Van gestencild clubblad tot mensenrechten-magazine

Het botste, het schuurde en het kwam zo nu en dan tot Kamervragen of een ontploffing binnen Amnesty. Oud-hoofdredacteur Arend Hulshof dook in de roerige geschiedenis van Wordt Vervolgd. ‘Het magazine heeft het mensenrechtendebat gestimuleerd.’ 

© Paul van der Steen

In de nazomer van 1968 kwamen drie mannen in een Schevenings vissershuisje bij elkaar. Ze zaten aan een ronde houten tafel. Het was een roerig jaar tot dan toe: de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy in het voorjaar, de steeds bloedigere oorlog in Vietnam, de studentenrevolte in Parijs, en de Praagse Lente die die zomer met geweld was beëindigd. 

De drie mannen aan de ronde tafel bleven echter hoopvol. In april hadden ze een nieuwe organisatie opgericht: de Nederlandse Vereniging ter Bescherming van de Vrijheid van Meningsuiting, ofwel Amnesty Nederland. Een vereniging heeft een nieuwsbrief nodig en dus kwamen ze bij elkaar. Over de inhoud hadden ze het nauwelijks. ‘Het moest gewoon zo snel, eenvoudig en goedkoop mogelijk’, zou eigenaar van het vissershuisje Herbart Ruitenberg later terugblikken. Maar het blad simpelweg ‘Amnesty-nieuws’ noemen, ging hun te ver. Er werden andere mogelijke namen genoemd tot iemand Wordt Vervolgd voorstelde. De anderen twijfelden nog, maar toen ze de dubbele betekenis doorhadden, was het besluit gevallen. 

In de dagen erna tikte Ruitenberg acht A4’tjes vol met gortdroge verenigingsinformatie. Hij liet de blaadjes stencilen en maakte met buurtkinderen de 110 allereerste Wordt Vervolgds verzendklaar.  

Onafhankelijk 

Zo begon het. Amnesty zelf was nog een kleine, onbekende club idealisten. Pas in de jaren zeventig kreeg de organisatie bekendheid. Vaak wordt gezegd dat het bloedige regime van generaal Augusto Pinochet in Chili de aanjager daarvan was. Waar in 1968 nog te veel mensen de schouders ophaalden over onrecht ver van huis, was Chili ineens iets waarvoor mensen de straat op gingen. Er werden protesten georganiseerd, het was hip om lid te worden van Amnesty, om brieven te schrijven voor gewetensgevangenen én om Wordt Vervolgd te lezen. De populaire Parool-columnist Simon Carmiggelt liet zich een paar keer fotograferen terwijl hij het Amnesty-krantje las. 

Dat was Wordt Vervolgd wel nog steeds: een clubblad op krantenformaat, waarin je kon lezen wat de organisatie allemaal deed en waarin je praktische tips kreeg. Zo werd je gevraagd om Wordt Vervolgd vooral niet weg te gooien als je het uit had. ‘Stuur het naar een kennis of neem het mee naar een wachtkamer. Er zijn genoeg wachtkamers in Nederland.’  

Wordt Vervolgd, december 2017
© Paul van der Steen
Wordt Vervolgd, december 2017

 

Pas in 1977 kreeg Wordt Vervolgd een serieuzere status binnen de organisatie. Dat was toch al een jaar van grote omwentelingen. Amnesty ging voor het eerst campagnevoeren tegen de doodstraf en Wordt Vervolgd zou actie voortaan met een c spellen. Maar ingrijpender was het dat het blad een onafhankelijke positie kreeg binnen Amnesty. Daar had Herbart Ruitenberg, die inmiddels hoofdredacteur was van Wordt Vervolgd, zich persoonlijk hard voor gemaakt. ‘Amnesty moet haar leden serieus nemen en beseffen dat het niet het alleenrecht op de waarheid heeft’, vond hij. Tot zijn ergernis waren er mensen binnen de organisatie die vonden dat het ledenblad gebruikt moest worden voor acties. ‘Dat was onder het niveau van Wordt Vervolgd en niet de functie van het blad’, zei Ruitenberg. ‘Je moet mensen niet overspoelen met je eigen informatie. Lezers moeten eigen keuzes kunnen maken, dan win je hun vertrouwen. Propaganda is niet lang houdbaar.’ 

