Egypte: mensenrechtenverdedigers opgepakt
© Amnesty International

Egypte blijft activisten lastigvallen tijdens onderzoek naar ‘buitenlandse financiering’

In Egypte heeft een onderzoeksrechter zeker vijf directeuren van maatschappelijke organisaties ondervraagd over hun mensenrechtenwerk. Dat gebeurde in zaak 173 die al sinds 2011 loopt en ook bekend staat als het onderzoek naar ‘buitenlandse financiering’.

‘Al jarenlang gaan de Egyptische autoriteiten door met hun aanvallen op de mensenrechtenbeweging. In plaats van te reageren op oproepen om de 10 jaar durende zaak 173 af te sluiten, willekeurige reisverboden en het bevriezen van tegoeden van mensenrechtenverdedigers op te heffen, gaan de autoriteiten door met hun politiek gemotiveerde strafrechtelijke onderzoeken’, zegt Amna Guellali van Amnesty International. ‘De Egyptische autoriteiten misbruiken het rechtssysteem om mensenrechtenverdedigers lastig te vallen voor hun legitieme werk.’

Amnesty’s oproep

Amnesty International roept de internationale gemeenschap op om druk uit te oefenen op de Egyptische autoriteiten om zaak 173 af te sluiten en gevangengezette mensenrechtenverdedigers onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten en het recht op vrijheid van vereniging te respecteren.

Sinds 15 juli 2021 ondervroeg de onderzoeksrechter in zaak 173 ten minste vijf mensenrechtenverdedigers over hun werk, de financiering van hun organisaties en het betalen van belasting. Onder de ondervraagden zijn Gamal Eid, directeur van het Arabische Netwerk voor Informatie over Mensenrechten, oprichter en directeur van het Egyptische Initiatief voor Individuele Rechten Hossam Bahgat, Mozn Hassan, hoofd van Nazra voor Feministische Studies, Azza Soliman, directeur van het Centrum voor Rechtsbijstand voor Egyptische Vrouwen en mensenrechtenadvocaat Negad al-Borai.

Veiligheidsdienst NSA

Amnesty maakt zich met name zorgen omdat het beruchte National Security Agency (NSA) zich met het onderzoek bemoeid. Het beschuldigt mensenrechtenverdedigers en hun organisaties van het opzetten van het publiek tegen staatsinstellingen. Ook worden ze ervan beticht een belangrijke rol te spelen bij de opstand van 25 januari 2011 – het begin van de Arabische Lente – en bij pogingen om de staat ten gronde te richten. De NSA heeft in haar onderzoeksdossiers rapporten en verklaringen van de maatschappelijke organisaties over de mensenrechtensituatie in Egypte opgenomen als bewijs van hun intentie om de staat te ondermijnen.

Achtergrond

Sinds 2014 voeren onderzoeksrechters een strafrechtelijk onderzoek uit naar het werk en de bronnen van buitenlandse financiering van lokale ngo’s. Ook bevroren ze tegoeden van zeven organisaties en tien mensenrechtenverdedigers in een zaak die bekend is geworden als zaak 173. De Egyptische autoriteiten hebben ten minste 31 mensenrechtenverdedigers en medewerkers van ngo’s 5 jaar lang verboden om naar het buitenland te reizen. Rechtbanken wezen het beroep van verschillende mensenrechtenverdedigers tegen de beperkende maatregelen af.

In december 2018 sprak een rechtbank 43 buitenlandse en Egyptische medewerkers van maatschappelijke organisaties vrij in een nieuw proces van de eerste fase van de ‘buitenlandse financiering’-zaak, die dateert uit 2011, in verband met het werk van internationale organisaties in Egypte. Eerder had de rechtbank hen in juni 2013 veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 1 tot 5 jaar. Het strafrechtelijk onderzoek naar de Egyptische ngo’s loopt nog steeds.