8 redenen waarom we een rechtszaak aanspannen om overheidssurveillance te stoppen

De Amerikaanse surveillancemachine belemmert Amnesty International USA om mensen te beschermen tegen schendingen door regeringen, zoals martelingen, ontvoeringen en het uit de weg ruimen van mensen vanwege hun kritiek, hun activisme of hun afwijkende mening.

Gastblog van Naureen Shah, Director of Security and Human Rights in de Verenigde Staten.

Dat is waarom Amnesty International USA gisteren, vertegenwoordigd door de American Civil Liberties Union (ACLU), samen met Wikimedia een proces aanspant tegen de NSA.

Hier zijn acht feiten over hoe Amnesty te werk gaat en waarom massasurveillance ons mensenrechtenwerk steeds lastiger maakt:

  1. Amnesty komt met bewijzen van geweld en wreedheden. We sturen onderzoekers naar conflictgebieden. Over de hele wereld zijn we aanwezig op plekken om bewijsmateriaal te verzamelen van mensenrechtenschendingen. Daar vragen we mensen te vertellen over de verschrikkelijke dingen die ze hebben meegemaakt. Soms zijn dit getuigen, soms hebben ze iets afschuwelijks overleefd.
  2. Deze mensen, onze bronnen, nemen vaak een groot risico door met ons te gaan praten. Onze grootste zorg is dat deze mensen het slachtoffer worden van wraakacties van politie, inlichtingendiensten of van veiligheidspersoneel, die erachter zijn gekomen dat ze met ons hebben gesproken.Om deze reden nemen we voorzorgsmaatregelen om onze communicatie en de identiteit van getuigen vertrouwelijk te houden.
  3. Maar in een wereld van massasurveillance door de Amerikaanse regering, bieden onze voorzorgsmaatregelen onvoldoende bescherming voor onze bronnen. Toen Edward Snowden werd gevraagd of de Verenigde Staten ‘zeer gevoelige en vertrouwelijke communicatie’ van mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International afluisteren, zei hij: ‘Het antwoord is, zonder enige twijfel, ja. Absoluut.’De Amerikaanse regering heeft Snowdens aantijgingen nooit officieel ontkent.
  4. Afgezien van de vorige argumenten, kunnen onze bronnen afzien om nog met ons te praten. Puur alleen vanwege de dreiging die uitgaat van zo’n enorme surveillancemachine. De VS delen grote hoeveelheden informatie met andere regeringen. In andere woorden, door met ons te praten, kunnen onze bronnen op de radar komen van dezelfde regeringen die de schendingen begaan waarover getuigen willen rapporteren. Dit kunnen regeringen zijn die critici vermoorden, of ze zonder proces opsluiten en straffeloos martelen.
  5. Als onze bronnen er niet vanuit kunnen gaan dat gesprekken met ons vertrouwelijk blijven, is het begrijpelijk dat ze niet met ons willen praten.
  6. En als bronnen niet met ons willen praten, kunnen wij ons werk niet doen. Wij kunnen dan geen bewijsmateriaal van ernstige schendingen verzamelen en deze feiten onder de aandacht brengen. Ook kunnen we geen actie meer voeren om verdere mensenrechtenschendingen te voorkomen.
  7. Zelfs al zouden bronnen met ons blijven praten, dan worden e-mails en Skype-telefoontjes in de VS onderschept door de Amerikaanse regering. Gesprekken tussen Amnesty-onderzoekers en bijvoorbeeld een advocaat of een klokkenluider uit Washington kunnen worden onderschept door de autoriteiten in de VS.
  8. Sommige mensen zullen zeggen: ‘Wat maakt dat nou uit?’ Maar stel dat de regering vijf maanden van tevoren weet dat onderzoeksjournalisten kritische stukken gaan publiceren. Dan kan diezelfde regering er alles aan doen om haar sporen uit te wissen om schendingen verborgen te houden.

En stel je dan ook nog eens voor dat niet alleen de Amerikaanse regering, maar verschillende wereldmachten in het geheim permanent van alles in de gaten houden, waardoor ernstige schendingen straffeloos door kunnen gaan.

Dat is de harde realiteit waar we tegen vechten. Dat is de realiteit die wij in deze rechtszaak aanvechten.