Ondanks tegenslag dichter bij een doodstrafvrije wereld

Ondanks enige tegenslag zette de wereldwijde trend richting afschaffing van de doodstraf in 2012 door. Dat is de conclusie van het onderzoek naar doodvonnissen en executies dat Amnesty International jaarlijks uitvoert.

Hoewel India, Japan, Pakistan en Gambia weer zijn begonnen met executeren en er een alarmerende toename van het aantal executies in Irak plaatsvond, bleef het uitvoeren van de doodstraf beperkt tot een geïsoleerde groep van landen. Wereldwijd is afschaffing nog steeds de trend. Slechts in 21 landen werden executies uitgevoerd in 2012. Dit aantal is bijna gelijk gebleven ten opzichte van 2011, maar verminderd ten opzichte van de 28 landen tien jaar eerder in 2003. Wereldwijd hebben nu 140 landen de doodstraf afgeschaft in wetgeving of in de praktijk.

China blijft blinde vlek

In 2012 zijn wereldwijd ten minste 682 executies uitgevoerd, twee meer dan in 2011. Minstens 1.722 keer werd de doodstraf opgelegd in 58 landen, ten opzichte van 1.923 keer in 63 landen het jaar daarvoor. Bij deze cijfers zijn niet de vermoedelijk duizenden executies in China meegenomen, omdat de exacte cijfers niet worden prijsgegeven door de Chinese autoriteiten. Ten minste 23.286 mensen zitten wereldwijd in een dodencel in afwachting van het voltrekken van hun vonnis.

‘Ondanks het feit dat de toename van het aantal executies en doodvonnissen in sommige landen een tegenvaller was, zet de wereldwijde trend richting afschaffing van de doodstraf door. In veel delen van de wereld behoren executies tot het verleden’, zegt Salil Shetty, secretaris-generaal van Amnesty International. ‘Slechts in één op de tien landen ter wereld worden executies uitgevoerd. Hun regeringsleiders zouden bij zichzelf te raden moeten gaan waarom zij nog steeds zo’n wrede en onmenselijke straf gebruiken, die de rest van de wereld al achter zich heeft gelaten.’

De top vijf van landen waar executies plaatsvonden bestond wederom uit China, Iran, Irak, Saudi-Arabië en de Verenigde Staten, op de voet gevolgd door Jemen. Methoden van executies in 2012 waren onder meer ophanging, onthoofding, het executiepeloton, de dodelijke injectie en ‘kruisiging’. De doodstraf werd voor diverse soorten misdaden opgelegd, inclusief geweldloze, drugs- gerelateerde en economische misdrijven, maar ook voor ‘afvalligheid’, ‘blasfemie’ en ‘overspel’. Handelingen die helemaal niet als misdaden gezien zouden moeten worden.

Geen bewijs voor afschrikwekkende werking doodstraf

Een argument dat vaak wordt gebruikt door voorstanders van de doodstraf is dat zij afschrikwekkend zou werken. Een uitgebreide studie in 2012 in de Verenigde Staten wijst uit dat dat niet klopt. Overheden die nog steeds executies uitvoeren, hebben geen steekhoudende argumenten meer om het gebruik van de doodstraf te legitimeren. Er bestaat geen bewijs voor de vermeende relatie tussen de bijzondere afschrikking van de doodstraf en het plegen van misdaden. De werkelijke reden voor het gebruik van de doodstraf is vaak een andere. In 2012 voerde landen executies uit voor politieke doeleinden, als populistische maatregel of als middel van repressie.

Amnesty International is tegenstander van de doodstraf, in alle gevallen en zonder uitzondering, ongeacht het soort of de omstandigheden van de misdaad. Ook de schuld, onschuld of andere kenmerken van het individu, en de methode van executie die door de staat wordt gebruikt veranderen dit standpunt niet. De doodstraf schendt het recht op leven en is de meest wrede, onmenselijke en vernederende manier van straffen.