Mijn leven: bewijzen zoeken in conflictgebieden

Sinds tien jaar leeft en werkt Tirana Hassan, directeur van Amnesty’s Crisis Response-programma in conflictgebieden. In deze blog beschrijft ze de gebeurtenissen die haar leven hebben gevormd.

Gastblog door Tirana Hassan, directeur van Amnesty’s Crisis Response-programma in conflictgebieden

Getuige zijn van verschrikkelijke gebeurtenissen

Werkend in conflictgebieden was ik in de afgelopen tien jaar getuige van verschrikkelijke gebeurtenissen die een mens fundamenteel kunnen veranderen. Maar de gebeurtenis die mijn leven veranderde, was vrij gewoon.

In 2001 bezocht ik een juridisch congres in Australië waar Eric Vardalis sprak. Hij was een van de advocaten van een groep asielzoekers die vastzat op een Noorse vrachtboot. Het schip de Tampa had 438 bootvluchtelingen gered, maar werd de Australische wateren niet binnen gelaten. Op het congres vertelde Vardalis hoe hij betrokken raakte. Hij zei dat hij met afschuw de gebeurtenissen op de tv volgde. Hij ging naar bed en zei tegen zichzelf ‘Ik ben zeker dat iemand hier iets aan gaat doen’.

De volgende dag werd hij wakker en dacht ‘Maar wat als niemand hier iets aan doet?’

Hij pakte zijn telefoon en begon rond te bellen. Door een combinatie van speurwerk en vastberadenheid lukte het hem de asielzoekers op de Tampa te spreken. Zijn verhaal en vooral de gedachte ‘Wat als niemand iets doet?’ bleef me bij en ik realiseerde me dat ik er niet vanuit kon gaan dat anderen iets aan de mensenrechten doen.

Humanitair werk

In de achttien maanden na het congres werkte ik samen met een groep probono-advocaten die asielzoekers vertegenwoordigden in het inmiddels gesloten detentiecentrum in Woomera, Australië. In het centrum woonden honderden mensen uit Irak, Afghanistan en Iran onder de meest afschuwelijke omstandigheden. Ze vertelden me talloze hartverscheurende verhalen van achtergebleven familieleden en verschrikkelijke vervolging. Ik bevond me opeens op een pad dat mij leidde naar de landen waar deze mensen vandaan vluchtten.

Tien jaar lang verleende ik humanitaire noodhulp. Ik was gespecialiseerd in de bescherming van kinderen en vrouwen in gewapende conflicten in Afrika en Azië. Langzamerhand besefte ik dat ik aan het sluitstuk van een conflict werkte. Ik was niet degene die de telefoon oppakte, ik was degene die achteraf de brokstukken moest opruimen.

Bescherming moet niet achteraf plaatsvinden. Mijn huidige werk in crisis respons kan verdere schendingen voorkomen, omdat ik getuige ben van gebeurtenissen, ter plekke ben en actie en verantwoording kan afdwingen terwijl schendingen plaatsvinden.

Werken voor Amnesty

Vorig jaar kwam ik bij Amnesty International werken als directeur van het Crisis Response-programma. Mijn team en ik moeten vastleggen wat er ter plekke gebeurt en dit wereldwijd onder de aandacht brengen. Slachtoffers krijgen zo een stem en hun verhalen zijn hopelijk een krachtig afschrikmiddel. Het is aan ons om moorden, verkrachtingen, ontvoeringen te documenteren voordat het bewijsmateriaal van deze schendingen verdwijnt door de chaos van een oorlog. We presenteren dit bewijsmateriaal aan regeringsleiders en verantwoordelijken om te voorkomen dat deze schendingen zich herhalen.

Ons werk is van levensbelang omdat we uit de geschiedenis een belangrijke les kunnen leren: als iemand eenmaal straffeloos wreedheden begaat, zal hij hiermee doorgaan.

Syrisch conflict

Drie weken geleden was ik bij de grens tussen Syrië en Turkije. Ik zag de stroom van onschuldige mannen, vrouwen en kinderen vanuit de noordelijke stad Aleppo die vluchtten voor onvoorstelbare terreur. Ik luisterde naar hun verhalen. Ouders beschreven hoe Russische en Syrische luchtaanvallen hun buurten verwoestten en hoe ze wanhopig door het puin zochten naar hun kinderen met wie ze een moment eerder nog aan het avondeten zaten. Ze vertelden me hoe de vliegtuigen weer omkeerden en nogmaals aanvielen toen burgers en reddingswerkers overlevenden uit het puin probeerden te halen.

Het conflict in Syrië kan mensen overweldigen, omdat de problemen enorm zijn: het grote aantal vluchtelingen, het verwarrende aantal strijdende partijen, het steeds maar stijgende aantal doden. Maar als een van onze onderzoekers hoort dat er nóg een mensenrechtenactivist in het land is verdwenen of wanneer een dokter ons vertelt dat er weer een ziekenhuis is getroffen door een luchtaanval, is het voor mijn team geen optie om overweldigd te raken.

Uiteindelijk zal er gerechtigheid zijn

Soms voelt het alsof we de gruwelijkheden in Syrië niet kunnen stoppen door alles vast te leggen en ter plekke te zijn. Maar in werkelijkheid kunnen miljoenen mensen geen kant op in het land en zijn miljoenen mensen op de vlucht buiten het land. Zij vertrouwen erop dat wij hen bijstaan en ervoor zorgen dat hun verhalen niet worden vergeten en dat hun levens worden beschermd.

We werken in Syrië om alles vast te leggen wat er gebeurt en dat doen we om een simpele reden: op een dag zal de oorlog voorbij zijn en dan moet er gerechtigheid komen.

Er zijn weinig schone handen in dit conflict. Het regime moet stoppen met het gooien van vaatbommen op gebieden waar burgers wonen, de Russen moeten stoppen met luchtaanvallen op scholen en ziekenhuizen, de oppositietroepen moeten zorgen dat hun daden in lijn zijn met internationaal humanitair recht. Het oorlogsrecht is niet een aantrekkelijk buffet waar strijdende partijen naar believen uit kunnen kiezen, en Amnesty International is er om alle partijen hieraan te herinneren.

Gerechtigheid zal er uiteindelijk komen, maar de miljoenen mensen die lijden kunnen niet zo lang wachten op oplossingen.

Hoe kunnen we helpen

Zolang het oorlog is, kunnen wij de Syrische bevolking als volgt te helpen.

De EU kan doden op zee en inhumane omstandigheden aan grenzen voorkomen door vluchtelingen veilige routes naar Europa te bieden. Europese landen kunnen de opvang van vluchtelingen in de regio, zoals in Libanon en Jordanië, financieel steunen en de regio ontlasten. Bijvoorbeeld door de kwetsbaarsten in Europa te hervestigen. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR selecteert kwetsbare vluchtelingen voor hervestiging. Denk aan ernstig zieken of alleenstaande kinderen. Andere landen nodigen deze kwetsbaren uit om daar te komen wonen. Zij kunnen dan veilig naar dat land reizen. Meer dan 1 miljoen mensen hebben volgens de UNHCR dringend hervestiging nodig. Nederland neemt er jaarlijks slechts 500 op. Dat is absoluut niet de snelle en ambitieuze respons die we willen zien.

We kunnen niet afwachten totdat iemand anders, elders in de wereld de ‘telefoon oppakt’ om er iets aan te doen. Het is tijd om in actie te komen, omdat we dat kunnen.

Roep premier Rutte op veel meer kwetsbare vluchtelingen te hervestigen.
> Teken de petitie!

Volg Tirana op Twitter