Saudi-Arabië: censuur Netflix zoveelste schending vrije meningsuiting

Netflix haalde na klachten van Saudische ambtenaren een aflevering van een comedyshow van haar Saudische streamingkanaal. Volgens de Saudische autoriteiten zou de aflevering de Cybercriminaliteitswet schenden. Deze censuur is het zoveelste voorbeeld van schending van het recht op vrijheid van meningsuiting door de Saudische autoriteiten.

De Saudisch ambtenaren klaagden over een aflevering van de Amerikaanse serie Patriot Act. De comedian Hasan Minhaj bekritiseerde daarin op satirische wijze de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman, naar aanleiding van de moord op de journalist Khashoggi op de Saudische ambassade in Istanbul in oktober 2018. Volgens het Saudische ministerie van Informatie schond Netflix de Cybercriminaliteitswet door het ‘via het informatienetwerk of computers produceren, voorbereiden, doorsturen of opslaan van materiaal dat botst met de openbare orde, religieuze waarden, publieke moraal en privacy.’ Daarop staat tot vijf jaar celstraf en een boete.

Autoriteiten creëeren angstcultuur

De Saudische autoritieten hebben de Cybercriminaliteitswet al veelvuldig gebruikt om dissidenten de mond te snoeren. Daarmee creëren ze een angstcultuur waarin niemand in Saudi-Arabië zich meer durft uit te spreken. Sinds de kroonprins Mohammed bin Salman in juni 2017 aan de macht kwam, zijn al vele mensenrechtenverdedigers activisten en critici van het regime willekeurig opgepakt of onterecht veroordeeld tot lange gevangenisstraffen omdat zij niets anders deden dan gebruikmaken van hun recht op vrijheid van meningsuiting.

Samah Hadid, Amnesty’s Midden-Oostendirecteur: ‘Door te buigen voor de eisen van de Saudische autoriteiten loopt Netflix het risico het Saudische zero-tolerance-beleid tegenover vrijheid van meningsuiting te faciliteren en de autoriteiten te helpen mensen het recht op vrije toegang tot informatie te onthouden.’

Netflix liet in een verklaring weten: ‘Wij ondersteunen artistieke vrijheid wereldwijd en hebben deze aflevering in Saudi-Arabië alleen maar verwijderd nadat we een geldig juridisch verzoek hadden ontvangen – en om te voldoen aan lokale wetgeving.’