Rusland: Schaamteloze aanval op journalisten en mensenrechtenverdedigers in Noord-Kaukasus illustreert falen autoriteiten

De gewelddadige aanslag op journalisten en mensenrechtenverdedigers in de Russische autonome republiek Ingoesjetië, bewijst opnieuw het catastrofale onvermogen van de Russische autoriteiten om mensen te beschermen die zich inzetten voor de mensenrechten.

Aanval

Op 9 maart was een groep journalisten uit Rusland, Zweden en Noorwegen samen met mensenrechtenverdedigers van de Joint Mobile Group op weg naar het aangrenzende Tsjetsjenië, toen ze werden aangevallen.

Hun busje werd door zo’n twintig gemaskerde mannen tegengehouden, waarna de inzittenden er uit werden gesleurd en vervolgens in elkaar werden geslagen. De aanvallers noemden hen ‘terroristen’ en ‘verdedigers van terroristen’ en waarschuwden de groep nooit meer naar Tsjetsjenië te gaan. Het busje en de bezittingen van de groep werden in brand gestoken. Een uur later werd het kantoor van de Joint Mobile Group in Ingoesjetië door zeker vijf gemaskerde mannen beschadigd.

Straffeloosheid

De Russische wet kent specifieke bepalingen waarmee iedereen die schuldig wordt bevonden aan geweldsmisbruik en het vernielen van andermans bezittingen, bestraft kan worden. Desondanks worden deze bepalingen niet in deze zaak toegepast, maar wordt uitgegaan van ‘hooliganisme’.

Joint Mobile Group

De Joint Mobile Group zet zich in Tsjetsjenië in voor gerechtigheid voor slachtoffers van marteling. De organisatie werd in 2009 opgericht na de moord op mensenrechterverdedigster Natalia Estemirova. Oprichter Igor Kaliapin zegt dat de groep en de medewerkers herhaaldelijk in de Tsjetsjeense pers als ‘vijanden van de staat’ en ‘terroristen’ worden afgeschilderd, en eveneens voor agenten van de Westerse veiligheidsdiensten worden uitgemaakt.

Het is de derde keer sinds december 2014 dat de Joint Mobile Group is aangevallen. De vorige aanval was in juni 2015.