Amnesty International bevestigt dat op 9 november 2020 talloze, mogelijk honderden mensen in het noordwesten van Ethiopië zijn afgeslacht.
© Courtesy UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs © OCHA/ReliefWeb

Massamoord in de staat Tigray in Ethiopië

Amnesty International bevestigt dat op 9 november 2020 talloze, waarschijnlijk honderden mensen in het noordwesten van Ethiopië zijn afgeslacht. Amnesty’s Crisis Evidence Lab concludeert dit na analyse van geverifieerde foto’s en video’s waarop verspreid door de stad lichamen liggen of op brancards worden weggedragen. Het Lab bevestigt dat de beelden recent zijn. Met satellietbeelden kon worden vastgesteld dat het bloedbad plaatsvond in Mai-Kadra (May Cadera) in de staat Tigray.

‘We kunnen bevestigen dat een groot aantal burgers is vermoord. Het lijkt erop dat het dagloners waren die op geen enkele manier bij gevechten betrokken waren,’ zegt Deprose Muchena van Amnesty International. Tigray weigert om nog langer het gezag van de centrale regering te erkennen, omdat de regio zich onheus behandeld voelt door premier Ahmed Abiy. Die begon enkele dagen geleden een offensief om de bevolking van Tigray, die onafhankelijkheid nastreeft, te onderwerpen.

‘Het is een gruwelijke tragedie waarvan de werkelijke omvang pas later bekend zal worden aangezien de communicatie met Tigray platligt. De regering moet alle communicatie met Tigray herstellen om verantwoording af te leggen en transparant te zijn over haar militaire operaties in de regio. Amnesty zal hoe dan ook alle beschikbare middelen blijven gebruiken om schendingen door alle partijen bij het conflict te documenteren en te openbaren,’ zegt Muchena.

Gapende wonden

Amnesty sprak met getuigen die voedsel en andere benodigdheden leverden aan de Ethiopische strijdkrachten (EDF). Zij bezochten de stad Mai-Kadra onmiddellijk na de dodelijke aanval om dode lichamen en gewonde overlevenden te zoeken.

Mensen die de dode lichamen hebben gezien, vertelden Amnesty dat ze gapende wonden hadden die lijken te zijn toegebracht door scherpe wapens zoals messen en machetes. Een onafhankelijke patholoog die Amnesty inschakelde heeft dit bevestigd. Getuigen zeiden dat er geen tekenen waren van schotwonden.

Getuigen: milities verantwoordelijk

Amnesty heeft nog niet kunnen vaststellen wie verantwoordelijk is voor de moorden, maar getuigen zeggen dat milities die met het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) meevechten het bloedbad aanrichtten. Dat zou gebeurd zijn nadat ze verslagen waren door de federale EDF-troepen. Drie mensen verklaarden dat ze werden aangevallen door leden van het TPLF.

Een getuigde vertelde dat op 9 november overdag in de plaats Lugdi een militaire operatie van de EDF en de Amhara Special Force plaatsvond tegen de Tigray Special Police en een militie. ‘Nadat ze de Tigray-troepen hadden verslagen, bracht de EDF de nacht door in de buitenwijken van de stad Mai-Kadra. Toen we de stad binnenkwamen, zagen we veel in bloed gedrenkte dode lichamen, op straat en in slaapzalen voor seizoenarbeiders.’

Een andere getuige bevestigde dit: ‘We gingen naar de stad onmiddellijk nadat het leger en de Amhara Special Force op 10 november rond 10.00 uur de controle over de stad Mai-Kadra hadden overgenomen. Het leger viel binnen… nadat het de stad ’s nachts had omsingeld. Er was geen vuurgevecht voor het leger de stad innam. Maar toen we de stad binnenkwamen, was wat we zagen verschrikkelijk. De wegen waren bezaaid met lijken, vooral in het centrum van de stad, en op de weg die de stad met Humera verbindt.’

Mogelijk 500 slachtoffers

Hoewel het officiële dodental in Mai-Kadra nog niet bekend is, meldde het mediabureau van de regionale overheid van Amhara (AMMA) dat er ongeveer 500 slachtoffers waren. Het zou voornamelijk om mensen van buiten Tigray gaan. Een man vertelde Amnesty dat hij de identiteitskaarten van enkele slachtoffers had bekeken, en dat de meesten Amhara waren. Amhara-milities zouden meevechten aan de kant van het regeringsleger.

Amnesty’s oproep

Amnesty International roep de Ethiopische autoriteiten op onmiddellijk een onpartijdig en transparant onderzoek in te stellen en de verantwoordelijken voor de rechter te brengen.

Achtergrond

Op 4 november 2020 gaf premier Abiy Ahmed het leger de opdracht ten strijde te gaan in Tigray. Volgens hem was het een reactie op meerdere aanvallen van het Tigray People Liberation Front (TPLF). Het bestuur in Tigray is in handen van het TPLF, dat op gespannen voet staat met de federale regering in Addis Abeba.

Het ministerie van Defensie en de premier meldden dat vliegtuigen van de Ethiopische luchtmacht meerdere luchtaanvallen hebben uitgevoerd op militaire installaties van het TPLF. De premier en de stafchef van het leger beloofden meer doelgerichte luchtaanvallen uit te zullen voeren zonder daarbij het leven van burgers in gevaar te brengen. Zij adviseerden bewoners weg te blijven van munitiedepots en andere militaire doelen.

Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR waren op 11 november zo’n 7.000 mensen uit West-Tigray naar Sudan gevlucht. De Verenigde Naties zeggen dat de verantwoordelijken voor het bloedbad zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden.

Meer over dit onderwerp