‘Wat je als individu kan veranderen? Nou, heel veel dus’

Opstaan tegen onredelijk gezag zit Anna Neistat, hoofd van Amnesty’s onderzoeksafdeling, in het bloed. Vanaf het moment dat ze op haar 25ste de Russische afdeling van Human Rights Watch ging aanvoeren, staat haar leven in het teken van de mensenrechten. ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe het is om onder een dictatuur te leven.’

Anna Neistat
© Thomas Chéné

Hoe kom je als mensenrechtenactivist ongehinderd Nauru binnen, het tropische eiland in de Stille Oceaan waar Australië asielzoekers op omstreden wijze opvangt? In geuren en kleuren geeft Anna Neistat het antwoord. ‘Om Australië te vermijden, vloog ik er via Los Angeles, Hawaii, de Marshalleilanden en Kiribati heen’, vertelt het hoofd van Amnesty Internationals onderzoeksafdeling in Londen, die het eiland in de zomer van 2016 bezocht. ‘Met mijn Russische paspoort bleek ik geen visum nodig te hebben en ik had geluk dat de grenswacht mijn naam niet googelde. En zo kreeg ik de kans om de onmenselijk omstandigheden in de detentiecentra te aanschouwen.’

Had de douanier wel Google geraadpleegd, dan was hij erachter gekomen dat de 41-jarige Russin er niet was om te genieten van de witte stranden of om wat zwart geld weg te brengen. Sinds 2014 is juriste Anna Neistat hoofd van de onderzoeksafdeling bij Amnesty International. Maar ze geniet ook faam als ‘actrice’. Ze speelde zichzelf in E-team, een spannende docufilm waarin te zien is hoe ze zes jaar geleden met haar man in het donker heimelijk de Turks-Syrische grens oversteekt om voor Human Rights Watch – tussen het vallen van de bommen en verhuld in een boerka – te rapporteren over de misdaden van het Assad-regime.

Forensisch onderzoek

Nu zit ze op een natte ochtend in een vergaderkamer van het Amnesty-hoofdkantoor, een jarenvijftiggebouw in het Londense Clerkenwell. Ze is daar maar een paar dagen per maand, voor overleg en afspraken. Het meeste werk verricht ze op regionale kantoren en vanuit haar Parijse appartement, waar ze met man en kinderen woont. Haar Noorse eega Ole Solvang, prominent aanwezig in de docufim E-team, heeft Human Rights Watch inmiddels ook verlaten. Hij werkt sinds kort voor de Noorse vluchtelingenraad, vertelt Neistat. De baby van wie ze tijdens E-team in verwachting was, is inmiddels een kleuter.

In het donker stak ze heimelijk de Turks-Syrische grens over om te rapporteren over de misdaden van het Assad-regime

E-team was een uithangbord voor Human Rights Watch (HRW), de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie die eind jaren zeventig werd opgericht om te controleren of de Sovjet-Unie zich wel aan de Helsinki-akkoorden hield. Nu onderzoekt HRW mensenrechtenschendingen waar ook ter wereld. E-team laat zien hoe belangrijk de organisatie was tijdens de Kosovo-oorlog, toen ze de media informeerde over de misdaden van de Serviërs. In Aleppo en andere belegerde plekken deden Neistat en Solvang hetzelfde: door middel van gesprekken met getuigen en forensisch onderzoek ter plekke nagaan wie welke misdaden heeft gepleegd en daar onmiddellijk melding van maken.

Die snelle werkwijze moest ze ook introduceren bij Amnesty. Traditioneel ging Amnesty ergens heen om misstanden te onderzoeken en daarover een gedegen rapport te schrijven dat een half jaar later uitkomt. ‘Dat doen we nog steeds’, verzekert Neistat, ‘maar het is niet genoeg, zeker niet wanneer direct ingrijpen vereist is. Daarom hebben we drieënhalf jaar geleden een Crisis Response Team opgezet dat ter plekke meteen contact zoekt met de Verenigde Naties, met persbureau Reuters, met regeringen. We hebben onderzoekers en mensen die tactische analyses verrichten, bijvoorbeeld aan de hand van satellietbeelden.’