Journalistieke wind 

Die onafhankelijkheid zou nog vaak ter discussie staan. In 1982 gaf Amnesty-directeur Dick Oosting zelfs opdracht een gehele oplage te vernietigen en gecorrigeerd te laten herdrukken. Het waren de jaren waarin binnen Amnesty zelfs het woord dictator nog taboe was. Je hoorde voor de Pinochets, Videla’s en Brezjnevs van die tijd de veel neutralere term ‘machthebber’ te gebruiken. De kop ‘Amnesty te biecht bij de duivel’ in Wordt Vervolgd ging voor Oosting dan ook te ver; die werd vervangen door ‘Bedrijfsleven en mensenrechten’. 

Later werd Oosting als oud-directeur lid van de redactieraad en was hij warm pleitbezorger van Wordt Vervolgds journalistieke onafhankelijkheid. 

‘Stuur Wordt Vervolgd naar een kennis of neem het mee naar een wachtkamer’

En die pleitbezorgers waren nodig. In 2000 maakte de ledenvergadering zich kwaad over de kop ‘Bouta aan de galg’ in Wordt Vervolgd (een verwijzing naar Desi Bouterse). De leden namen een resolutie aan waarin stond dat die ene kop het bewijs was dat de onafhankelijkheid van Wordt Vervolgd was doorgeschoten. Het blad was inmiddels een full colour magazine geworden en Willem Offenberg, oud-correspondent voor NRC in onder andere Zuid-Afrika, was zeven jaar eerder alweer aangetrokken als hoofdredacteur. Zo waaide er een nog journalistiekere wind op de redactie. Na deze aangenomen motie dreigde Offenberg op te stappen, maar het Amnesty-bestuur suste de zaak en verzekerde dat de journalistieke onafhankelijkheid onaangetast zou blijven. 

Boze brieven en scoops 

Niet lang erna, in 2002, werd Arnon Grunberg gevraagd voor een gastcolumn. Daarin betwijfelde hij of het echt zo hoogstaand was om tegen de doodstraf te zijn. Dat deed hij niet, zegt hij nu, om aan de ideologische pijlers van Amnesty te zagen, maar om ‘verder na te denken’. Toch ging hij ervan uit dat de redactie hem niet nog eens zou benaderen. Tot zijn verrassing kreeg hij een vaste column.  

Ook toen er in 2007 commotie was rondom die column mocht hij blijven. Hij schreef over een Amerikaanse generaal die over de Irak-oorlog had gezegd dat de VS die sowieso zouden winnen, omdat ‘onze God groter is dan die van hen’. Grunberg vergeleek het ontlenen van de eigen identiteit aan het christelijke geloof met het ontlenen van de eigen identiteit aan het verzamelen van postzegels. Er kwamen boze brieven van christelijke lezers die vonden dat Grunberg te ver was gegaan en ontslagen moest worden, en het Nederlands Dagblad schreef een stuk waarin gesuggereerd werd dat Grunbergs positie op de tocht stond. Maar de columnist mocht blijven, tot op de dag van vandaag. 

Wordt Vervolgd, september 2008
© Paul van der Steen
Wordt Vervolgd, september 2008

 

Vaker waren er boze brieven. Bijvoorbeeld toen in 2012 op de cover stond dat Zwarte Piet racisme was. En er waren scoops. Het was huisschrijver Daan Bronkhorst bijvoorbeeld die ontdekte dat Kluuns Komt een vrouw bij de dokter in het Chinees was gecensureerd. Bronkhorst, van huis uit sinoloog, wilde zijn Chinees ophalen en had het boek zowel in het Nederlands als in de vertaling gekocht en stuitte op opmerkelijke verschillen. De vele seksscènes in het boek waren weggelaten, en ‘lekker wijf’ werd vertaald als ‘leuk meisje’. Kluun zelf reageerde luchtig: ‘Het heeft wel iets aandoenlijks dat ze die seksscènes al te heftig vinden.’ 

