Nieuw bewijs: veel burgerdoden door lukrake aanvallen Syrisch leger

Burgers, onder wie veel kinderen, zijn de voornaamste slachtoffers van de roekeloze en meedogenloze aanvallen door het Syrische leger. Dat concludeert Amnesty-onderzoeker Donatella Rovera die net terug is van onderzoek in het noorden van Syrië.

Rovera rapporteert over haar bevindingen in Syria: Indiscriminate attacks terrorize and displace civilians. Zij doet daarin verslag van haar onderzoek naar aanvallen van het Syrische leger  in 26 steden en dorpen in de regio’s Idlib, Jabal al-Zawiya ennoord-Hama. Daarbij kwamen 166 burgers om, onder wie 48 kinderen en twintig vrouwen.

Net zo erg als Aleppo en Damascus

In deze noordelijke regio’s tekent zich een zeer verontrustend patroon af waarbij regeringstroepen die in het nauw gedreven zijn door de oppositie dagelijks meedogenloze en lukrake bombardementen en beschietingen uitvoeren op gebieden waarover ze de controle zijn verloren – met desastreuze gevolgen voor de burgerbevolking. De ogen van de wereld zijn gericht op Aleppo en Damascus, maar de situatie in deze regio’s is net zo erg.

‘Regeringstroepen beschieten en bombarderen nu routinematig  steden en dorpen met zware wapens die niet op specifieke doelen kunnen worden gericht. Zij weten dat de slachtoffers van deze willekeurige aanvallen bijna altijd burgers zijn. Dergelijke wapens mogen nooit worden gebruikt in woonwijken’, aldus Rovera.

Oppositiegroepen hebben ook niet-precieze wapens gebruikt in woonwijken. Het gevaar bestaat dat zij in het bezit komen van meer lange-afstandswapens, waardoor de bevolking verder in gevaar komt.

Wat er moet gebeuren

De Verenigde Naties moeten de situatie in Syrië doorverwijzen naar het Internationaal Strafhof. De verantwoordelijken voor oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid weten dan dat zij zullen worden vervolgd. Dat zal leden van de regeringstroepen en de oppositie ervan weerhouden dergelijke misdrijven te plegen.