Pakistan moet beschuldiging van godslastering tegen 8-jarige jongen intrekken (update)

In Pakistan is een 8-jarige hindoeistische jongen aangeklaagd vanwege godslastering. Hij zou in de bibliotheek van een madrassa, een islamitische school, hebben geplast. De jongen kan de doodstraf krijgen.

Update

De politie in Pakistan heeft de aanklacht wegens godslastering tegen de jongen op 12 augustus 2021 ingetrokken na druk van de media en de regering vanwege zijn arrestatie. De jongen en zijn familie zitten nog wel ondergedoken en worden door de politie beschermd uit angst voor represailles.

##

In de bibliotheek worden religieuze teksten bewaard. Nadat het nieuws over de jongen bekend werd, bestormde een menigte een lokale hindoetempel.

Blasfemiewetten misbruikt

‘Blasfemiewetten worden in Pakistan al lange tijd gebruikt om minderheidsgroepen aan te pakken, maar deze zaak is een schokkende nieuwe stap’, zegt Rimmel Mohydin van Amnesty International. ‘De Pakistaanse autoriteiten moeten er niet alleen voor zorgen dat deze absurde aanklachten worden ingetrokken. Ze moeten ook onmiddellijk bescherming bieden aan de jongen, zijn familie en de hindoegemeenschap. En degenen die verantwoordelijk zijn voor het geweld tegen de hindoegemeenschap, moeten ter verantwoording worden geroepen. Amnesty dringt er bij de autoriteiten op aan om deze wetgeving  in te trekken.’

Voorlopige hechtenis

Volgens berichten zit de jongen in voorlopige hechtenis nadat hij vorige week op borgtocht werd vrijgelaten. Zijn familie is ondergedoken. Na zijn vrijlating werd een lokale hindoetempel door een menigte aangevallen, waarna leden van de hindoegemeenschap hun huizen ontvluchtten. Tot dusver zijn twintig mensen gearresteerd in verband met de aanval. Het Pakistaanse parlement heeft unaniem een ​​resolutie aangenomen waarin de aanval op de tempel wordt veroordeeld.

Doodstraf

Volgens het Pakistaanse Wetboek van Strafrecht staat de doodstraf op godslastering, hoewel het niet duidelijk is onder welk specifiek artikel van het wetboek de jongen is aangeklaagd.

De blasfemiewetten van Pakistan zijn breed, vaag en dwingend. Daardoor is het mogelijk deze wet te misbruiken en schendt het de internationale wettelijke verplichtingen van Pakistan om de mensenrechten te respecteren en te beschermen, waaronder de vrijheid van godsdienst. Hindoes vormen de grootste niet-moslimminderheid van Pakistan en vormen naar schatting tussen de 2 en 4 procent van de bevolking.