Politieke interviews 

Er waren voorspellingen die uitkwamen. In 2006 werd de nog onbekende Barack Obama genoemd als iemand om in de gaten te houden; de zwarte senator uit Illinois zou zomaar eens de nieuwe Amerikaanse president kunnen worden, schreef Wordt Vervolgd. En begin 1999 was er een special over alle digitale ontwikkelingen. De mobiele telefoon was in opkomst en steeds meer huishoudens (maar bij lange na niet allemaal) hadden internet. In Wordt Vervolgd verscheen ineens de term ‘datacratie’ in een stuk over hoe digitale techniek steeds meer ingezet zou worden voor spionage. ‘Het is beter eraan te wennen’, schreef het blad onheilspellend. ‘Terugdraaien kan niet meer.’ 

Je zou bijna terug gaan verlangen naar dat analoge verleden. Dat doe je ook als je de politieke interviews terugleest die Gerard van Westerloo maakte begin deze eeuw. Pim Fortuyn werd destijds weggezet als radicaalrechts, tegen Van Westerloo toonde hij zich echter een groot voorstander van de rechtsstaat. ‘Vroeger moest je verdacht worden van een strafbaar feit wilden ze je telefoon mogen aftappen. Nu is het al zo: u wordt verdacht, u telefoneert met mij, dan mogen ze vervolgens ook mij aftappen.’ Fortuyn (die ruim een maand later werd vermoord) was bezorgd dat na 9/11 steeds meer politieke partijen bereid waren om privacy in te leveren voor veiligheid. ‘Nou, ik niet’, zei hij stellig. 

Ook mensen met wie Amnesty het niet per se eens was, kregen een podium

Opmerkelijk dat huidige politici die zijn erfenis zeggen te bewaken minder moeite hebben met de afbrokkeling van de rechtsstaat. Overigens opperde Justitieminister Piet Hein Donner twee jaar later al tegen Van Westerloo in Wordt Vervolgd dat er een aparte strafmaat moest komen voor allochtonen. Daarmee kwam hij onder vuur te staan.  

Oud-premier Ruud Lubbers baarde ook opzien na een interview in Wordt Vervolgd. Dat was in 2006, toen Rita Verdonk nog net minister voor Vreemdelingenzaken was waarin ze een streng asielbeleid voerde. ‘Nederland moet ontverdonken’, zei Lubbers daarover tegen Van Westerloo. In het een jaar eerder gestarte De Wereld Draait Door vroeg Matthijs van Nieuwkerk hem om tekst en uitleg, en in NRC Handelsblad kwam de term in een eindejaarslijst met nieuwe woorden. 

Kamervragen 

Ook na het overlijden van Van Westerloo bleven politici zich uitspreken in Wordt Vervolgd. Zo zei de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan in een nukkig interview in 2015 (‘Ik heb totaal geen zin in dit gesprek’, was zijn openingszin) dat ongedocumenteerden in de Amsterdamse bed, bad, broodopvang wel een tramkaart kregen van het stadsbestuur. Dat was onjuist, sterker nog: de gemeente had eerder een rechtszaak gewonnen om die tramkaarten niet te hoeven verstrekken. Maar Van der Laan hield woord en veranderde het beleid, waarna de PVV in Den Haag Kamervragen stelde over waarom mensen zonder papieren een met belastinggeld gekochte tramkaart kregen. 

Wordt Vervolgd, november 2019
© Paul van der Steen
Wordt Vervolgd, november 2019

Een halfjaar later waren er weer Kamervragen. Wordt Vervolgd had het aangedurfd om foto’s af te drukken van isoleercellen in vreemdelingendetentie. Justitie had fotograaf Robert Glas verboden om die foto’s zomaar verder te verspreiden. Glas was het daar niet mee eens, spande rechtszaken aan en had zijn foto’s al aan verschillende andere media aangeboden. Niemand durfde die echter zonder toestemming van Justitie te plaatsen. Wordt Vervolgd deed dat wel, waardoor een boete dreigde. Die kwam er niet. Uiteindelijk ving Justitie bot bij de rechter. In een bodemprocedure oordeelde de rechtbank dat de overheid de vrijheid van meningsuiting op ongeoorloofde wijze had ingeperkt. 

