Eduard Nazarski
© Amnesty International / Karen Veldkamp

Morrelen

Om maatschappelijke en politieke reacties af te tasten‚ laten bijvoorbeeld politici graag proefballonnetjes op.

Zoals: mensen van allochtone achtergrond moeten maar weggaan als het hun hier niet bevalt. Of: de Nederlandse rechters straffen veel te slap. Of: vluchtelingen‚ ook de echte‚ horen thuis in hun eigen regio. Of: de politie mag niet beschuldigd worden van etnisch profileren.

De rechtvaardiging voor zo’n plan‚ voorstel of proefballon is nogal eens dat het probleem zó groot is dat het vraagt om ‘onorthodoxe’ maatregelen‚ waarbij het naïef zou zijn voluit voor mensenrechten te gaan. Een enkele keer gaat het om een rechtstreekse aanval op mensenrechten (‘zet groep x het land uit‚ verbied geloof y‚ zeg verdrag z op’). Veel vaker komt het neer op morrelen aan de mensenrechten of de rechtsstaat. Dat morrelen ondergraaft‚ erodeert de mensenrechten. Daar moeten we iets aan doen. Wat? Het komt denk ik aan op drie dingen.

Ten eerste: we moeten uitspraken toetsen aan mensenrechten. Een proefballon heet zo omdat als iemand hem lek steekt‚ degene die hem opliet altijd kan zeggen: ‘Het was maar een ballonnetje‚ hoor.’ Daarom moeten we in de Nederlandse rechtsstaat blijven zeggen dat burgers altijd burgers zijn‚ en rechters onafhankelijk. Dat vluchtelingen door internationaal recht worden beschermd. En dat etnisch profileren fout is‚ ook als het onopzettelijk gebeurt. Dat is niet alleen een kwestie van uitvoeren wat in verdragen staat. Nee‚ er zijn hier universele waarden in het geding: vrijheid‚ gelijkheid‚ rechtvaardigheid.

Ten tweede: het alternatief laten zien. De opvang van vluchtelingen bijvoorbeeld is helemaal geen groot probleem als je het pragmatisch aanpakt. Nu al staan asielzoekerscentra leeg‚ terwijl er vorig jaar nog paniek was over de capaciteit. De aanpak van overlast van jongeren‚ van welke achtergrond ook‚ is uitstekend mogelijk via bestaande instrumenten en wetgeving. Inburgering idem.

Tot slot: de dialoog voeren. Nederland kent duizenden zaaltjes en tienduizenden opiniesites op internet. Negen van de tien Nederlanders doen iets op sociale media. Een groot deel van onze blik op de wereld wordt daar gevormd. In 1644 schreef John Milton‚ de Britse filosoof die een van de grondleggers van de mensenrechten was: ‘Waar mensen willen leren‚ is er noodzakelijkerwijs sprake van argumenten en opinies‚ want opinies zijn niets anders dan kennis in wording.’

Milton schreef erbij dat die kennis door ‘goede mensen’ wordt gemaakt. Dat laatste zou ik zonder gemoraliseer willen beamen. Ook voor de praktijk van mensenrechten geldt dat het kennis in wording is. En dat mensen om goede redenen van mening kunnen verschillen‚ is een mensenrecht.