© Eduardo Soteras AFP via Getty Images

Ethiopië: noodtoestand en toename online haat tijdens Tigray-conflict

In Ethiopië dreigt een humanitaire ramp, waarschuwt Amnesty International. De internationale gemeenschap moet druk uitoefenen om het escalerende conflict in de regio Tigray te stoppen.

De Ethiopische regering gaf zichzelf op 4 november 2021 ingrijpende noodbevoegdheden die de mensenrechten inperken en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bedreigen.

Ondertussen neemt het aantal social media-berichten toe waarin wordt gepleit voor etnisch geweld. Overheidsfunctionarissen smeken burgers om de wapens op te nemen tegen het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) en het Oromo Liberation Army (OLA), die onlangs hun krachten bundelden tegen de centrale regering en haar troepen.

‘De ernstige humanitaire en mensenrechtencrisis die een jaar geleden in Tigray begon, slaat over naar andere delen van het land’, zegt Deprose Muchena van Amnesty International. ‘Om te voorkomen dat de situatie uit de hand loopt, moeten de Ethiopische autoriteiten dringend actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de mensenrechten en het internationaal humanitair recht worden gerespecteerd.’

Noodtoestand

Het federale parlement van Ethiopië heeft op 4 november de noodtoestand afgekondigd, precies een jaar nadat het gewapende conflict met de TPLF begon. Deze noodtoestand voor de aankomende zes maanden is te breed, want hij geldt voor het hele land en niet alleen het conflictgebied. Ook mensenrechten worden ingeperkt die volgens het internationaal recht onder geen enkele omstandigheid kunnen worden opgeschort.

Zo kunnen autoriteiten bijvoorbeeld iedereen arresteren als er een “redelijk vermoeden” bestaat van samenwerking met “terroristische groeperingen” en hen vasthouden zonder rechterlijke toetsing zolang de noodtoestand duurt.

Dit kan grote gevolgen hebben voor mensenrechtenverdedigers en journalisten. De noodtoestand maakt het mogelijk om licenties van organisaties en mediakanalen op te schorten of in te trekken als ze worden verdacht van directe of indirecte materiële of morele steun aan “terroristische organisaties”, een slecht gedefinieerde termen die breed kan worden geïnterpreteerd.

Eerder dit jaar documenteerde Amnesty International razzia’s en willekeurige detenties van Tigreërs, onder wie ook journalisten en een mensenrechtenactivisten van wie de regering beweerde dat ze banden hadden met de TPLF die door de Ethiopische federale regering is aangemerkt als een terroristische groepering.

Burgers gevraagd om de wapens op te nemen

In een andere zorgwekkende ontwikkeling vroegen regeringsfunctionarissen in verschillende Ethiopische regio’s onlangs burgers  om de wapens op te nemen om het aanhoudende TPLF-offensief af te weren.

In de hoofdstad Addis Abeba riepen regeringsfunctionarissen burgers op om zich te organiseren en hun omgeving te beschermen. Ze werden gevraagd om wapens te registreren of deze aan buren te overhandigen als ze die zelf niet kunnen gebruiken. Soortgelijke oproepen tot bewapening van burgers zijn herhaald door de regionale regeringen van Amhara, Oromia en Somalië.

Deze oproep tot bewapening brengt de rechten en levens van mensen in gevaar. Ongetrainde milities worden zo geboren. Dergelijke groeperingen hebben zich in dit conflict al schuldig gemaakt aan oorlogsmisdrijven, zoals moorden, verkrachtingen en ander seksueel geweld tegen mensen op basis van hun etniciteit.

Toename online haatzaaien

Op 3 november verwijderde Facebook een bericht van de Ethiopische premier Abiy Ahmed, omdat het bericht het beleid van het platform tegen het aanzetten tot geweld had geschonden.

Amnesty  heeft echter een duidelijke toename opgemerkt in andere recente posts op sociale media die aanzetten tot etnisch geweld tegen Tigreërs. Volgens analyse van een lokale mensenrechtenorganisatie deelden ook invloedrijke mensen zulke berichten, zoals journalisten en politieke figuren. Sociale-mediaplatforms waren te traag met het verwijderen.

Burgers in gevaar door escalatie conflict

De strijdende partijen maken zich schuldig aan grote bloedbaden, buitengerechtelijke executies van gevangenen en seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes. Doordat humanitaire organisaties nauwelijks toegang krijgen tot het conflictgebied en hulpverleners zelfs worden aangevallen, verkeren vele mensen in een benarde situatie door het escalerende conflict.

‘Afrikaanse leiders en andere internationale invloedrijke actoren moeten alle partijen in Ethiopië duidelijk maken dat ze een stap terug moeten doen, burgers moeten beschermen, opruiing moeten stoppen, ongehinderde humanitaire toegang en controle moeten toestaan en de mensenrechten moeten respecteren’, zegt Deprose Muchena. ‘De partijen moeten begrijpen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdrijven en andere schendingen verantwoordelijk zullen worden gehouden.’

Lees het volledige Engelstalige bericht hier.

Meer over dit onderwerp