Mensenrechtenverdedigers 

Decennialang heeft het magazine het mensenrechtendebat weten te stimuleren. Je las Wordt Vervolgd om je mening te slijpen. Ook mensen met wie Amnesty het niet per se eens was, kregen podium. Laat een bewindspersoon maar uitleggen waarom het asielbeleid nog strenger moet. Of laat Dilan Yesilgöz in 2019 (ruim voor ze VVD-leider werd) de omstreden aangenomen terreurwet nog maar verdedigen.  

Wordt Vervolgd bood een platform aan mensenrechtenverdedigers en hun strijd

Ook las je Wordt Vervolgd voor de originele invalshoeken die gezocht werden, zoals een alternatieve oudejaarsconference van Pieter Derks of een hitlijst met protestliederen, of voor de indrukwekkende beeldverhalen en de vele buitenlandreportages, waardoor je je daadwerkelijk kon inleven in wat er gaande was. De reportages van Minka Nijhuis uit Irak, Afghanistan en Myanmar waren populair. In 2014 was zij zo’n beetje de eerste westerse journalist die het belegerde Aleppo in Syrië wist te bereiken. Met gevaar voor eigen leven beschreef ze hoe de stad vanuit de lucht werd verwoest, terwijl de bevolking probeerde te overleven.  

Zo kregen de mensen over wie de krantenkoppen en snelle items in het journaal daadwerkelijk gingen, een gezicht. Ook bood Wordt Vervolgd een platform aan de mensenrechtenverdedigers die een strijd voeren die sowieso weinig aandacht krijgt in de reguliere pers. De Filipijnse journaliste Maria Ressa die in 2023 vertelde hoe ze met gevaar voor eigen leven nepnieuws probeert te bestrijden, of de Oeigoerse Gulbahar Haitiwaji die onschuldig in een Chinees heropvoedingskamp zat maar onder druk bijna begon te geloven dat ze toch wel een terrorist was. Vorig jaar vertelde de Russische dissidente Anastasia Sjevtsjenko hoe ze zich schaamde voor de oorlog die Poetin voert. ‘Elke keer als ik Oekraïners zie, zeg ik sorry.’ Afgelopen zomer kreeg de Palestijnse mensenrechtenadvocate Ayah Alwakil ruimte om vanuit haar geheime adres in Rotterdam te vertellen hoe ze getuigenissen verzamelt van mensen in Gaza. 

Noodzaak 

In 1968, het jaar van Wordt Vervolgds oprichting, leek de wereld in brand te staan. Een mensenrechtenblad was meer dan welkom. Inmiddels is het nog net 2025 en lijkt de tijd van papieren kranten en magazines bijna voorbij. Mensen lezen op een scherm, ze luisteren podcasts of kijken filmpjes. Maar de noodzaak van mensenrechtenjournalistiek is bij lange na niet verdwenen. Integendeel: de rechtsstaat staat in heel veel landen onder druk, ook in westerse landen. Eind jaren zeventig presenteerden de Amerikanen zich onder president Jimmy Carter als de grote mensenrechtenvoorvechters. Inmiddels breekt de Amerikaanse president in eigen land vrijheden af en internationaal noemt hij de VN ‘nutteloos en schadelijk’. In ons eigen Nederland, dat ook ooit een gidsland van mensenrechten heette te zijn, wordt zo’n beetje elk probleem toegeschreven aan asielzoekers. 

De noodzaak van de mensenrechtenjournalistiek is bij lange na niet verdwenen 

Gelukkig is Wordt Vervolgd zeker niet het enige medium dat mensenrechtenverhalen vertelt (zie pagina 32). Toch zou juist in deze tijd dit platform niet moeten verdwijnen. Misschien kunnen enkele wijze mensen binnenkort om tafel gaan zitten om iets nieuws te bedenken. Een nieuw kanaal voor verhalen die verteld moeten worden, die je munitie geven waarmee je op verjaardagen mensenrechten kunt verdedigen zonder uitgelachen te worden en die mensenrechtenverdedigers een podium bieden.

Meer over dit onderwerp