Linda Polman
© Patricia Hofmeester

Vogelverschrikkers – column van Linda Polman

Wat hebben de filmsterren die door Hollywood-magnaat Harvey Weinstein bepoteld zijn en de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR met elkaar gemeen? Ze hebben allebei geen nee gezegd tegen de bullebakken voor wie ze werken‚ omdat ze bang waren dat die bullebakken dan gezeglijker medewerkers zouden kiezen die er met de klus vandoor zouden gaan.

De bepotelaar in de praktijk van de UNHCR is de EU. Pakken we het laatste financiële verslag van de UNHCR erbij‚ dan zien we dat de organisatie voor zijn werk in vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden in 2017 drie belangrijke donoren had. Van de bank BNP Paribas ontving de organisatie 398.180 dollar. Van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen 315 duizend. De rest van het UNHCR-budget‚ ruim 200 miljoen dollar‚ kwam van Brussel.

In hun statuten beloven humanitaire organisaties zoals de UNHCR plechtig dat ze onpartijdig en onafhankelijk zullen zijn. In de praktijk zijn er slechts weinig organisaties die dat waarmaken‚ maar 99 procent afhankelijkheid van één donor‚ zoals de UNHCR van de EU op de Griekse eilanden‚ is een wereldrecord in het humanitaire wereldje.

Het is een ongezonde relatie tussen die twee. In maart 2016 sloot de EU een deal met Turkije: alle vluchtelingen die vanuit Turkije naar Griekenland komen moeten terug‚ óók als ze recht hebben op asiel. Het verdrag schendt de vluchtelingenrechten‚ terwijl bescherming van die rechten nou juist de core business van de UNHCR is. Maar bang de EU te ontrieven en de 200 miljoen dollar mis te lopen‚ is de UNHCR bereid de eigen beginselen opzij te schuiven.

Door het EU-beleid zitten vluchtelingen muurvast op de eilanden. Van de EU mogen ze er niet weg‚ tenzij de reis terugleidt naar Turkije. Maanden‚ soms jaren‚ moeten mensen wachten tot formulieren zijn ingevuld en juridische hobbels zijn overwonnen. Al die tijd zitten er hele gezinnen opgevouwen in plastic UNHCR-tentjes in gore opvangkampen.

Het gebrek en de misère in de Griekse vluchtelingenkampen dient alleen ter afschrikking

De vluchtelingenstroom is tot een jaar na de ondertekening van de EU-Turkijedeal klein gebleven‚ maar afgelopen zomer begonnen de bootjes uit Turkije weer te komen. Dit jaar waren er al 20 duizend nieuwe aankomsten. De kampen waar ze moeten wachten zaten al propvol; de nieuwen worden doorverwezen naar bosjes en olijfboomgaarden in de periferie van de kampen en krijgen een lap plastic mee om een huisje van te bouwen. Chemische toiletten in en rond de kampen zijn stuk‚ het eten is ranzig‚ de toegang tot medische zorg is beperkt. Artsen zonder Grenzen meldt een toename met 50 procent van zelfmoordpogingen en psychoses.

Griekenland is niet een oorlogsgebied in Somalië‚ waar warlords de hulp stelen‚ geen wegen bestaan en het water op is. Griekenland ontvangt 16 miljoen toeristen per jaar; hotels‚ vliegvelden‚ ziekenhuizen‚ midgetgolfbanen en pizzeria’s zijn gewoon in business‚ alleen niet voor de 50 à 60 duizend vluchtelingen die er gestrand zijn.

Alle gebrek en misère zijn nergens voor nodig‚ maar het zal niet lang meer duren tot we opnieuw foto’s in de krant zien van vluchtelingen op Lesbos die tussen UNHCR-tentjes op teenslippers door een pak sneeuw sjouwen. Daar is maar één reden voor: die mensen moeten dienen als Europa’s vogelverschrikkers. Hun zichtbare lijden moet andere vluchtelingen ervan weerhouden om ook naar Europa te komen.

De UNHCR zwijgt in alle talen. Als ze het beleid zouden bekritiseren‚ gaat die 200 miljoen dollar misschien aan hun neus voorbij‚ net zoals een rol in een Weinstein-film aan de neus voorbij zou gaan van een filmster die ‘bekijk het maar’ zou zeggen en op zoek zou gaan naar leukere opdrachtgevers.

Gelukkig zijn er ook goede ontwikkelingen in Griekenland. Vrouwen in de kampen krijgen tegenwoordig luiers voor volwassenen uitgereikt; dan hoeven ze ’s nachts niet meer in hun eentje naar de kamp-wc te lopen. De luiers gaan zolang de voorraad strekt‚ maar ik vind het mooi nieuws.

Wordt Vervolgd, november 2017