Sudan: vervolg degenen die demonstranten doden en martelen
Er moet een einde komen aan de wrede onderdrukking van demonstraties in Sudan. Leden van de veiligheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor het doden, verwonden en martelen van demonstranten moeten berecht worden. Dat zeggen Amnesty International en het African Centre for Justice and Peace Studies (ACJPS) in een vandaag uitgebracht rapport.
In het rapport Excessive and deadly wordt een schokkend patroon van willekeurige arrestaties en detentie, marteling en het gebruik van buitensporig geweld beschreven. Het onthult ook een grote mate van straffeloosheid waarbij degenen die verantwoordelijk zijn voor de schendingen niet ter verantwoording worden geroepen.
Mensen die hun onvrede uiten over de onderdrukking van de regering en de economische crisis in het land worden hard aangepakt met knuppels, vuisten en kogels.
Onwettig geweld en detenties
Tijdens landelijke protesten in 2012 werden op één dag twaalf demonstranten – onder wie tien kinderen – doodgeschoten. Tijdens demonstraties in 2013 werden 185 mensen gedood. De meerderheid was in het hoofd of de borst geschoten. In veel gevallen blokkeerden de politie en de NISS (veiligheidsdienst) de toegang tot ziekenhuis en arresteerden zij mensen die medische hulp zochten.
Sinds 2012 worden honderden demonstranten zonder aanklacht en zonder contact met de buitenwereld vastgehouden. Onder hen zijn mensenrechtenactivisten, oppositieleden en studenten. Veel van hen zijn gemarteld door agenten van de veiligheidsdienst.
Straffeloosheid
Ondanks geloofwaardig bewijs van mensenrechtenschendingen, stelt de Sudanese overheid geen onderzoek in. Ook zijn geen stappen genomen om slachtoffers te compenseren. Wettelijke regelingen die ambtenaren en leden van de veiligheidsdienst en politie de hand boven het hoofd houden, staan vervolgingen voor schendingen in de weg. Mensen die klachten indienen worden genegeerd of bedreigd.
Slachtoffers en hun familieleden wachten op gerechtigheid. De moorden, willekeurige arrestaties, en marteling en mishandeling van demonstranten sinds 2012 moeten dringend grondig en onafhankelijk worden onderzocht.
