© REUTERS/Soe Zeya Tun

Myanmar: nieuw bewijs voor moorden door gewapende Rohingya-groep

De gewapende Rohingya-groep ARSA heeft één en mogelijk meerdere bloedbaden op haar geweten. Zo’n 99 hindoe-vrouwen, -mannen en -kinderen kwamen hierbij om het leven. Daarnaast maakte ARSA zich schuldig aan ontvoeringen van dorpsbewoners. Dat blijkt uit bewijs dat Amnesty vandaag publiceert na uitvoerig onderzoek in de staat Rakhine.

De Arakan Rohingya Salvation Army (ARSA) zaaide met deze wrede aanvallen in augustus 2017 veel angst onder de hindoes en andere etnische gemeenschappen in de deelstaat Rakhine. Amnesty-onderzoekers interviewden tientallen mensen in Myanmar en in vluchtelingenkampen in Bangladesh, en gebruikten fotografisch bewijsmateriaal dat door forensisch pathologen werd geanalyseerd.

Bloedbad in Kha Maung Seik

Op 25 augustus 2017 om ongeveer 8 uur ’s morgens viel ARSA de hindoe-gemeenschap in het dorp Ah Nauk Kha Maung Seik aan. In het dorp woonden hindoes samen met Rohingya en Rakhine (overwegend boeddhisten). Gewapende mannen die in het zwart waren gekleed brachten samen met lokale Rohingya tientallen hindoes samen. Ze werden beroofd, vastgebonden en geblinddoekt. Buiten het dorp werden de mannen en vrouwen gescheiden. Een paar uur later werden 53 van hen vermoord. Acht vrouwen en acht kinderen werden apartgehouden en ontvoerd. Ze werden door de ARSA-vechters gedwongen zich tot de islam te bekeren, en moesten met hen naar Bangladesh vluchten. In oktober 2017 keerden zij naar Myanmar terug.

© © Andrew Stanbridge/Amnesty International

De 22-jarige Bina Bala, die het bloedbad overleefde, vertelt:

‘De mannen hadden messen en lange ijzeren staven. Ze bonden onze handen op onze rug en blinddoekten ons. Ik vroeg wat ze aan het doen waren. Een van hen zei, “Jullie hebben een andere religie, jullie kunnen hier niet wonen.” Hij sprak de Rohingya-taal.’

Bloed aan hun handen

Amnesty sprak acht van de overlevenden van het bloedbad bij Kha Maung Seik. Allen hadden ze gezien hoe mensen werden vermoord of hun geschreeuw gehoord. De 18-jarige Raj Kumari vertelt:

‘Ze slachtten de mannen af. We mochten er niet naar kijken…. Ze hadden messen. En scheppen en ijzeren staven… We verstopten ons in de bosjes en konden het van daaruit een beetje zien… Mijn oom, mijn vader, mijn broer – ze werden allemaal vermoord.’

Formila, ongeveer 20 jaar, zag hoe de ARSA-strijders terugkwamen ‘met bloed aan hun zwaarden en handen.’ Ze zag later hoe ze de kelen van vrouwen en kinderen doorsneden.

© Private

Volgens de gedetailleerde lijst met slachtoffers van Ah Nauk Kha Maung Seik zijn er twintig mannen, tien vrouwen en 23 kinderen (veertien onder de 8 jaar) vermoord. Op dezelfde dag verdwenen alle 46 leden van de hindoe-gemeenschap in het naburige dorp Ye Bauk Kyar. Het totale dodental komt daarmee op 99.

Massagraven

In september 2017 werden de overblijfselen van 45 slachtoffers van Ah Nauk Kha Maung Seik in massagraven gevonden. De lichamen van de andere slachtoffers, en van de mensen uit Ye Bauk Kyar, zijn tot nu toe niet teruggevonden.

© Private

Onafhankelijk onderzoek nodig

Naast deze twee bloedbaden, heeft Amnesty ook bewijs gevonden voor een aantal andere moorden en gewelddadige aanvallen tegen andere etnische en religieuze gemeenschappen door ARSA.

“ARSA’s gruwelijke aanvallen door het leger van Myanmar opgevolgd door een campagne van etnische zuivering tegen de Rohingya. Beide acties moeten worden veroordeeld – mensenrechtenschendingen door de ene partij rechtvaardigen nooit schendingen door de andere partij”, zegt Tirana Hassan, directeur van Amnesty’s Crisis Response afdeling. “Alle overlevenden en de families van de slachtoffers hebben recht op gerechtigheid, de waarheid en schadevergoeding voor hun enorme leed.”

Vervolging Rohingya door het leger van Myanmar

Op 25 augustus 2017 viel ARSA ongeveer dertig veiligheidsposten van het leger van Myanmar aan. Het leger reageerde hierop met moorden, verkrachtingen, marteling, het platbranden van dorpen en het uithongeren van mensen. De gehele Rohingya-bevoling was het doelwit. Bijna 700.000 Rohingya uit Rakhine werden op de vlucht gejaagd. Zij leven nu onder erbarmelijke omstandigheden in buurland Bangladesh.

De mensenrechtenschendingen die ARSA beging zijn onderbelicht en moeten – net als de grootschalige en systematische schendingen van het leger van Myanmar – worden onderzocht. De daders van beide partijen moeten worden berecht.