In Tunesië staat de vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk
© Andia/Universal Images/Getty Images

Tunesië moet mensenrechten respecteren nadat parlement buitenspel is gezet

Nu de Tunesische president Kais Saied het parlement op non-actief heeft gesteld en een aantal gerechtelijke bevoegdheden heeft overgenomen, moet hij zich publiekelijk inzetten voor het beschermen van de mensenrechten, waaronder de rechten op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering.

Amnesty International maakt zich extra zorgen dat de mensenrechten in Tunesië niet worden gerespecteerd nadat veiligheidstroepen het kantoor van persbureau Al Jazeera in Tunis binnenvielen en nadat de president dreigde grof geweld in te zetten tegen ‘degenen die de staatsveiligheid bedreigen’.

‘Bedreiging van de veiligheid van het land’

President Kais Saied beriep zich op artikel 80 van de Grondwet van 2014, dat hem volgens sommige interpretaties het recht geeft om uitzonderlijke maatregelen te nemen in het geval van een ‘aanstaande bedreiging van de veiligheid en onafhankelijkheid van het land’. Het artikel vereist dat de president ervoor zorgt dat de maatregelen een ‘zo snel mogelijke terugkeer naar normaal functionerende staatsinstellingen en -diensten garanderen’. Ook gaat het ervanuit dat er een Grondwettelijk Hof is om de mensenrechten te beschermen. Opeenvolgende parlementen zijn er echter al zeven jaar niet in geslaagd de vereiste leden te kiezen om dat Grondwettelijk Hof te vormen.

Prille democratie in gevaar

Nadat de Tunesische bevolking in 2011 in opstand kwam, werden democratische hervormingen doorgevoerd. Die zijn nu in gevaar, vooral door het ontbreken van een Grondwettelijk Hof om de rechten van de bevolking te beschermen. President Kais Saied moet ervoor zorgen dat Tunesië zijn verplichtingen wat betreft internationale mensenrechtenwetgeving nakomt. Ook moet hij voorkomen dat er politieke zuiveringen plaatsvinden.

‘De inval in de kantoren van Al Jazeera is een schandalige aanval op het recht op vrijheid van meningsuiting. Het is een zeer verontrustend precedent dat aangeeft dat de mensenrechten in deze periode gevaar lopen’, zegt Heba Morayef van Amnesty International.

Harde woorden president

Na een dag van protesten kondigde president Kais Saied op 25 juli 2021 in een televisietoespraak aan dat hij het parlement voor 30 dagen wil schorsen. Ook verklaarde hij de immuniteit van parlementsleden op te heffen en de leiding te nemen over de gerechtelijke vervolging van parlementariërs. Na zijn aankondiging blokkeerde het leger, dat door de president wordt aangevoerd, de toegang tot het parlement.

Tijdens zijn toespraak waarschuwde de Tunesische president ook dat iedereen die ‘een kogel zou gebruiken’ tegen de veiligheidstroepen ‘een kogelregen’ als antwoord krijgt. Volgens internationaal recht mogen veiligheidstroepen alleen dodelijk geweld gebruiken wanneer dit strikt noodzakelijk is om mensenlevens te beschermen. Ook moet het gebruik ervan proportioneel zijn. Tunesische veiligheidstroepen staan bekend om het buitensporig gebruik van geweld waarvoor ze bijna nooit ter verantwoording worden geroepen.

Premier ontslagen

President Kais Said ontsloeg premier Hichem Mechichi. Zijn regering wordt verantwoordelijk gehouden voor de verslechterende mensenrechtensituatie in Tunesië. Tijdens demonstraties in januari 2021 werden duizenden jongeren gearresteerd. Protesten werden door de veiligheidstroepen met geweld uiteengedreven. Ook martelden veiligheidsagenten demonstranten die in hechtenis waren genomen. Mechichi’s regering richtte haar pijlen ook op activisten die zich kritisch uitlieten of deelnamen aan vreedzame demonstraties. Ontevredenheid over het corona- en vaccinatiebeleid leidde tot massale protesten op 25 juli 2021. Tunesië heeft het op één na hoogste sterftecijfer als gevolg van corona ter wereld.

Kantoor Al Jazeera binnengevallen

Op 26 juli 2021 meldde Al Jazeera dat twintig zwaarbewapende politieagenten in burger het kantoor in Tunis binnenvielen. Al het personeel moest het pand verlaten en hun telefoons en andere apparatuur werden in beslag is genomen. Het sluiten van een televisiestation of het opleggen van willekeurige beperkingen aan de media enkel op basis van hun vermeende politieke of andere voorkeuren, is een grove schending van het recht op vrijheid van meningsuiting.

Zorgen Amnesty

Amnesty International is vooral bezorgd over de aankondiging van de president dat hij het openbaar ministerie zal voorzitten bij de vervolging van parlementsleden nadat hun immuniteit is opgeheven. ‘Rechterlijke onafhankelijkheid is een van de hoekstenen van een samenleving die rechten respecteert. Dat mag niet terzijde worden geschoven. Als deze bevoegdheid in handen komt van de uitvoerende macht, is dat zeer zorgwekkend. De Tunesische president moet een eerlijk proces voor iedereen garanderen en mag zijn rechterlijke macht niet gebruiken om politieke rekeningen te vereffenen of om kritische stemmen het zwijgen op te leggen’, zegt Heba Morayef.

Tunesië is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten. Dit verdrag verbiedt staten onder alle omstandigheden om bepaalde mensenrechten op te schorten. Zo mag het recht op een eerlijk proces zelfs tijdens een noodtoestand niet worden opgeschort.

Achtergrond

Tunesië bevindt zich in een wankele democratische overgangsfase sinds het president Zine el Abidine Ben Ali in 2011 ten val bracht. Het land hield in oktober en november 2019 parlements- en presidentsverkiezingen die president Kais Saied aan de macht brachten. De verkiezingen zorgden voor een versplinterd parlement, waarbij geen enkele partij meer dan 25 procent van de zetels veroverde. De islamistische partij Ennahda is de grootste met 52 van de 217 zetels, op de voet gevolgd door de partij Qalb Tounes. Sinds de verkiezingen zijn er drie regeringsleiders benoemd.

Tunesië verkeert al enkele maanden in een politieke crisis. Er zijn meningsverschillen over de verdeling van de macht tussen de president en het regeringshoofd, die beide uitvoerende bevoegdheden hebben volgens de grondwet van 2014. Duizenden mensen gingen de afgelopen dagen de straat op om te protesteren tegen de economische crisis en het falende coronabeleid.