Oplossing opvang mensen zonder geldige verblijfspapieren verder weg dan ooit

Vandaag werden twee gerechtelijke uitspraken over het bieden van bed, bad en brood aan migranten zonder geldige verblijfspapieren gepubliceerd. Op basis van internationale mensenrechtenverdragen staat als een paal boven water dat iedereen – ongeacht diens verblijfsstatus – onvoorwaardelijk recht heeft op basale voorzieningen. Helaas stellen de uitspraken dat het Rijk wel voorwaarden mag stellen aan opvang, namelijk dat mensen zonder geldige verblijfspapieren meewerken aan terugkeer. En gemeenten mogen mensen zonder geldige verblijfspapieren die op straat staan naar het Rijk doorverwijzen.

De rechters gaan ervan uit een juridisch sluitende oplossing te hebben gevonden, die echter het praktische probleem van mensen zonder geldige verblijfspapieren die op straat leven op geen enkele manier oplost. Sterker nog, met de uitspraken wordt dit probleem alleen groter. Wanneer een vreemdeling om welke reden dan ook niet wil meewerken aan terugkeer kan hij/zij door het Rijk op straat worden gezet. Gemeenten hoeven volgens de rechters dan geen opvang te bieden, waardoor mensen zonder geldige verblijfspapieren veroordeeld zullen zijn tot een verblijf op straat.

De uitspraken zorgen er daardoor voor dat migranten zonder geldige verblijfspapieren die op straat staan tussen wal en schip vallen. De uitspraken lossen dan ook het maatschappelijk probleem waarmee gemeenten geconfronteerd worden niet op. Daarom roept Amnesty International de regering en gemeenten op om tot praktische oplossingen te komen die wél in de geest van internationale mensenrechtenverdragen zijn.

Lees het persbericht.