Interview Els Toeset

‘Zo lang ik gezond blijf, ga ik ermee door’

Els Toeset uit Haarlem Jaarverslag 2022 interview collectant Els Toeset. Ze begon bij een schrijfgroep en al snel werd ze ook collectant. Hoewel ze inmiddels 90 jaar oud is, is ze voorlopig niet van plan om daarmee op te houden.

Bijna heel haar volwassen leven heeft Els Toeset uit Haarlem vrijwilligerswerk gedaan. Al begon dat aanvankelijk niet vrijwillig, maar meer noodgedwongen, vertelt Els, die met haar 90 jaar inmiddels tot de allersterksten behoord. ‘Ik ben opgeleid tot binnenhuisarchitect en heb nog les gehad van Gerrit Rietveld. Ik werkte een aantal jaar bij de Rijksgebouwendienst, maar toen ik trouwde werd ik ontslagen. Zo ging dat in de jaren ’50. Later, nadat mijn eerste kind geboren was, wilde mijn man niet dat ik ging werken. In die tijd vonden mannen dat een belediging; alsof ze niet zelf hun gezin konden onderhouden.’

Wereldwinkel

Omdat ze niet wilde stilzitten, stortte Els zich op vrijwilligerswerk. Zo zat ze 15 jaar lang in een gemeentelijke vrouwenadviescommissie die beoordeelde of te bouwen gebouwen geschikt waren voor vrouwen, en werkte ze bij het ABC Architectuurmuseum in Haarlem. Daar is ze pas vorig jaar mee gestopt. Vanaf de jaren ’70 manifesteerde ze zich op het gebied van politiek en mensenrechten. Met twee andere vrouwen richtte ze in Haarlem de lokale vestiging van de – inmiddels voormalige – Wereldwinkel op. ‘We probeerden bekendheid te geven aan de situatie van mensen in wat toen de Derde Wereld heette,’ vertelt ze. ‘We verkochten bijvoorbeeld artikelen als koffie, waarmee boeren in Mexico meer konden verdienen dan ze normaal deden. Met dat geld richtten ze coöperaties op en stichtten scholen. Ik ben zelf in Mexico geweest om te kijken.’

Reclame voor Amnesty

In de Wereldwinkel in Haarlem was veel aandacht voor politiek en mensenrechten. Ook een van haar dochters stimuleerde haar in haar maatschappelijke bewustwording. Els demonstreerde tegen kernwapens en voor de Dwaze Moeders in Argentinië, en in de Wereldwinkel maakte ze kennis met Amnesty, waar, zoals Els vertelt, ‘bij de Wereldwinkel reclame voor werd gemaakt’. De volgende stap was de lokale schrijfgroep van Amnesty, waar ze brieven schreef voor politieke gevangenen in de hele wereld. Na een tijdje nam ze de leiding van de groep over en toen ze naar een andere wijk verhuisde, zette ze ook daar weer een schrijfgroep op.

Altijd rond etenstijd

Vanaf ongeveer medio jaren ’80 is Els ook ieder jaar weer collectant. ‘Ik vraag altijd of ik in mijn eigen straat mag collecteren,’ zegt Els. ‘Ik woon er 40 jaar en de mensen kennen mij in ieder geval van gezicht. Dan heb je meer kans dat ze geld geven. Ik neem er ook nog een andere straat in de buurt bij. Ik ga altijd rond etenstijd, want dan zijn de meeste mensen thuis. Als je later gaat is het donker en doen ze niet meer open. De adressen waar niet wordt opengedaan, schrijf ik op. Daar ga ik op een andere avond nog een keer langs. Een enkele keer doe ik nog een derde poging.’ De QR-code vindt ze een heel goed idee. ‘Dat helpt! Want de mensen hebben geen kleingeld meer.’

Alle landen

De meeste mensen bij wie Els aanklopt, willen Amnesty steunen. ‘Slechts een enkeling wil niet meedoen. In het begin – in de jaren ’80 dus – waren er nog wel heel wat mensen die zeiden: “Ik geef niet aan Amnesty, want dat zijn communisten.” Dan legde ik uit dat dat niet klopte en dat we in actie komen voor mensen in alle landen. Gelukkig hoor je die geluiden tegenwoordig niet meer.’

Gewoon doorgaan

Ondanks haar gevorderde leeftijd is Els voorlopig niet van plan om te stoppen met collecteren. ‘Het is geen zwaar werk, zoals in mijn 65-plus-volkstuintje, met al dat spitten en onkruid wieden. Daar ga ik volgend jaar denk ik wel mee ophouden. Alleen als het regent is collecteren een vervelend klusje. Maar dan wacht ik gewoon tot het over is, of pak een paraplu. Zo lang ik gezond blijf, ga ik ermee door.’