Stille dissidenten

Aan crises geen gebrek: Jemen, Sudan, Nigeria, Iran, Myanmar, Nauru. En Syrië natuurlijk. Anders dan bij HRW is stiekem een land binnentreden niet de gebruikelijke werkwijze van Amnesty. Normaal gesproken informeert Amnesty de plaatselijke autoriteiten over een aanstaand bezoek. Nauru was wat dat betreft een uitzondering. Neistat: ‘Dat was redelijk veilig. Het ergste wat me had kunnen overkomen, is deportatie. Dat ligt anders in Iran. Als je daar undercover heen gaat, breng je niet alleen jezelf en je collega’s in gevaar, maar ook plaatselijke activisten. Als leidinggevende heb je meer verantwoordelijkheid. We hebben bij Amnesty ook een speciale veiligheidsadviseur.’

Met haar rapportages van de schending van mensenrechten in Tsjetsjenië werd ze een luis in de pels van de Russische machthebbers

Ze zegt dat ze zich met het aansturen van onderzoeksteams nuttiger kan maken dan vroeger, meer kan bereiken, maar ze mist regelmatig het veldwerk. De avontuurlijke missie naar Nauru was voor haar dan ook een persoonlijk hoogtepunt. Het opstaan tegen onredelijk gezag zit haar in het bloed. Ze groeide op in Moskou, in de jaren tachtig. Haar moeder doceerde natuur- en scheikunde aan de universiteit, haar vader is beeldhouwer. Ze heeft haar ouders omschreven als ‘stille dissidenten’. Het was de tijd van ‘glasnost’ en ‘perestrojka’, fenomenen die de jonge Anna leerden dat verandering mogelijk is, en sneller kan komen dan verwacht.

Op de eliteschool waar Anna heen was gestuurd, werd ze tegen haar zin lid van de Jonge Pioniers, de communistische jeugdbeweging. Marcheren met banieren, drums en trompetten, dat werk. Ze probeerde haar klasgenoten zover te krijgen de beweging te verlaten, wat vooral tot gevolg had dat ze bijna van school werd getrapt. Omdat ze zo pienter was, mocht ze blijven. ‘Voor mij begon politiek te leven tijdens de perestrojka’, zegt ze. ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe het is om onder een dictatuur te leven, wat hersenspoelen is. Dat is nu een groot voordeel bij mijn dagelijkse werkzaamheden.’

Mantelpakjes

Ze ging geschiedenis en literatuur studeren. Tijdens haar studie werkte ze voor de radiozender Ekho Moskvy. Na een indrukwekkende ontmoeting met een voormalige politieke gevangene besloot ze een uitzending te maken over mensenrechten en juridische zaken. Haar afstudeerscriptie ging over hoe literatuur in de beginjaren van het communisme werd gebruikt om burgers te indoctrineren. De volgende stap was een studie rechtsgeleerdheid. Ze flirtte daarna met een carrière in de bedrijfsadvocatuur, maar de vrees was, bij haarzelf en bij werkgevers, dat dit te saai zou zijn. Ze is geen type voor mantelpakjes.

Haar toekomst lag in de mensenrechten. Gesprekken met de FBI, de Wereldbank en een koepelorganisatie van Amerikaanse gevangenissen liepen op niets uit. In plaats daarvan keerde Neistat terug naar haar vaderland, waar ze de plaatselijke afdeling van Human Rights Watch ging leiden. Ze was pas 25. De rechtenstudie kwam haar goed van pas bij het opstellen van brieven, het analyseren van misdaadplekken en het interviewen van getuigen of slachtoffers. Met haar rapportages van de schending van mensenrechten in Tsjetsjenië werd ze een luis in de pels van de Russische machthebbers. Tijdens een missie in Georgië ontmoette ze haar man Ole.

Afgebrande dorpen

Haar kwaliteiten op het gebied van forensisch onderzoek en waarheidsvinding komen nu meer dan ooit van pas. Voor totalitaire regimes is het moeilijker om misdaden verborgen te houden dan een halve eeuw geleden, maar in ons mediatijdperk zijn beelden zeker niet het ultieme bewijs.

