar gebieden te gaan waar aanvallen zijn geweest. Daar zoek ik uit welke wapens werden gebruikt en hoeveel mensen werden gedood.’

Al ruim voor de Russische inval in Oekraïne monitorden we de situatie van afstand. En na de inval was ons onderzoek in eerste instantie ook nog op afstand. Want als ik word beschoten, kan ik mijn werk niet doen. Als een journalist aan het front een aanval meemaakt is het een verhaal, als ik daar sta en er is een aanval kan ik mijn werk niet doen, want ik moet mensen interviewen en heel specifieke vragen stellen om heel gedetailleerde informatie te verzamelen, dat zijn urenlange interviews. Veel zaken konden we goed van afstand bestuderen, zoals een aanval met clustermunitie op een school. We beschikten over videobeelden en beelden van sociale media en we legden contact met mensen ter plekke.’

Onderzoek in Oekraïne

‘Begin maart, zo’n anderhalve week na de start van de invasie, ging ik met twee collega’s naar Oekraïne. Dat vergt wel een goede voorbereiding. Naast de drie Amnesty-onderzoekers huurden we ook een Oekraïense contactpersoon in die tevens onze fotograaf was. Daarnaast hadden we verschillende tolken en chauffeurs, zodat er 24 uur per dag iemand beschikbaar was. Verder hebben we veel materialen zoals helmen en andere uitrusting om ons te beschermen, trauma-kits, middelen om per satelliet te communiceren, pre-paid telefoons en ik heb altijd een paar drukverbanden bij me.’

‘We werkten vanuit Lviv. Eerst zochten we mensen in de schuilkelders die ons konden informeren, en plekken waar we bewijzen konden zoeken. Ik sprak een man die in Charkov gewond was geraakt door clustermunitie. Hij had de munitie die een chirurg uit zijn lichaam had gehaald, bewaard. Daar heb ik foto’s van gemaakt. Voor zover ik weet is dit het eerste fysieke bewijs van het gebruik van clustermunitie. We onderzochten ook de inslag van een kruisraket in een televisietoren. Dat is lastig werk, omdat hier een raket vol elektronica in een radiotoren vol elektronica was ingeslagen, maar dit is mijn werk. Ook tekenden we getuigenverklaringen op van mensen in Boersja enkele weken voordat de beelden uit de stad naar buiten kwamen. Een 18-jarig meisje zag hoe haar ouders werden gedood.’

Veiligheid

‘We werken volledig onafhankelijk en reizen daarom niet mee met militairen of veiligheidstroepen. Ik laat niemand weten dat ik aanwezig ben om mezelf niet tot doelwit te maken. We zorgen voor onze eigen veiligheid door een goede inventarisatie van de plaatsen die we willen bezoeken: hoe komen we er binnen en hoe kunnen we er snel weer uit. We bezoeken plaatsen waar eerder aanvallen zijn geweest. Toch valt het niet uit te sluiten dat daar iets gebeurt, dus gaan we gericht te werk, doen we wat we moeten doen en daarna gaan we snel terug naar een plek waar een schuilkelder is.’

Heel veel werk

‘We leven in een tijdperk met sociale media waardoor er heel veel informatie, video’s en dergelijke beschikbaar zijn. Maar er is ook veel misinformatie. En mensen verspreiden goedbedoeld informatie die later onjuist blijkt te zijn. We nemen de tijd om alles grondig te onderzoeken zodat wat wij openbaren ook werkelijk is gebeurd. Tegelijkertijd zijn er ook gebieden zonder verbindingen voor mobiele telefoons waar juist weer weinig videomateriaal is. Om gebeurtenissen te kunnen bewijzen die niet op video staan, is er heel minutieus onderzoek nodig. We kunnen niet alles onderzoeken, maar wat we onderzoeken, doen we goed. En dit is bewijs dat kan bijdragen aan de berechting van daders.’

‘Als de oorlog nú zou eindigen, is mijn werk nog maar net begonnen. Dan kan ik eindelijk naar plaatsen gaan die eerder niet bereikbaar waren zoals Marioepol en Charkov. Er zijn zoveel aanvallen geweest dat ik de rest van mijn leven bewijzen zou kunnen verzamelen en kunnen nagaan wie in de gebouwen om het leven kwam. Potentieel zijn dat allemaal slachtoffers van misdrijven die berecht moeten worden.’

Meer over dit onderwerp