Palestijnen en het Strafhof

Begin januari zette de Palestijnse president Mahmoud Abbas zijn handtekening onder de aanvraag voor lidmaatschap van het Internationaal Strafhof. Twee weken later opende de aanklager van het hof haar onderzoek naar de situatie in Palestina. Komt daarmee een eind aan een tijdperk van straffeloosheid in de regio? Palestijnse en Israëlische advocaten‚ die onlangs confereerden op de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam‚ besteedden weinig aandacht aan de nieuwe ontwikkelingen. Opmerkelijk‚ omdat ze juist bijeengekomen waren om gezamenlijk nieuwe juridische oplossingen te vinden voor de slachtoffers van het recente geweld in Gaza.

De advocaten treden al jaren samen op namens Palestijnse burgers die de Israëlische autoriteiten ter verantwoording roepen voor het doden en martelen‚ de onrechtmatige arrestaties en de onteigening van huizen en land. De Palestijnse advocaten bereiden de zaken ter plekke voor en hun Israëlische collega’s vertegenwoordigen de slachtoffers voor rechtbanken in Israël‚ die verboden terrein zijn voor Palestijnse advocaten uit de bezette gebieden.

Na de Gaza-oorlog in 2008-2009 (tweeduizend doden‚ duizenden gewonden‚ honderden arrestaties) dienden slachtoffers ruim vierhonderd klachten in bij Justitie in Israël. Vrijwel alle zaken werden op procedurele gronden terzijde geschoven. Een bureaucratische nachtmerrie‚ noemen de advocaten in Amsterdam het voeren van processen in Israël.

Formeel mag een Palestijn een schadevergoeding claimen‚ maar dit gaat met zulke strenge eisen gepaard dat het zelden tot een uitspraak komt. Zo moet de Israëlische Justitie binnen zestig dagen de eerste formulieren en bewijsstukken binnen hebben. Dat is onmogelijk‚ zeggen de advocaten‚ omdat de situatie in de bezette gebieden dat niet toelaat. Het indienen van een claim kost bovendien geld‚ dat je alleen terugkrijgt als je je zaak wint.

Het meest verlammende obstakel voor de klachten uit Gaza is echter dat voor de Israëlische wet de staat niet aansprakelijk is voor zijn activiteiten in een conflictzone. Bij het leger een klacht indienen is al helemaal zinloos: Israëlische soldaten die ‘per ongeluk’ een kind doodschoten‚ kregen een boete van tussen de 20 en 40 euro‚ te betalen aan de Israëlische overheid.

De in Amsterdam aanwezige Palestijnse en Israëlische advocaten concluderen dat het Israëlische rechtssysteem een doodlopende weg is voor Palestijnse slachtoffers van het geweld in de regio. Voorlopig is het onderzoek door de aanklager van het Strafhof slechts een papieren belofte. De kans dat Israëlische bevelhebbers of leden van Hamas ooit in Den Haag zullen terechtstaan is klein‚ vanwege een veelheid aan juridische en politieke obstakels.

Maar toch. De ontwikkelingen in Den Haag hebben het moment dichterbij gebracht dat Israël de aanklager moet gaan uitleggen waarom de Israëlische rechtsstaat feitelijk niet bestaat voor Palestijnen uit de bezette gebieden. Dáárin schuilt het belang van de handtekening van Abbas.