Wetten in Wit-Rusland maken critici monddood

De Wit-Russische regering tolereert geen enkele vorm van kritiek, zo blijkt uit een nieuw Amnesty-rapport. Non-gouvermentele organisaties kunnen door strenge restricties nauwelijks hun werk doen. Bij protesten worden demonstranten gearresteerd en kunnen politieke oppositiepartijen zich niet registreren.

Het rapport What is not permitted is prohibited: Silencing civil society in Belarus beschrijft hoe de Wit-Russische overheid via wetgeving mensenrechtenverdedigers, vakbondsleiders, milieuactivisten en homoseksuelen het recht op vrije meningsuiting ontzegt.

Mensenrechtenwerk bemoeilijkt

Wit-Russen die hun onafhankelijke organisatie willen laten registreren krijgen te maken met strenge restricties en administratieve rompslomp. Activisten die zonder registratie werken, riskeren juridische vervolging. Zoals in zaak van Ales Bialiatski, de Wit-Russische gewetensgevangene voor wie Amnesty sinds december vorig jaar actievoert.

Ales is veroordeeld tot vierenhalf jaar gevangenisstraf, omdat hij geld van zijn eigen bankrekeningen in Polen en Litouwen had gebruikt voor het werk van zijn mensenrechtenorganisatie Viasna, die sinds 2003 is verboden.

Ook de politieke oppositie heeft het moeilijk: sinds 2000 zijn er geen nieuwe partijen geregistreerd vanwege de strenge regels.

Demonstraties verboden

Wettelijk is het niet toegestaan om te demonstreren in Wit-Rusland. Desondanks wordt er toch gedemonstreerd. In 2011 werden wekelijks stille protesten georganiseerd waarbij mensen in het hele land zwijgzaam demonstreerden. Deelnemers van deze stillen optochten werden geslagen, beboet of vastgezet.

Amnesty roept de Wit-Russische autoriteiten op het recht van burgers op vrije meningsuiting te respecteren. Bovendien moeten de autoriteiten wetten over de registratie en activiteiten van ngo’s  herzien.

Lees het Amnesty-rapport: What is not permitted is prohibited: Silencing civil society in Belarus