Afghaanse vrouwen demonstreren voor hun rechten, die door de Taliban ernstig onderdrukt worden
© AFP via Getty Images

Afghanistan onder de Taliban: één jaar van gebroken beloften, wrede beperkingen en geweld

Sinds de Taliban een jaar geleden de macht in Afghanistan grepen, hebben zij de mensenrechten voortdurend geschonden. Vreedzame protesten werden met geweld uiteengeslagen, vrouwenrechten werden onderdrukt en buitengerechtelijke executies en verdwijningen werden gebruikt om angst onder de bevolking te zaaien.

Dit staat in Amnesty’s nieuwe briefing The Rule of Taliban: A Year of Violence, Impunity and False Promises, waarin grove mensenrechtenschendingen tijdens één jaar Taliban-heerschappij aan het licht worden gebracht. Het rapport gaat nader in op de wijdverbreide straffeloosheid voor misdrijven zoals marteling, moord als vergelding en gedwongen uitzettingen van tegenstanders van de Taliban. Dit gebeurt ondanks dat de Taliban aanvankelijk beloofden de rechten van vrouwen en de persvrijheid te zullen respecteren en amnestie te verlenen aan regeringsfunctionarissen.

Snelle afbraak van verworvenheden

‘Een jaar geleden zegden de Taliban publiekelijk toe om de mensenrechten te beschermen en te bevorderen’, zegt Yamini Mishra van Amnesty International. ‘Het is onthutsend om te zien hoe snel ze afbreken wat in 20 jaar op mensenrechtengebied is bereikt. Elke hoop op verandering is vervlogen nu de Taliban proberen te regeren door middel van gewelddadige onderdrukking en volledige straffeloosheid. Willekeurige detenties, martelingen, verdwijningen en standrechtelijke executies zijn weer aan de orde van de dag. Vrouwen en meisjes zijn van hun rechten beroofd en gaan een sombere toekomst tegemoet, verstoken van onderwijs of de mogelijkheid om deel te nemen aan het openbare leven.’

Amnesty’s oproep

Amnesty International roept de Taliban op om onmiddellijk te stoppen met het plegen van grove mensenrechtenschendingen en misdrijven onder internationaal recht. Als de de facto autoriteiten van Afghanistan moeten de Taliban de rechten van de Afghaanse bevolking herstellen, beschermen en bevorderen. Om te voorkomen dat de mensenrechtencrisis in Afghanistan verergert, moet de internationale gemeenschap actie ondernemen om de Taliban verantwoordelijk te houden voor deze misdrijven.

Vrijheden onder vuur

In verschillende grote steden hebben veiligheidstroepen vreedzame protesten uiteengedreven door ongewapende demonstranten te slaan en neer te schieten.

Een demonstrant uit de provincie Herat vertelde Amnesty over de verwondingen die de veiligheidsagenten hem toebrachten: ‘Mijn hand was gebroken, maar ik ging niet naar het ziekenhuis, uit angst dat ik gearresteerd zou worden voor deelname aan de protesten.’

De Taliban richten zich met name op mensenrechtenverdedigers en activisten. Velen van hen worden lastiggevallen, bedreigd, vastgehouden en zelfs vermoord als direct gevolg van hun mensenrechtenwerk.

Ook de persvrijheid ligt onder vuur. Op 19 september 2021 vaardigde het Media- en Informatiecentrum van de regering een bevel uit dat journalisten in vage bewoordingen verbiedt verhalen te publiceren die ‘in strijd zijn met de islam’ of ‘beledigend zijn voor nationale figuren’.

Het afgelopen jaar zijn meer dan 80 journalisten gearresteerd en gemarteld omdat ze verslag deden van vreedzame protesten. Een journalist vertelde: ‘Ik werd zo hard op mijn benen geslagen dat ik het niet uithield… Mijn familie ondertekende een document waarin ze beloofden dat ik na mijn vrijlating niet zou zeggen wat er met mij is gebeurd, want als ik dat deed, zouden de Taliban het recht hebben om mijn hele familie te arresteren.’

Willekeurige arrestaties, marteling en mishandeling

Sinds augustus 2021 zijn er wijdverbreide berichten over soldaten van de Taliban die Afghaanse burgers slaan en martelen omdat ze hen ervan verdenken de Taliban-bevelen te hebben overtreden, of omdat ze ervan worden beschuldigd met de voormalige regering samen te werken.

