EU-Turkije plan: Moreel en juridisch verwerpelijk

De EU is alleen bezig met het terugsturen van mensen naar Turkije in plaats van te kiezen voor hervestiging en andere veilige routes naar Europa. Dit toont een alarmerend kortzichtige en inhumane houding in de omgang met deze crisis. Die conclusie trekt Amnesty uit de gesprekken tussen de Europese Raad en Turkije.

De Turkse minister-president Ahmet Davutoğlu, president van de Europese Raad Donald Tusk en de president van de Europese Commissie Jean Claude Juncker presenteerden de contouren van het plan voor een overeenkomst tussen de EU en Turkije. Tijdens de vergadering van de Europese Raad op 17 en 18 maart moet hierover overeenstemming bereikt worden.

Moreel en juridisch verwerpelijk

Het voorstel dat voor elke Syrische vluchteling die vanuit Griekenland wordt teruggebracht naar Turkije, een Syriër hervestigd zal worden in de EU, is moreel en juridisch verwerpelijk. Verontrustend is dat elke hervestigingsplek die een Syriër in de EU wordt aangeboden afhankelijk wordt gemaakt van een andere Syriër die zijn leven waagt op de dodelijke zeeroute naar Griekenland.

Leiders van de EU en Turkije hebben vandaag een nieuw dieptepunt bereikt door koehandel te bedrijven met de rechten en waardigheid van sommige van de meest kwetsbare mensen ter wereld. Het idee om vluchtelingen uit te ruilen voor vluchtelingen is niet alleen gevaarlijk ontmenselijkend, maar het biedt ook geen houdbare langetermijnoplossing voor de voortdurende humanitaire crisis.

Geen veilig derde land

Op de vraag of het voorstel wel voldoet aan internationale wetgeving, antwoordden EU-leiders dat het volgens EU-wetgeving mogelijk is als Turkije wordt aangewezen als ‘veilig derde land’.

Amnesty heeft ernstige bezwaren tegen het begrip ‘veilig derde land’. Het ondermijnt het recht van elk individu op een volledige en eerlijke behandeling van zijn asielverzoek en het kan ertoe leiden dat individuen worden uitgezet naar hun land van herkomst, wat in strijd is met het principe van non-refoulement. In het geval van Turkije is er veel reden voor zorg, gezien de huidige situatie en hoe er met migranten en vluchtelingen wordt omgegaan.

Turkije heeft vluchtelingen gedwongen teruggestuurd naar Syrië en veel vluchtelingen leven er in deplorabele omstandigheden zonder adequate huisvesting. Honderdduizenden vluchtelingenkinderen gaan niet naar school. Op geen enkele manier kan Turkije als ‘veilig derde land’ worden beschouwd waarop de EU gemoedelijk zijn verantwoordelijkheden kan afschuiven.

Alhoewel beweerd wordt dat niet-Syriërs die internationale bescherming nodig hebben niet worden teruggestuurd naar Turkije, is niet duidelijk hoe hun rechten gegarandeerd worden binnen een systeem van massale terugzendingen. De werkelijkheid is dat niet alle vluchtelingen uit Syrië komen en dat Turkije geen volledig functionerende asielprodcedure heeft.

EU ontduikt verplichtingen

Met het voorstel drijft de EU de spot met de verplichting om aan haar grenzen toegang tot asiel te bieden. Ieder voorstel dat niet uitgaat van het principe dat elk individu recht heeft op een eerlijke en deugdelijke asielprocedure is uiterst problematisch.

Irakezen en Afghanen vormen samen met Syriërs 90 procent van degenen die aankomen in Griekenland. Hen terugsturen naar Turkije in de wetenschap dat hun sterke roep om bescherming waarschijnlijk nooit gehoord zal worden, ontmaskert de beweringen van de EU dat zij de mensenrechten van vluchtelingen respecteert als holle frase.

President Tusk kondigde ook aan dat de route over de westelijke Balkan zal worden gesloten. Het sluiten van deze route zal ertoe leiden dat duizenden kwetsbare mensen in de kou blijven staan terwijl er geen duidelijk plan over hoe er om wordt gegaan met hun urgente humanitaire behoeften en hun recht op internationale bescherming.

Dit staat de EU te doen

De Europese Unie en de internationale gemeenschap moeten met spoed meer werk maken van het oplossen van deze crisis door humanitaire en financiële hulp te bieden en door veel meer vluchtelingen te hervestigen.