‘Ik ben als getuige ondervraagd door een tribunaal in Nigeria dat onderzoek deed naar schendingen van mensenrechten door zowel Boko Haram als het leger’, zegt ze. ‘Bij een ondervraging toonde een officier een video van mensen in uniform die te ver gaan bij hun optreden. “Hoe weet u het zeker dat dit geen Boko Haram-terroristen in militair uniform zijn?” vroeg hij. Dat soort vragen hoor je vaker.’

‘Daarom zijn forensische analyses zo belangrijk, waardoor het werk soms lijkt op Crime Scene Investigation. Een belangrijk wapen in ons arsenaal zijn de satellietbeelden. Toen we in Bangladesh spraken met vluchtelingen uit Myanmar konden we hun verhalen over afgebrande dorpen controleren aan de hand van die beelden. Hetzelfde gold voor luchtaanvallen in Syrië. Het gaat er niet alleen om de wereld op de hoogte te stellen van wandaden, maar ook om te werken aan een strafdossier dat kan worden gebruikt bij een tribunaal. Wie had in de jaren negentig verwacht dat die Servische kopstukken allemaal zouden worden veroordeeld?’

‘De verhalen van vluchtelingen uit Myanmar over afgebrande dorpen konden we controleren aan de hand van satellietbeelden’

De missie naar Nauru omschrijft Neistat als ‘Amnesty op zijn best’. ‘Ik was ter plekke, het Pacific-team deed veel voorbereidend werk, het vluchtelingenteam ook en we hebben de faciliterende bedrijven die meewerkten aan de detentie onder druk gezet.’ Een andere missie waaraan ze veel waarde hecht, is de strijd tegen kinderarbeid in de kobaltmijnen van de Democratische Republiek Congo. ‘We richten ons daarbij op autofabrikanten die de kobalt gebruiken. Uit ervaring weten we dat bedrijven erg gevoelig zijn voor hun imago, meer dan overheden.’

‘Als je er goed over nadenkt’, zegt ze, ‘is het opmerkelijk wat we voor elkaar kunnen krijgen, als Amnesty. We hebben geen legers, wapens, media… In plaats daarvan hebben we pennen, brieven en veel energie. Ik hoorde dat zevenhonderd politieke gevangenen mede dankzij ons werk zijn vrijgekomen in 2016. Dankzij het schrijven van brieven, de ouderwetse methode. Solidariteit tonen met mensen die je niet kent, maar elders in de wereld vastzitten… Dat verandert niet alleen de blik op de wereld van de mensen die vrij zijn gekomen, maar ook van de schrijvers. Wat kan ik als individu veranderen, hoor je vaak, nou heel veel dus.’

Minder bescheiden

Een voordeel bij haar werk is haar sekse, om meerdere redenen. In het conservatieve Midden-Oosten is het als vrouw makkelijker werken, zeker bij het ondervragen van andere vrouwen, al dan niet verborgen achter een sluier die haar als het ware onzichtbaar maakt. ‘Dat is nuttig omdat vrouwen vaak goede getuigen zijn, ze observeren beter, zijn minder bezig met zichzelf. Sommige vrouwen willen of mogen niet met mannen spreken. En wat het spreken van mannen betreft: die zijn vaak ontwapenend of argeloos wanneer ze met een vrouw spreken, zeker mannen in een uniform. Zij zien een vrouw niet als bedreiging.’

Het brengt Neistat weer terug op Nauru. ‘Door de aandacht die wij daar hebben getrokken, is het op de kaart gezet. Toen ik hier voor het eerst over sprak met Amerikaanse media, moest ik de naam van het eiland spellen. Ze hadden er nog nooit van gehoord, laat staan dat ze wisten dat het een offshore-detentiecentrum van Australië is, waar mensen sterven. Vijftig vluchtelingen zijn sindsdien naar Amerika gebracht en er volgt een nieuwe groep. Dan denk ik bij mezelf: we mogen ons als Amnesty best wel eens op de borst kloppen, minder bescheiden zijn. Daar was men bij Human Rights Watch beter in. Maar ja, dat is dan ook een Amerikaanse organisatie.’