De competenties van onze kinderen (en van onze regering)

Wat willen we dat onze kinderen de komende twintig jaar leren? Over die vraag wordt morgen in de Tweede Kamer gedebatteerd. Hét moment waarop Den Haag kan en moet kiezen om mensenrechteneducatie te verankeren als fundamenteel onderdeel van het onderwijs.

Door: Kirsja Oudshoorn, Senior Medewerker Educatie, Amnesty International Nederland

Wat moeten kinderen eigenlijk kennen en kunnen? Dat is de belangrijkste vraag over het toekomstige curriculum. Kinderen moeten natuurlijk kunnen lezen, schrijven, rekenen en wat van de geschiedenis en topografie weten. En ook over de competenties die kinderen moeten ontwikkelen is redelijke overeenstemming. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om samenwerken, actief burgerschap en kritisch denken.

Er wordt dus heel wat van kinderen verwacht. Om ervoor te zorgen dat zij aan deze ambitieuze doelstellingen voldoen, zijn scholen nodig waar leerlingen respectvol met elkaar omgaan en conflicten zelfstandig en vreedzaam oplossen.

Scholen waar kinderen en leraren in een veilige sfeer gemotiveerd werken aan hun eigen ontwikkeling en tegelijk leren hoe je je steentje bijdraagt aan de maatschappij.

Mensenrechteneducatie kan helpen dit soort scholen te realiseren. Dat klinkt misschien hoogdravend, maar ik zie het in de praktijk op alle onderwijsniveaus. Op scholen als Het Waterland (Praktijkschool in Leiden), OBS Theo Thijssen (Vlissingen) en OBS De Zonnebloem (Den Haag) verzorgde Amnesty samen met docenten lessen over mensenrechten. En niet alleen daar. Amnesty gaf het afgelopen lesjaar 100.000 Nederlandse schoolkinderen les. We doen dat met liefde, kennis en tomeloze inzet van tal van vrijwilligers. Maar dat is niet genoeg.

Nederland heeft morgen de kans het basis- en voortgezet onderwijs opnieuw in te richten. En daarmee de wereld – een stukje ‘mensrechterlijker’ te maken.

Morgen is het moment waarop de regering moet kiezen om kinder- en mensenrechten serieus te nemen en deze stevig in het onderwijs te verankeren. In vakken en projecten, in het schoolklimaat en in het bestuur van scholen. Als we van kinderen vragen om hun competenties te ontwikkelen, mogen we van onze regering toch zeker wel vragen om haar competentie te tonen en te kiezen voor mensenrechten.