Honderden mensen zijn onrechtmatig vastgehouden. Velen worden geslagen met geweerkolven of gegeseld. Demonstrant Sahiba (niet haar echte naam) vertelde dat haar lichaam onder de blauwe plekken zat nadat de veiligheidstroepen haar onder handen hadden genomen. ‘Er was geen rechtbank, geen aanklacht en geen eerlijk proces; we werden op straat ontvoerd, enkele dagen in een gevangenis vastgehouden waarin we geen toegang hadden tot onze familie, een advocaat of een andere ambtenaar… Sommige vrouwen en meisjes die bij mij in dezelfde ruimte waren, keerden nooit terug en niemand van ons wist wat er met hen was gebeurd.’

Buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen

Moorden als vergelding, standrechtelijke executies van vermeende verzetsstrijders en andere misdrijven die naar verluidt zijn gepleegd sinds de machtsovername door de Taliban, kunnen neerkomen op oorlogsmisdrijven.

Er zijn honderden buitengerechtelijke executies uitgevoerd. Tientallen mensen verdwenen vanwege hun werk onder de vorige regering of omdat ze worden verdacht van betrokkenheid bij verzet tegen de Taliban.

Torab Kakar vertelde Amnesty dat zijn vriend Jalal, die in de Afghan National Defense Security Forces (ANDSF) had gediend, ondanks een ‘pardonbrief’ van de Taliban, door de Taliban werd weggevoerd naar een geheime locatie. ‘De Taliban bonden zijn handen op zijn rug, blinddoekten hem en bleven hem slaan terwijl zijn vrouw en kinderen, ouders en jongere broers en zussen huilden en schreeuwden.’ Toen de familie van Jalal naar hem op zoek ging, werden ze bedreigd door het plaatselijke hoofd van de inlichtingendienst en gewaarschuwd om hun zoektocht te staken.

Vervolging van etnische en religieuze minderheden

Binnen enkele weken nadat de Taliban aan de macht kwamen, verschenen er berichten over niet-Pashtun-Afghanen die met geweld uit hun huizen en boerderijen werden verdreven. Zo konden de Taliban hun volgelingen belonen met land dat was afgenomen van andere groepen. Met name Hazara’s, Turkmenen en Oezbeken werden hier het slachtoffer van.

In het hele land werden huisuitzettingen gemeld, zoals in de provincies Balkh, Helmand, Daikundi, Kandahar en Uruzgan, waardoor het enorme aantal ontheemden nog verder steeg. In juni 2022 schatten de Verenigde Naties dat het aantal intern ontheemde Afghanen was gegroeid tot meer dan 820.000.

Op 30 augustus 2021 vermoordden de Taliban in de provincie Daikundi dertien leden van de Hazara-minderheid, onder wie een 17-jarig meisje. Volgens ooggetuigenverslagen hebben de Taliban negen voormalige leden van de ANDSF die zich hadden overgegeven, buitengerechtelijk geëxecuteerd. Dergelijke moorden kunnen oorlogsmisdrijven zijn.

Beperkingen voor vrouwen en meisjes

Sinds ze aan de macht kwamen, onderwerpen de Taliban vrouwen aan toenemend geweld. Lida, de vrouw van een voormalig lid van de Afghaanse veiligheidstroepen, werd vermoord door twee gewapende Taliban-mannen op een motorfiets. De 22-jarige vrouw, die acht maanden zwanger was, werd samen met haar twee kinderen van 2 en 4 jaar oud vermoord.

Vrouwen worden in ernstig in hun vrijheid beperkt en tientallen vrouwen zijn gearresteerd en gemarteld omdat ze vreedzaam hun rechten opeisten.

De Taliban hebben het recht op onderwijs voor meisjes ingeperkt. Toen de middelbare scholen op 17 september 2021 weer opengingen, verboden ze meisjes vanaf groep zes om naar school te gaan. Ze beweerden dat het een tijdelijke situatie was, omdat ze meer vrouwelijke leerkrachten wilden werven en ‘passende’ voorwaarden wilden creëren voor gender-gescheiden onderwijs. Tot op heden is geen van deze plannen uitgevoerd.

Meena (niet haar echte naam), een 29-jarige lerares uit Kabul, vertelde wanhopig ze is over de toekomst van haar dochter: ‘De geschiedenis herhaalt zich. Ik kijk naar mijn uniform en denk terug aan de schooldagen, de studenten en docenten, maar ik heb geen andere keuze dan thuis te blijven.’

‘We moeten niet aan de zijlijn ​​toekijken hoe de mensenrechten van een hele bevolking worden afgenomen. Een eensgezinde internationale reactie is de enige hoop om een ​​einde te maken aan de nachtmerrie die de Afghanen nu al een jaar moeten doorstaan’, zegt Amnesty’s Yamini Mishra.