Libanon: Gebrek aan medische zorg Syrische vluchtelingen

Door een tekort aan internationale steun krijgen veel Syrische vluchtelingen geen medische hulp in Libanon. Dit probleem is zo erg dat sommige vluchtelingen teruggaan naar Syrië om daar de benodigde medische zorg te krijgen, blijkt uit een nieuw Amnesty-rapport.

De gezondheidszorg in Libanon is grotendeels geprivatiseerd en erg duur. Hierdoor zijn de meeste Syrische vluchtelingen afhankelijk van de gesubsidieerde zorg van de vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR. Hiervoor heeft de VN een bijdrage van ruim 1,2 miljard euro aangevraagd bij de internationale gemeenschap. Tot nu toe heeft de organisatie slechts 17 procent van het benodigde geld ontvangen.

Door dit tekort vindt bij de UNHCR een strenge selectie plaats om te bepalen wie er in aanmerking komt voor medische zorg. Zelfs als iemand wel in aanmerking komt voor zorg, moet die persoon vaak toch nog 25 procent van de kosten zelf betalen.

Dilemma’s

Door het gebrek aan middelen komen hulpverleners en vluchtelingen voor moeilijke beslissingen te staan. Voor de UNHCR hebben primaire zorg en de behandeling van levensbedreigende noodgevallen de prioriteit. Hierdoor komen Syrische vluchtelingen met kanker of een andere chronische ziektes niet in aanmerking voor behandeling.

Zo gaat de vluchteling Amal twee keer per week terug naar Syrië voor nierdialyses die ze in Libanon niet kan betalen. ‘Ik ben bang om naar Syrië te gaan, maar ik heb geen keus.’

Beter beleid, meer internationale steun

Amnesty erkent dat de enorme toestroom van vluchtelingen een grote druk legt op een klein land als Libanon. Toch roept de organisatie de autoriteiten op een langetermijnstrategie op te stellen over hoe er moet worden omgegaan met de zorgbehoefte van Syrische vluchtelingen.

Daarnaast roept Amnesty de internationale gemeenschap op haar verantwoordelijkheid te nemen en financiële hulp te bieden aan Libanon om adequate medische zorg voor Syrische vluchtelingen mogelijk te maken.